Bij het Nederlandse Heracles knapte zijn voorste kruisband af en liep zijn huwelijk op de klippen, waarna hij zijn zoontje te veel begon te missen. Maar sinds hij terug is in België hervindt Birger Maertens de energie om zijn carrière verder te zetten. Ondanks één ergernis.

B irger Maertens: “Een week voor de competitie in Nederland begon, speelden we met Heracles een oefenwedstrijd tegen Schalke 2. En dan gebeurde het eigenlijk stomweg: ik doe een tackle en de tegenstander valt op mijn been, waardoor mijn knie helemaal naar binnen knikt. Ik heb nog de negentig minuten uitgespeeld, maar de dokter die mij opereerde, begreep niet hoe ik dat voor mekaar had gekregen. Ik heb nog getackeld, gesprint, lange ballen getrapt en ben na de wedstrijd drie uur naar België gereden. Maar ik moet wel toegeven dat ik de laatste tien minuten van de wedstrijd het gevoel kreeg dat mijn beentje wat wiebelde. ( lachje) Op zondagochtend had ik zó’n knie.

“Ik heb een maand moeten wachten voor ik geopereerd kon worden, want eerst moest alle vocht en bloed uit mijn knie. Ik had die operatie liever meteen laten uitvoeren om een maand te winnen, maar ze zeiden dat ik dan eerder een maand zou verliezen. Terwijl ik mij herinnerde dat tijdens de eerste wedstrijd van het seizoen Kenneth Van Goethem zich op vrijdag aan de kruisbanden blesseerde bij OH Leuven en hij de dinsdag al geopereerd werd. Het is een andere aanpak. Maar ik lig nu wel voor op schema en ik kan alles doen – ik voel nooit reactie. Ook al heb ik een goed gevoel, toch denk ik dat ik wat bang ga zijn om de eerste keer te tackelen.”

‘Ga je eens normaal doen?’

“Heracles is, echt waar, een fantastische club. Ik ben daar heel goed ontvangen en ik kan daar nog altijd terugkomen. Ik ben er even kapitein geweest en heb er drie fantastische jaren gekend. GertHeerkes, de eerste trainer, was een goed maar misschien een iets te rustige mens om voor een groep te staan. Gertjan Verbeek was ook een fantastische trainer. Ik denk dat ik nog nooit zo fit ben geweest als toen. Niemand geblesseerd. Een dag voor de wedstrijd zei iedereen tegen elkaar: ‘Ik kan niet meer, ik zit kapot.’ Maar in de wedstrijd zelf vloog je over dat veld. We eindigden als zesde en we speelden de play-offs voor Europees voetbal. In dat seizoen onder Verbeek werd ik verkozen tot achtste beste speler van de Eredivisie en heb ik als verdediger twee keer gescoord. Ik weet nog dat we aan de rust 0-2 achter stonden tegen Groningen, maar ik maakte uiteindelijk de 4-3 op corner. Hadden ze de hekken toen opengezet, ik was het stadion uit gelopen. ( lacht) PeterBosz was een ander type: tactisch, iemand die je in de bespreking het gevoel gaf dat je de tegenstander kon verslaan.

“Toen ik daar aankwam, heb ik toch ook wel even met mijn ogen geknipperd omdat ze heel direct zijn. Tegen de trainers of tegen elkaar. Die of die heeft dat verkeerd gedaan. In discussie gaan. Hup. Ik dacht: oei, ik zal dat ook moeten doen, zeker? Want als je dat niet doet … Dus op een bepaald moment doe je het zelf ook, zonder dat je het beseft. Spelers ginder reageren daar dan niet op. In België zou je al meteen een tegenaanval krijgen. Ik zou dat óók gedaan hebben vroeger. Je probeerde jezelf te verdedigen. Maar in Nederland is dat zo niet. Nu ik weer hier ben, merk ik dat ik veel directer tegen mijn maten en mijn ouders geworden ben. Directer en misschien ook wel wat rustiger.

“In Nederland leer je ook een andere taal spreken. Ik zei vroeger altijd tegen Thomas Buffel, die toen bij Feyenoord speelde en met wie ik vaak wegging: ‘Ga je eens normaal doen, jong, en Brugs blijven klappen?’ ( grijnst) Maar als je daar zelf komt, doe je juist hetzelfde, hé. Telkens als ik terugkwam naar België, zeiden ze tegen mij: ‘Ga je eens normaal doen, jong?’ ( grijnst) Ik kon daar niks aan doen.”

‘Dan mag je nog zo stoer zijn’

“Ik weet nog hoe opgelucht ik mij voelde toen ik aan de voorzitter en de trainer van Heracles had gezegd dat ik ermee stopte en de deur achter mij toe trok. Ik was net even naar België geweest en toen ik voor de training op de club aankwam, wist ik ineens: het is gedaan. Hoe raar het ook was, want sommigen verklaarden mij zot. Mijn manager zei ook: denk er nog eens goed over na. Maar ik moest er niet meer over nadenken, mijn besluit stond vast. Het was afgelopen. En niemand wist ervan, zelfs mijn ouders niet. Ze wisten dat ik het moeilijk had, maar niet dat ik terug naar België zou komen.

“De enige reden dat ik bij Heracles vertrokken ben, is mijn zoontje. Ik kon het niet meer opbrengen hem te missen. Dan mag je nog zo groot en stoer zijn als je wil. Ik ben altijd de eerste om te lachen en te doen, maar ik had het er heel lastig mee. Ik heb maar één zoontje en dan gaat hij naar het eerste leerjaar en ben je er niet bij als hij zijn eerste woordjes leert … Ik kon dat niet meer aan. Hij belde dan naar Nederland om te zeggen dat hij dit of dat woordje had geleerd en hoe je dat moest schrijven … Dat was heel lastig. Dan zat ik met de tranen in mijn ogen aan de telefoon. Soms hoorde ik dat hij aan mijn ouders had verteld dat papa er nooit was en dat hij hem miste. Telkens als ik dat te horen kreeg, dan brak ik. Dat zijn de momenten dat ik dacht: ik stop ermee. Ik keek ook altijd maar meer uit naar de wedstrijden omdat ik wist: de volgende dag zijn we vrij en kan ik terug naar België. Ik heb nog een tijdje op mijn tanden gebeten, maar op een gegeven moment was het over.

“Mijn zoontje woonde in België bij mijn ex. Toen ik naar Heracles getransfereerd ben, waren we nog samen, maar het ging niet goed meer en we zijn gescheiden. Ik had niet verwacht dat ik het zo moeilijk zou hebben. Ik heb wel een andere relatie gehad, maar die is uiteindelijk ook stukgelopen. Ik zat meestal alleen tussen vier muren, die niks zeggen.

“Alleen zijn is ook nu in België soms moeilijk. Ik heb altijd graag iemand bij me gehad, want ik ben eigenlijk nog nooit eerder alleen geweest. Ik ben op mijn 21 weggegaan thuis, waar ik werd verwend door mijn broer en mijn ouders – mijn eten stond altijd op tafel – en ik ben meteen ingetrokken bij mijn ex, die een dochtertje van twee en een eigen zaak had. Dus ik moest meteen luiers verversen. Maar je hebt de keuze: je gaat ervoor of je gaat er niet voor. En ik ben ervoor gegaan. Ik heb van niks spijt.

“Mijn moeder gaat nog altijd schoonmaken bij mijn ex, mijn vader gaat er in de tuin werken, mijn ex-schoonouders komen nog altijd goed overeen met mijn ouders en ik kom ook heel goed overeen met mijn ex. We zijn met Kerstmis samen naar Londen geweest – ik met mijn zoontje naar het voetbal, zij met haar dochtertje winkelen. Ze vinden dat geestig, mama en papa nog een keer samen zien. Want Naguy was nog maar drie of vier jaar toen we uit elkaar gingen, hij besefte het nog niet, maar nu komt dat besef wél.”

Club, Cercle, Standard

“Naguy voetbalt bij KV Oostende, waar hij naar school gaat. Ik ga hem halen, ik breng hem terug en soms blijft hij hier bij mij in Varsenare slapen als ik hem na de training ga oppikken. Ik kom zo goed overeen met mijn ex dat we daar wederzijds geen problemen van maken. En ik vind het wel goed zo.

“Naguy is altijd een bron van motivatie geweest voor mij, zeker als hij in de tribune zat, maar ik had ook een foto van hem in mijn kleedkamerkastje liggen. Vorig jaar was hij eens komen kijken en ik kreeg net mijn vijfde gele kaart, waardoor ik de volgende wedstrijd geschorst was. Dus de trainer haalde mij er na zeventig minuten af om mijn vervanger al in te spelen. Mijn zoontje trok zó’n gezicht. ( grijnst) Hij is met mijn ex ook al in de loges naar Club gaan kijken en hij mocht met de spelers op de foto. ‘Mijn papa heeft hier ook gespeeld’, zei hij. Je kent dat, hé. ( lachje) Wat hij zich van Club Brugge nog altijd blijft herinneren, is dat ik thuiskwam en dat mijn wenkbrauw openlag omdat ik een ellenboogstoot tegen mijn hoofd had gekregen. Hij is daar nog altijd over bezig.

“Naguy is zeven nu en voetbalt al van zijn vier jaar. Als ik eerlijk moet zijn, vind ik hem wel een goede voetballer. Ik zie dat hij beter is dan ik. Hij kan meer dan ik toen ik zeven was. Club wil hem, Cercle heeft al naar hem gevraagd, Standard … Maar ik laat hem zitten bij KV Oostende: hij zit daar goed en als hij kwaliteiten genoeg heeft, kunnen ze hem op zijn twaalfde of dertiende nog altijd komen scouten.

“Als ik naar zijn wedstrijden ga kijken, zie ik hem na elke actie naar mij loeren, tja, dat is geestig, hé. ( lachje) Al die gastjes van zeven jaar die daar lopen te voetballen. Soms speel ik eens mee met hen, want ik doe dat graag. Jeugdtrainer worden zegt mij op dit moment niks, maar ik ga wel die cursussen volgen. Je weet maar nooit. En ik heb toch interessante ervaringen opgedaan bij Club en in Nederland. Maar ik ga proberen eerst nog drie jaar te voetballen.”

‘Mooschen’ en lachen

“Ik ben een vrije speler en ik hoorde al vertellen dat ik bij KV Oostende ga voetballen omdat ik daar vaak naar de training van mijn zoontje ga kijken, maar ik sta open voor alle clubs. Ik heb daar nog met niemand gesproken, maar de mensen babbelen vlug, hé. Maar ik zou er niet mee zitten om daar te gaan spelen, tenzij er nog andere clubs interesse tonen, natuurlijk.

“De kans was heel groot dat ik dit seizoen bij Westerlo zou spelen – ze informeerden net voor ik mijn kruisband afscheurde. JanCeulemans heeft mij destijds bij Club Brugge heel veel vertrouwen gegeven, daarom dacht ik dat het ideaal zou zijn om bij Westerlo terug te keren naar België. Maar het is anders uitgedraaid. Ik wil echt fit zijn om er volgend seizoen aan te beginnen, want ik voel mij veel beter nu. Ik ga veel lopen en fietsen en ik doe krachtoefeningen met een kinesist, maar dat is niet hetzelfde als met een ploeg trainen. ‘Mooschen’ en lachen in de cabine, dat mis ik wel. Ik wil graag een ploeg vinden waar ik alles voor kan geven. Ik heb er weer nood aan om in een groep te zitten.”

DOOR RAOUL DE GROOTE

“Ik heb geen zin meer om naar Club Brugge te gaan kijken, het is alsof ik niks heb betekend voor hen.”

“De dokter begreep niet dat ik nog getackeld, gesprint en lange ballen getrapt had met een afgescheurde kruisband.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content