Teamorders blijven een heikele materie in de F1.

Het zat er zondag in Hockenheim bovenarms op. Felipe Massa en Fernando Alonso reden in die volgorde aan de leiding, tot in de 48e ronde Ferrari ingreep. Teambaas Stefano Domenicali pakte de boordtelefoon en zei tegen Massa:”Fernando is sneller dan jij, kun je as-jeblieft bevestigen dat je dit bericht begrepen hebt.” Massa gaf geen kik, maar duwde driehonderd meter verder – uit de haarspeld komend – op de rem, zodat Alonso de leiding kon overnemen. Klus geklaard. Of toch bijna.

Teamorders of ingrepen die de onderlinge positie van twee auto’s in hetzelfde team beïnvloeden, waren er immers altijd in de F1. Soms zo subtiel (een pitstop die een zucht langer duurt, een mysterieus stuurfoutje) dat het publiek er weinig of niets van merkt. Alleen reed de ingreep van de teamleiding deze keer zo’n diepe deuk in het eergevoel van Massa, dat de Braziliaan het zeer demonstratief speelde. Niemand die ernaast kon kijken hoe hard hij remde om Alonso voorbij te laten. Natuurlijk was de verontwaardiging bij pers en publiek groot en kon de wedstrijdleiding niet anders dan ingrijpen. Ferrari kreeg een ‘duizelingwekkende’ boete van 100.000 dollar, maar aan de uitslag werd niet geraakt. Stonden er niet zo veel mensen op te kijken, dan hadden ze er bij Ferrari een fles champagne op geopend. Dat bedrag is welgeteld 0,038 procent van het jaarbudget van het Italiaanse team. Een habbekrats dus.

Met de vraag of teamorders wel of niet kunnen, valt een boek vol te debatteren. “Je berooft de toeschouwers die een duur ticket betaalden om een spannende race te zien”, zegt Eddie Jordan, vroeger teambaas en nu consultant bij de BBC. “Ja, maar stel dat Alonso straks vijf punten te kort komt om wereldkampioen te worden”, verdedigt Michael Schumacher de beslissing van zijn vroegere team.

De F1 zit inderdaad in dat eeuwige spanningsveld: enerzijds sport waarin individuen op asfalt uitmaken wie de beste is, anderzijds een handel met hoge commerciële belangen. Zo staat Alonso in het klassement een eind voor Massa en hoestte de Spaanse bank Santander niet minder dan 300 miljoen euro op om drie jaar lang hoofdsponsor van Ferrari te worden. Uiteraard niet met Felipe Massa als uithangbord. Anderzijds en los daarvan is het reglement duidelijk: artikel 39.1 verbiedt iedere ingreep die de uitslag van de race beïnvloedt. En bij een overtreding van het reglement hoort een sanctie. Alleen: een boete die naar F1-normen niets voorstelt, wellicht ingefluisterd door de hoge commerciële belangen, is niet meteen het juiste signaal als je deelnemers aan een kampioenschap tot de orde wilt roepen.

Misschien was het wel David Coult-hard die de meest wijze woorden sprak: “Schaf dat verbod op teamorders gewoon af. Het levert toch maar een hoop onzin op, zoals teams die codetaal gebruiken en het zo subtiel spelen dat je niets kunt bewijzen.” Maar in dat laatste slaagde Ferrari afgelopen zondag duidelijk niet.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content