De aanpak van de coach slaat aan in Averbode.

Vier speeldagen is de play-off ver en één ploeg is nog ongeslagen. Begonnen als zesde klom Group d’Arte Averbode dankzij die vier opeenvolgende zeges op tot de dichtste belager van de traditionele finalisten. Aan coach Herman Vleminckx de vraag wat het geheim is van Everbeur.

Herman Vleminckx: “Een belangrijk gegeven is dat er bij ons niets moet en alles kan. We kunnen elke wedstrijd ontspannen volleyballen. Daarnaast mag je niet vergeten dat we de twee favorieten thuis mochten bekampen. Een derde factor is onze spelverdeler. André Luis Eloi haalt een enorm rendement. Ik vind hem op dit moment de beste setter in België. Een andere kwaliteit die we bezitten, is dat we vaak uit verdediging kunnen scoren. We halen veel ballen van de grond, waarna we ook nog het punt pakken. Dat geeft een boost van zelfvertrouwen.”

Over dat tweede element maken andere clubs zich wel eens druk. Het vergt een aanpassing om in de zaal in Averbode te spelen.

“We moeten ernstig blijven: onze zaal is wat laag, maar niet lager dan in Puurs, Menen, Waasland of Halen. Tot vorig jaar volleybalde Maaseik ook in een donker kot. Wél een verschil is ons enthousiaste thuispubliek. Nergens vind je zulke fanatieke supporters.”

Averbode plaatste zich als laatste voor de play-off. Dan verwacht je niet meteen steile ambities. Zijn die er nu wel?

“Je moet nederig blijven en alles in zijn perspectief zien. We willen elke wedstrijd winnen. Maar we houden het voorlopig bij de voornaamste doelstelling die we bij aanvang van de play-off formuleerden, namelijk onze rangschikking verbeteren.”

Bij Guibertin betekende jouw ‘conflictaanpak’ je ontslag. Bij Averbode lijkt die wel aan te slaan?

” Régis Baudin en Petr Klar waren bij Guibertin kind aan huis bij het bestuur. Ze kregen altijd gelijk. Bij mij werkt het zo niet. Ik ga uit van conflicten, omdat sport per definitie conflictueus is. Wie daar niet tegen kan, moet in zijn zetel blijven zitten. Bij Averbode geven alle spelers zich wél elke training en elke wedstrijd voor honderd procent. We trainen nu intensiever en meer uren dan voor ik hier aankwam. Aanvankelijk was dat niet gemakkelijk en waren de resultaten wisselvallig. Maar de groep bleef zonder reserve achter onze op scoutinggegevens gebaseerde tactiek staan.”