Voorjaar 2003, Raoul Peeters wordt voor de tweede keer trainer bij KV Oostende, dat onder Kenneth Brylle periodekampioen in derde nationale was geworden. “Ik wist dat Berchem, de leider, geen licentie zou krijgen.” Op de voorlaatste speeldag moet de club naar Aalst, de dag voor de wedstrijd komt Jean-Jacques Missé-Missé niet opdagen voor de strandwandeling. Peeters: “Hij had na een avondje stappen in de gevangenis gezeten. (lacht) De spelers vonden dat hij toch aan de aftrap moest komen. 0-2 gewonnen, met een doelpunt van Missé-Missé.”

Franklin Sleuyter, hoofdsponsor en voorzitter van het directiecomité, wil Peeters aan de kust houden, maar de trainer heeft al een overeenkomst met eersteprovincialer Rupel Boom. Peeters: “Ik wilde mijn woord niet breken. En Sleuyter was het duidelijk niet gewend om een ‘neen’ te horen te krijgen.”

“Een ambitieuze man”, zegt René Menu over Franklin Sleuyter, die zich mateloos stoorde aan de underdogrol die zijn voorzitter zo graag speelde. Vergeylen, toen over de voorzichtige transferpolitiek: “Als je niet genoeg centen hebt om in een viersterrenhotel te logeren, dan maar een hotel met drie of slechts twee sterren.” Over de geringe publieke belangstelling: “Kabeljauwen kopen geen toegangstickets. Oostende heeft een verouderde bevolking: om zeven uur ’s avonds zit iedereen binnen voor zijn tv, pyjama aan en het gebit in een glas water.” Zulke uitspraken schieten bij Sleuyter in het verkeerde keelgat, die in Sport/Voetbalmagazine zwaar terugslaat. “Een voetbalploeg kan je niet meer, zoals zij deden, leiden aan de toog.”

In juni 2004, wanneer Gilbert Bodart de club voor de vierde keer naar eerste loodst, barst de bom wanneer Eddy Vergeylen paginagroot in de kranten staat. ” I did it again!” René Menu probeert tevergeefs te bemiddelen. “Franklin wilde meer bevoegdheden, terwijl Eddy geen protocollaire voorzitter wilde zijn. ‘Eddy, je hebt al een verwittigingske gekregen, zou je het niet wat rustiger aan doen?’ Maar hij was er nog niet klaar voor.” In december 2004 stapt Sleuyter op. Menu: “Hij had de maanden ervoor nog om en bij de 25.000 euro aan de club gegeven en vroeg op de laatste vergadering dat bedrag terug. ‘Zouden jullie eens een cheque willen tekenen?’ Martine Lesaffre, de penningmeester, is op die vergadering in een klap vijf jaar verouderd…” (lacht)

Twee jaar later, in 2006, zet Vergeylen wél een stap opzij. Voor Yves Lejaeghere. “Wéér geen Oostendenaar”, lacht Menu. “Volckaert van Koolskamp, Vergeylen van Aalst, Lejaeghere uit Brugge. Yves zat in het pr-comité van Club Brugge, maar kreeg er geen kansen. En: hij droomde ervan voorzitter van een voetbalclub te worden.”

Lejaeghere is, net als Sleuyter, ambitieus, maar verstaat de kunst om iedereen – ook Eddy Vergeylen, die in juli 2006 erevoorzitter kan worden – in zijn waardigheid te laten. Hij laat Oostende weer dromen van eersteklassevoetbal. “Binnen drie tot vijf jaar, want we willen niet meteen terugvallen wegens een te klein budget”, aldus Lejaeghere, die de club tot een nv omvormt en de volgende jaren 95 procent van de aandelen in handen krijgt. René Menu: “Yves is naar KV Oostende gekomen uit ontgoocheling, maar nu is hij écht begaan met de club.” Zondagnamiddag, met een 1-0 tegen Eupen, vierde Lejaeghere zijn eerste promotie. Iets later dan voorspeld..

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content