Vanaf het kampioenschap 2009/10 spelen we nog met zestien ploegen in de Jupiler Pro League. Best mogelijk dat het er dit seizoen al aan te zien zal zijn.

Aantrekkelijk, aanvallend en spektakelrijk voetbal: dat laat de Pro League de achttien trainers van de nieuwe Jupiler Pro League beloven in een verklaring die ze voor de start van het seizoen schijnbaar eensgezind ondertekenden. Mooie woorden, maar het tegendeel valt te vrezen. Oorzaak: de competitiehervorming. Vanaf volgend seizoen bestaat de hoogste klasse nog slechts uit zestien clubs, waardoor er dit jaar na 34 speeldagen minimaal drie ploegen moe-ten degraderen. De eersteklasse-ploegen die eindigen op de vijftiende en zestiende plaats in het eindklassement spelen nog een eindronde tegen de winnaars van twee knock-outduels tussen de nummers 2, 3, 4 en 5 van tweede klasse. De winnaar van die eindronde gaat samen met de kampioen van tweede klasse naar eerste.

De gevolgen laten zich gemakkelijk raden. Het degradatiedebat zal al na enkele weken losbarsten en verwacht wordt dat de kleinere ploegen defensiever dan ooit zullen aantreden tegen de grote clubs. Aimé Anthuenis voorspelde in Gazet van Antwerpen “de meest nerveuze competitie ooit”. Want, zegt hij, “als clubs zoals Germinal Beerschot en Westerlo twee keer op rij verliezen, staan ze in de buurt van de laatste vijf. Bovendien vrees ik dat het een slagveld wordt voor de trainers, dat er nooit zoveel ontslagen zullen vallen als nu.”

Anthuenis staat niet alleen met zijn standpunt. Vorig seizoen disten Roeselare en KV Mechelen vier dagen voor het einde van het kampioenschap nog een mooi spektakelstuk (2-2) op. “We waren allebei al gered”, zei Roeselaretrainer Dirk Geeraerd een week later in een interview met De Morgen. “Maar wat volgend jaar, als er vier degraderen? Ik kan het voorspellen: volgend jaar zullen we pas betonvoetbal zien.” Peter Maes zei het afgelopen zaterdag ook nog: “Volgend jaar wordt het een ‘klotecompetitie’. Van de eerste dag wordt het spelen voor de nul om zo snel mogelijk uit de gevarenzone te zijn. Alleen de heel goede ploegen zullen spelen om te winnen.”

Geeraerd werd tijdens het afgelopen kampioenschap aangepakt door enkele collega’s voor het vermeende betonvoetbal van zijn ploeg. Vorige week was hij een van de twee trainers die op een persconferentie live zijn handtekening onder het charter zette.

UEFA Cupticket

De veelbesproken competitiehervorming, die lang aansleepte waardoor ook het nieuwe tv-contract pas laat tot stand kwam, kwam er op verzoek van de topclubs. De ambitie was tweeërlei: een aantrekkelijker kampioenschap (en dus meer tv-geld) én een hoogstaander kampioen-schap (en daardoor topclubs die competitiever zijn in Europa).

Als het van Hypercube had afgehangen, speelden we vanaf het seizoen 2009/10 nog slechts met véértien ploegen in de Jupiler Pro League. Zo’n model, zoals ook Anderlechtvoorzitter Roger Vanden Stock voorstelde, scoorde namelijk het best in de analyse van het Nederlandse onderzoeksbureau dat de hervorming mee bege-leidde. In het voorstel van Vanden Stock zou de top acht na 26 speeldagen in twee poules een play-off spelen. De nummers één en twee zouden daarna uitmaken wie de titel won.

Zo’n voorstel zou het uiteraard nooit halen wegens te bedreigend voor de meeste clubs. Dus werd er naar een compromis gezocht. Dat leverde uiteindelijk het Saturnusmodel op. Zestien ploegen, dertig speeldagen en daarna play-offs (waarin de helft van de punten uit de reguliere competitie mogen worden meegenomen). De nummers één tot zes spelen voor de landstitel, de nummers zeven tot veertien voor een barrageduel tegen de nummer vier met als inzet een UEFA Cupticket.

Tenminste, die wortel werd de kleinere clubs voor de stemming voorgehouden, maar dat was buiten de Europese uitschakeling van Anderlecht tegen BATE Borisov gerekend. België dreigt nu naar de zestiende plaats te zakken op de UEFA-ranking, ten voordele van Bulgarije, en zo dat laatste ticket te verliezen. Als Levski Sofia, dat de volgende tegenstander van Anderlecht had kunnen zijn, de Champions League bereikt, is het wellicht zover. S

door jan hauspie