Dit weekend staat Standard alweer voor een cruciaal duel tegen Zulte Waregem voor een plaats in de top zes. Linksachter Sébastien Pocognoli gelooft er nog in. ‘Solidariteit is de basis van succes.’

De overgang van Sébastien Pocognoli was met voorsprong de beste wintertransfer van de Jupiler Pro League. Een jonge, beloftevolle, Belgische linksachter die na een avontuur in het buitenland naar onze competitie terugkeert, dat komt zelden voor. Toch ziet Pocognoli zijn terugkeer niet als een stap terug. Poco beschouwt het als een noodzakelijke tussenstap in afwachting van de transfer naar een grote competitie. Hij geeft zijn mening over zijn nieuwe ploeg, zijn ex-ploeg AZ en de Rode Duivels.

In de eerste interviews na je terugkeer benadrukte je meteen dat je de Belgische competitie niet als een stap terug zag. Nochtans heb je in het verleden vaak genoeg gezegd dat de Eredivisie van een hoger niveau was…

Sébastien Pocognoli: “Ja, nu je het zo stelt… (lacht) Ik vind de Nederlandse competitie inderdaad beter en leuker, maar dat betekent niet per se dat het spelpeil in België ondermaats is. Je kunt evenwel niet ontkennen dat het er in Nederland op alle vlakken professioneler aan toegaat. Al heb ik bij Standard echt niet te klagen. Ik speel hier om de twee weken in een stadion met een schitterende ambiance en ik kan hier elke dag in de best mogelijke omstandigheden trainen.”

Wanneer een speler sneller dan verwacht terugkeert, lijkt het er altijd op dat hij mislukt is in het buitenland. Voel jij dat ook zo aan?

“Mijn terugkeer heeft alles te maken met de financiële problemen van AZ en niet met het feit dat ik al dan niet ‘mislukt’ zou zijn in het buitenland. Ik speelde kampioen onder Louis van Gaal en ik heb praktisch elke wedstrijd in de basis gestaan. Gezien de wankele situatie van de club en in de wetenschap dat Dick Advocaat slechts tot eind juni coach van AZ zou blijven, ben ik ingegaan op het voorstel van Standard. Deze tussenstap verandert niets aan mijn uiteindelijke doelstelling. Ik wil nog steeds ooit voor een club in de Premier League uitkomen. Ik heb nu een keuze gemaakt en ik hoop dat na verloop van tijd zal blijken dat het de juiste was.”

Had je ooit gedacht dat je nog eens het shirt zou dragen van het team waar je op 15-jarige leeftijd – samen met een heleboel andere jongens – bent weggegaan?

“Ja, eigenlijk wel, want ik ben om een heel andere reden vertrokken dan de meeste van die jongens. Het was destijds bij Standard niet evident om studies en voetbal te combineren. Ik heb het een jaar geprobeerd en het resultaat was dat ik zowel op school als op het voetbalveld slecht presteerde. Bij Racing Genk heerste er toen een echte jongerencultuur en ze hadden me beloofd dat ik mijn kans zou krijgen. Ik ben echter altijd contact blijven houden met Luciano D’Onofrio en Pierre François dus ik wist dat de kans bestond dat ik hier ooit zou terugkeren.”

Je kan Sclessin zelfs zien vanuit de badkamer van je ouderlijk huis. En toch…

“… werd ik opgeleid bij Seraing. Ik weet het. (lacht) Ik speelde dan wel bij Seraing, maar dat betekende niet dat ik anti-Standard was, zoals bij de spelers van Luik bijvoorbeeld wel het geval was. Als ik Edmilson, Wamberto en Isaias aan het werk zag, kreeg ik meteen zin om te voetballen. Na de fusie kwam ik bij Standard terecht. Ik had een abonnement en ging naar elke thuiswedstrijd kijken. Elke keer weer keek ik mijn ogen uit en genoot ik van die magische sfeer.”

Advocaat & Van Gaal

Nog in die eerste interviews zei je dat je niet bent weggegaan bij AZ omwille van Advocaat en dat je zelfs goed overweg kunt met hem. Waarom zei je dat zo nadrukkelijk?

“Omdat ik die vraag verwachtte en ik de criticasters voor wilde zijn. Toen Advocaat pas bij AZ kwam, was ik even geen titularis dus ik wist dat mijn vertrek door sommigen zou worden afgedaan als het gevolg van een conflict tussen Advocaat en mij. Ik zeg het nog een keer: ik kom goed overeen met Advocaat. Hij is een echte toptrainer met wie ik graag samenwerk.”

Waaraan merkte je dat hij een topper is?

“Van Gaal had de lat zeer hoog gelegd, maar Advocaat is zeker van dezelfde orde als Louis. Je ziet dat aan de passie die hij doorgeeft aan zijn spelers, aan de manier waarop hij dag in dag uit op dat veld staat. Hij geeft je zin om door het vuur te gaan voor je ploegmaats en je club. Ook op het tactische vlak kun je hem niets meer bijleren. Hij wordt door iedereen gerespecteerd.”

Hoe komt het dat je bij de Rode Duivels met de vinger werd gewezen?

“Wat wil je dat ik daarop zeg? We behaalden slechte resultaten en ik ben een (te) eerlijke jongen. Soms zeg ik dingen die anderen niet graag horen. Zeker niet uit de mond van iemand die amper vijf keer voor de A-ploeg is opgeroepen.”

Kwetste het je dat ook de media je openlijk afvielen?

“Mij persoonlijk niet echt, maar voor mijn familie en kennissen was dat geen leuke situatie. Ik zal blijven zeggen wat ik denk, maar ik zal mensen niet zo snel meer in vertrouwen nemen.”

Hoe sta je nu ten opzichte van de Rode Duivels?

“Ik focus me in eerste instantie op Standard. Al blijft de nationale ploeg me wel na aan het hart liggen – in tegenstelling tot wat er soms over mij wordt geschreven.”

Wat vind je van de loting voor Euro 2012?

“Het is zeker geen makkelijke groep. Vooral de verplaatsingen naar Kazachstan en Azerbeidzjan zijn moeilijker dan ze op het eerste gezicht lijken. Duitsland is uiteraard de grote favoriet, al denk ik dat we er met al onze duelkracht misschien nog wel iets kunnen gaan rapen. Oostenrijk is een soort light versie van Duitsland en Turkije kennen we na onze vier op zes in de twee laatste ontmoetingen maar al te goed. Volgens mij worden de wedstrijden in Kazachstan en Azerbeidzjan de gevaarlijkste voor onze jonge ploeg.”

Zuiderse toets

Hoe voel je je bij Standard?

“Ik ben hier nog maar pas, dus ik heb nog even tijd nodig om te acclimatiseren. Ik kan wel zeggen dat ik in een goede kleedkamer ben beland. Natuurlijk zijn er spelers ontevreden omdat ze niet mogen meedoen. Het zou raar zijn, als dat niet zo was. Standard heeft nog steeds die zuiderse toets en het doet deugd om die terug van dichtbij mee te maken. Er is een tijd om te werken en een tijd om zich te amuseren. Bij Standard kan het alle twee.”

Voelde je dat het ontslag van Bölöni in de lucht hing?

“Neen, ik was een beetje verrast omdat ik het, net zoals destijds met Ronald Koeman bij AZ, niet had zien aankomen. Ik heb maar een halfuur echt alleen met hem gesproken op die paar weken, maar ik merkte meteen dat hij het voetbal door en door kent. Hij praat de hele tijd met een licht ironische ondertoon, waardoor je niet echt weet wat hij van je verwacht. Daar hou ik wel van. En ik heb van Steven Defour en Axel Witsel gehoord dat ze heel wat bijgeleerd hebben onder zijn leiding.”

Kan Standard nog in de top 6 eindigen?

“De trainerswissel heeft zijn effect niet gemist. Dat heb ik op training al kunnen merken. Onze supporters zouden – terecht – ontevreden zijn met máár een zesde plaats. Daarom moeten we tonen hoe graag we er- voor willen gaan. ”

Heb je het gevoel dat er een gebrek aan solidariteit is?

“Aan onze kwaliteiten zal het in elk geval niet liggen. Als ik zag hoe we destijds bij Racing Genk voor elkaar knokten… Zo ver staan we bij Standard nog niet. Solidariteit is nochtans altijd de basis voor succes.”

Je hebt de voorbije jaren met Ronald Koeman, Louis van Gaal, Laszlo Bölöni en Dick Advocaat steevast grote trainers gehad. Wie heeft de meeste indruk op je gemaakt?

“Iedere trainer maakt op zijn manier indruk. Ronald Koeman is bijvoorbeeld wel degelijk een grote trainer. Hij had gewoon de erg ondankbare taak om Van Gaal te moeten opvolgen. Bij een team belanden dat het vorige seizoen kampioen speelde, is zowel voor een coach als voor een speler erg moeilijk. Koemans lossere aanpak stond dan ook nog eens in schril contrast met de strikte leiding van Van Gaal en dat gaf, samen met het behalen van de titel, een zekere vorm van gemakzucht binnen de groep.”

Had AZ op hetzelfde elan kunnen blijven voortgaan als Van Gaal niet naar Bayern München was gegaan?

“Daar ben ik vast van overtuigd. Het droomscenario was dat Van Gaal – naar het voorbeeld van Arsène Wenger bij Arsenal – nog zeker vijf jaar bij AZ zou blijven. Zonder het faillissement en het vertrek van Louis, zou AZ de komende seizoenen elk jaar Champions League spelen. Nu moeten ze weer van voor af aan beginnen: nieuwe sponsors zoeken, spelers zien te behouden, enzovoort. Zelfs al lukt dat niet, dan is er nog altijd technisch directeur Marcel Brands. Die heeft de afgelopen jaren al meer dan eens getoond dat hij een neus heeft voor het binnenhalen van de juiste spelers. Ik heb er alle vertrouwen in dat AZ weer op de rails zal geraken omdat ik weet dat er een goede structuur staat.”

door stéphane vande velde – beelden: reporters

Ik wil nog steeds ooit voor een club in de Premier League uitkomen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content