Van de 1000 bezoekersplaatsen op Genk zal komend weekend iets meer dan een kwart ingenomen worden door Limburgse supporters van de Rouches. Standard heeft nog steeds een ruime aanhang in Limburg. Eén op vijf abonnees op Sclessin (4000 van de 20.000) komt uit die provincie en zit in één van de vijf Limburgse supportersclubs. Sinds vorig jaar verdrong de supportersclub uit Bilzen en Neeroeteren die uit Tienen als grootste van de 14 Vlaamse fanclubs van de Rouches (tegenover 52 langs Waalse kant). Zelfs West-Vlaanderen heeft een supportersclub met 130 leden en 50 abonnees op Sclessin. Voorzitter Patrick Tanghe, een uitgeweken Limburger, mocht de afgelopen maanden dertien nieuwe abonnees verwelkomen en heeft voor volgend seizoen een grotere bus nodig.
Luc Martens van Het Belang van Limburg schat dat het aantal Limburgse fans nauwelijks verminderd is sinds de tijd dat Erik Gerets bij Standard voetbalde en zes van de elf basisspelers uit Limburg kwamen. “De meesten zijn blijven hangen toen Standard wegzakte, vooral uit de Maaskant, Sint-Truiden en Tongeren. Genk heeft wel heel Midden-Limburg ingepikt, maar de opkomst van Genk heeft Standard nauwelijks supporters gekost. Ik heb Limburgers wel eens gevraagd waarom ze Standard trouw bleven toen Genk opkwam: Sclessin heeft blijkbaar iets magisch. Wel rekruteert Standard amper nog jeugdspelers uit Limburg: Genk en PSV beheersen die markt.”
Voor de oudere Limburgers was Luik niet alleen de stad waar ze voetbal keken, maar ook waar ze werkten en inkopen deden. De Limburgse jongeren herinneren zich nauwelijks dat hun provincie voorheen deel uitmaakte van het prinsbisdom Luik en voor de meeste faciliteiten op Luik afgestemd was. Tegenwoordig is Hasselt Luik voorbijgestoken als inkoopstad, zeker voor Limburgers. Maar van een communautaire kloof is op Sclessin geen sprake, zegt Luc Martens: “Standard is een voorbeeld van het vreedzaam samenleven van de twee taalgemeenschappen. Het is de club waar Voerens burgemeester Huub Broers op dezelfde tribune zit als José Happart.”
Marc Fraussen, voorzitter van de supportersclub van Standard uit Lanaken, gaat al naar Standard sinds 1979: de schuld van zijn vader en van Erik Gerets, toen het boegbeeld uit zijn geboortestreek. Ook hij kent nauwelijks overlopers richting Genk en moet sinds een jaar of twee mensen weigeren omdat de bus vol zit. “Genk is commercie, Standard ademt voetbal uit. Een Standardsupporter wil voor alles strijd zien, de spelers moeten hun trui nat maken. We zijn gehard door tegenslagen: dat schept een band.”
GEERT FOUTRé
