De kloeke Ardense doelman heeft al heel wat watertjes doorzwommen. Zal zijn ruime ervaring op zijn 29e eindelijk lonen? ‘Bij Cercle ben ik in een andere wereld terechtgekomen.’

In Knokke liggen de schonen te bakken in de zon. Juli verglijdt stilaan in augustus. Aan de winkelramen en op place m’as-tu vu is het een komen en gaan. Op het terras van Café du Nord, vlak bij het stadhuis, nipt Olivier Werner van zijn koffie, in het gezelschap van zijn charmante echtgenote. Een mooi Belgisch koppel. Zij werd geboren in Limburg, niet ver van de Genkse Cristal Arena. De roots van Werner liggen in Stoumont, dicht bij Spa, de Parel van de Ardennen.

De Waal praat vlot Nederlands en de Limburgse drukt zich goed uit in het Frans. Zij gaf haar carrière als airhostess op lange vluchten op om voor haar gezin te zorgen. “Op het einde van mijn carrière installeren we ons in mijn geboortestreek”, zegt Werner. “We hebben er een lap grond waarop we een huis willen bouwen. Wielrenner Greg Van Avermaet woont daar niet ver vandaan. Hij is verliefd geworden op die prachtige en rustige Ardennen, ver van het stadsgewoel. Ik kan hem begrijpen.”

Interesse van Anderlecht

Werner lacht breeduit. Hij voelt zich prima bij Cercle na de diepe ontgoocheling die hij met Mons meemaakte. In januari informeerde Anderlecht naar hem. Zijn profiel interesseerde paars-wit, dat op zoek was naar een doublure voor Silvio Proto: een jongen die betrouwbaar was en rustiger dan Thomas Kaminski, die op eigen vleugels wil vliegen.

“Als Anderlecht interesse toont, doet dat natuurlijk plezier. Dat betekende veel voor mij in die moeilijke momenten bij Mons. Maar uiteindelijk ging de zaak niet door en enkele maanden later kreeg ik een aanbod van Cercle, dat perfect in mijn ambitie en carrièreplannen paste. Als je 29 bent, wil je vooral spelen.”

Nochtans was Anderlecht een interessante financiële optie geweest, een appeltje voor de dorst zoals onder meer Jan Van Steenbergen of Zvonko Milojevic dat vergaarden. Die waren minder ambitieus dan een Kaminski, of dan Ranko Stojic, die de oorlog verklaarde aan Aad de Mos toen die voor Filip De Wilde koos. Werner beleefde links en rechts ook wel een heikel moment, maar hij klom nooit op de barricaden.

“Met Cercle ging alles heel snel. Ik maakte een sportieve keuze voor een traditieclub die me het vertrouwen schonk.” Werner ontmoet er Erik Deleu, de doelmannentrainer van Cercle. Het ‘kleine Brugge’ kampt al geruime tijd met een probleem: het gebrek aan lengte, gewicht en ervaring in doel. Werner heeft al een en ander meegemaakt en weegt 96 kilo voor 1,91 meter. Een kolos die heerst in de lucht. Voor hij tekende, sprak hij in een Brussels hotel drie uur lang met Lorenzo Staelens.

Wat betreft zijn gewicht – het hoogste van alle keepers in eerste – wil hij toch even preciseren: “Qua vetpercentage behoor ik net bij de beteren van onze kern! Ik ben prof, ik verzorg me, let op mijn eten. Er zijn er die minder wegen dan ik maar meer vet hebben.” Hij zegt het rustig. De Ardennees is als kind in de ketel gevallen met toverdrank van de kabouters die in Stoumont hun drinkbussen vullen met het natuurlijk sprankelende water van Bru.

Stabiele club

“De geschiedenis van Cercle interesseert me. De club ging van start in 1899, dus 115 jaar geleden. Het is een stabiele club. Men zet er geen grote mond op, maar men heeft er al mooie dingen gerealiseerd, vooral dan in de beker. Veel spelers gaven bij Cercle hun carrière een boost of een nieuwe start. De werkomstandigheden zijn er ideaal. Er zit veel talent in de kern, zoals Gent mocht ondervinden op de eerste speeldag. Nochtans gaven de Buffalo’s tijdens elke transfercampagne fortuinen uit.” Cercle doet dat niet, dat is bekend. Elke euro wordt vijf keer omgedraaid voor hij wordt uitgegeven.

Werner werd over de streep getrokken door het discours en het project van Staelens. Maar kan Cercle, gezien het competitiesysteem, op meer aanspraak maken dan een strijd om het behoud? De vraag irriteert hem, hebben kleine clubs dan niet evenveel verdiensten als topclubs? Waarom steekt men nooit de loftrompet over clubs die de handen uit de mouwen steken? “Kijk, ik beweer dat Cercle het op een dag even goed zal doen als Lokeren of Zulte Waregem. Twee jaar geleden speelde het nog de bekerfinale. Dat was geen toeval: er zit veel kwaliteit in deze club. Staelens weet waar hij naartoe wil met deze kern, waar ervaring, jeugd, goesting, realisme en organisatie in zit.”

Werner is naar Brugge getrokken om zijn nieuwe ploegmaats een handje toe te steken, maar ook om zelf te herstellen na alle tegenslagen bij Mons. Na twee goeie seizoenen werden de Henegouwers verteerd door interne twijfel, een gebrek aan samenhang en geldgebrek, waardoor het bestuur de ploeg te laat versterkte. Werner maakte het feuilleton van de Bergense neergang mee. Zelfs iemand met een heel sterk karakter gaat dan ten onder. Werner was een hele tijd geblesseerd en blijft liever positief: “Ik heb ook heel fijne momenten meegemaakt bij Mons. Maar gaandeweg maakte de vriendschap plaats voor individuele belangen. Het voetbalwereldje zit raar in elkaar. Er gaat veel geld om en een carrière kan kort zijn. Als het slecht gaat, kan een goeie kleedkamer het schip nog keren, ook in zwaar weer. Veel valt er niet over te zeggen: de versterkingen kwamen véél te laat. Daardoor kon Enzo Scifo de problemen ook niet meer oplossen. Cedo Janevski evenmin. Niemand had dat gekund. Ik vond dat bijzonder jammer en ik hoop dat Mons snel weer in eerste geraakt.”

Italiaanse clown

Werner heeft nog wel delicate dingen beleefd in een loopbaan die begon bij Standard. “Standard vormt natuurlijk een uitstekende leerschool als je jong bent. In mijn tijd werd de jeugd al geleid door Christophe Dessy en Michel Preud’homme was technisch directeur. In 2004 werd ik uitgeleend aan Mons, maar het is twee jaar later, bij Virton in tweede klasse, dat het voor mij écht begonnen is.”

Nadat zijn carrière in de Gaume van start is gegaan, stalt Standard hem bij KV Mechelen. “Als jeugdspeler van Standard was ik vertrouwd met een warmbloedige ambiance en in Mechelen ontdekte ik eveneens een fantastisch publiek. Zo’n verbondenheid in een stadion, dat is zeldzaam. Ik heb mijn steentje bijgedragen aan de promotie naar eerste klasse. Het bestuur was tevreden en wou dat ik bleef. Ik moest alleen nog mijn handtekening zetten. Maar op het laatste moment verzette Peter Maes zich. Ik begreep daar niks van. Ik ben vertrokken en KV haalde een of andere doelman uit de Balkan. Geen goed idee, lijkt me, want nadien haalden ze in allerijl Olivier Renard binnen.”

Werner trok naar FC Brussels, een seizoen in eerste (2007/08), nadien nog twee in tweede klasse. Hij moet lachen: “Ik heb heel wat rare kerels meegemaakt, maar Johan Vermeersch spande toch de kroon. Hij deed altijd zijn eigen zin en uiteindelijk is hij met zijn kop tegen de muur gelopen. Hij heeft mijn carrière afgeremd. In tweede klasse kreeg ik interessante aanbiedingen, maar uit winstbejag blokte Vermeersch die allemaal af.”

En daar houdt het niet op voor de Ardennees. In 2010 gaat hij weer dichter bij huis voetballen, in Eupen. En net op het moment dat hij denkt alles meegemaakt te hebben, komt daar nog een aap uit de mouw. Eupen wordt geregeerd door Antonio Imborgia. De Italiaanse investeerder zet er zijn spelers neer. Hij maakt echter twee fouten: na de promotie wordt Danny Ost te snel ontslagen en bovendien vervangt Imborgia hem door een echte clown: Ezio Capuano. “Achteraf bekeken ben ik ervan overtuigd dat Eupen zich gered zou hebben zonder dat rampzalige seizoenbegin. Albert Cartier kwam te laat. Dat is de beste coach die ik ooit gehad heb, maar hij kwam helaas terecht in een club die in volle crisis zat. Hij weet echt geweldig met mensen om te gaan, met hem wezen alle neuzen weer in dezelfde richting. Ei zo na wisten we ons te redden. Toen het niet meer boterde tussen Eupen en Cartier is Ost teruggekomen. Jammer voor Cartier dat het zo gelopen is, maar hij heeft nadien zijn kwaliteiten bewezen door Metz van National naar de Ligue 1 te brengen.”

Altijd Ardennees

Zijn verschillende bazen en tegenslagen hebben Werner veranderd. “Ik ben niet de enige die rijper geworden is in Eupen, dat geldt ook voor Milicevic, Iandoli, Zukanovic en anderen… Wanneer je zo’n regime meemaakt, kun je ertegen voor de rest van je carrière. Ik heb dat allemaal omgezet in nuttige bagage, zowel voor mij als voor Cercle. Hier ben ik in een andere wereld terechtgekomen: hier is zekerheid, hier is men het gewend om in eerste klasse te blijven, wat niet het geval was bij Brussels, Eupen of zelfs Mons, dat alle drie jaar degradeert. Aan die stabiliteit had ik nood.”

Werner heeft duidelijk rust en ambitie gevonden in Brugge en Knokke. Wat als hij op een dag zou moeten kiezen tussen de kust en de Ardennen? “Ik ben gelukkig hier aan zee. Ik blijf hier zolang mijn carrière duurt, er valt nog veel te ontdekken. Maar een Ardennees blijft een Ardennees…” Zijn vrouw knikt glimlachend. Uiteindelijk heeft nog nooit iemand een everzwijn gezien op het strand van Knokke. ?

DOOR PIERRE BILIC – BEELDEN BELGAIMAGE

“Scifo en Janevski konden de problemen bij Mons niet oplossen, maar niemand had dat gekund.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content