De 18-jarige spits Landry Dimata verwees de gerenommeerde concurrentie bij KV Oostende naar de bank. Een kennismaking met de nuchtere maar zelfverzekerde Belgische belofte.

De zon brandt op deze stralende woensdag en het mooie weer heeft heel wat mensen richting kust gelokt. De files op de E40 in de maand augustus zijn dan ook een klassieker. Landry Dimata is evenwel wel tijdig op de afspraak. ‘Dat is het voordeel van geen rijbewijs te hebben’, merkt de aanvaller van KV Oostende met een kwinkslag op. Een punt voor hem, en hij zal er nog maken in het ruim een uur durende gesprek dat volgt. Dimata is niet langer een onbekende in het Belgische voetbal – dat bewijst zijn oproeping voor de ruime voorselectie van de Beloften met het oog op de EK-kwalificatiewedstrijden in september – maar zijn nieuwe status doet hem niet zweven. Vaak met een glimlach, altijd met de geamuseerde blik die de gemoedsrust van de 18-jarige spits verraadt, beantwoordt hij de vragen.

Een jaar geleden kwam jouw naam voor in een voorstelling van de typeploeg van de Rode Duivels in 2024. In dit magazine kreeg je onlangs een plaatsje bij de tien onontdekte talenten die straks de competitie kunnen kruiden. Zorgt al het goede dat over jou verteld wordt voor extra druk?

LANDRY DIMATA: ‘Bij het grote publiek ben ik nog niet zo bekend, ik voel dus niet bepaald druk wanneer ik voetbal. Ik denk trouwens dat ik in alle omstandigheden redelijk zen ben. De kranten lees ik zelden, maar ik moet toegeven dat het wel leuk was om te zien dat ik bij de potentiële Rode Duivels in 2024 geciteerd werd.’

Je bent momenteel aanvaller nummer één voor Yves Vanderhaeghe. Je verwijst mannen als Cyriac en Akpala naar de bank. Dat flatteert ongetwijfeld, maar je weet allicht ook dat je je weinig fouten kunt veroorloven omdat ze achter jou staan te drummen om je plaats in te nemen.

DIMATA: ‘Momenteel geniet ik inderdaad de status van titularis. Maar eerlijk, ik ben blij dat ik met dergelijke spelers mag trainen. Ik kan profiteren van hun ervaring, ze geven me tips hoe ik het beter kan doen. Ondanks de evidente concurrentie die er tussen ons bestaat, is de sfeer opperbest.’

GROTE JONGEN IN HUIS

Had je vooraf gedacht zo snel in de basis te staan?

DIMATA: (trekt grote ogen) ‘Ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik het niet heel vreemd vind om basisspeler te zijn. Toen ik hier aankwam, was ik al supertevreden dat ik meemaakte wat bij Standard niet kon, namelijk elke dag trainen met de A-kern en af en toe speelminuten vergaren. Ongetwijfeld zal het grote aantal doelpunten dat ik maakte tijdens de voorbereiding (zeven, nvdr) een belangrijke rol hebben gespeeld toen de trainer zijn keuze maakte. Maar ik weet natuurlijk dat niets definitief is. Het is niet omdat ik het seizoen gestart ben dat ik ook op het einde nog in de basis zal staan.’

Je scoorde inderdaad vlot tijdens de voorbereiding, maar in de eerste competitiewedstrijden bleef je droog staan. Bezorgt dat je stress?

DIMATA: ‘Dat heeft niets met een gebrek aan inzet te maken, hé. Samen met mijn familie analyseer ik al mijn wedstrijden. Dan kijken we hoe ik me nog kan verbeteren, vooral qua positiespel. Als ik tijd heb, ga ik ook nog op mijn eentje bijtrainen in de voetbalacademie die ik samen met enkele vrienden heb opgericht (de Godson Management Academy, nvdr). Ik trek me er niet te veel van aan dat scoren niet lukte die eerste wedstrijden. Zodra die eerste goal valt, loopt het allemaal wel los. Daar heb ik vertrouwen in. Bovendien ben ik geen echte nummer 9. Van opleiding ben ik eerder een linkerflankaanvaller. Ik ben een speler die van de bal houdt en die graag in het samenspel betrokken wordt.’

Weinig spelers van jouw leeftijd komen zo sereen over als jij. Komt dat doordat je al veel hebt meegemaakt voor een adolescent van 18 jaar?

DIMATA: ‘Ik ben geboren in Congo, maar toen ik een jaar oud was, verhuisde ik al naar België. Ik heb dus geen enkele herinnering aan mijn geboorteland en ik ben er ook nog niet naar teruggekeerd. Ik ben in België opgegroeid en heb hier leren voetballen. Het klopt wel dat ik al bij behoorlijk wat clubs heb gespeeld. Ik ben op mijn zesde, zevende begonnen bij Saint-Michel in Brussel. Daarna voetbalde ik bij White Star, vervolgens bij FC Brussels en op mijn vijftiende verhuisde ik naar RAEC Mons.’

Je verbleef in Bergen in een internaat, ver van je familie. Begreep je op dat ogenblik dat voetbal niet gewoon een spel zou blijven?

DIMATA: ‘Daar begon ik alles anders te bekijken, ja. Ik moest leren mijn zaken zelf te beredderen. Anderzijds had ik thuis vier kleine zusjes en werd ik er ook als ‘de grote jongen in huis’ beschouwd. Het allermoeilijkste was trouwens niet om alleen te zijn, maar om mijn vier zusjes zonder hun grote broer achter te laten. Maar ik had hen niet definitief achtergelaten (lacht), want ik kwam elk weekend naar huis.’

STINKENDE BEST

In 2014 ging Mons failliet en was je genoodzaakt om andermaal andere oorden op te zoeken. Je was toen 16 jaar, was het moeilijk om op die jonge leeftijd opnieuw van omgeving te veranderen?

DIMATA: ‘Omdat ik toen bij Standard terechtkwam, bedoel je? (lacht) Neen, serieus, ik kon bij een aantal clubs terecht, maar opteerde uiteindelijk voor Standard. Het gesprek met het bestuur beviel me en ik kon er verder les volgen in het Franstalig onderwijs. Dat vond ik wel aangenaam, ook al spreek ik behoorlijk goed Nederlands. Er waren dus verschillende factoren waarom ik inging op de aanbieding van Standard.’

Twee jaar later zit je bij Oostende na een moeizaam afscheid van Standard. Heeft het jou geërgerd hoe je vorig seizoen in Luik behandeld werd, terwijl veel andere jongeren wel hun kans kregen in het eerste elftal?

DIMATA: ‘Het is altijd een grote ontgoocheling en een frustratie als je weet dat je op het terrein doet wat je moet doen. Zowel op winterstage met Standard als met de nationale U18, waarbij ik trouwens tot beste speler werd uitgeroepen op een toernooi in Zuid-Korea in mei vorig jaar, deed ik mijn stinkende best, maar ik werd daar niet voor beloond. Ik vind dat bizar. Ze hebben er met mij ook nooit over gecommuniceerd en dat begrijp ik al helemaal niet.’

Er heeft jou dus niemand gezegd waarom je na de winterstage met de A-kern opnieuw moest aansluiten bij de beloften?

DIMATA: ‘Neen, bij Standard krijg je daarover geen uitleg. Je kunt het daar alleen maar vaststellen. Je behoort niet meer tot de A-kern en dat is het dan… Niemand komt je vertellen waarom dat zo is. Ik heb bijvoorbeeld nooit een gesprek gehad met Yannick Ferrera. Dat is toch verrassend als je het uitstekend gedaan hebt op stage en veel gescoord hebt, niet? Tijdens play-off 2 kregen verscheidene jongeren speeltijd, maar ik bleef op mijn honger zitten.’

Nam je daarom het besluit om de club te verlaten?

DIMATA: ‘Sinds januari vernam ik dat een aantal clubs geïnteresseerd was in mij nadat ze mijn prestaties bij de nationale U18 hadden gezien. Maar goed, ik ben een werker. Ondanks de klappen die ik kreeg, bleef ik hard trainen onder het motto: op een dag zal al dat werk lonen. Dat gebeurde ook, want uiteindelijk deed Standard me toch nog een serieus contractvoorstel. Maar na hoeveel tijd? Ik heb te lang moeten wachten vooraleer iets terug te krijgen voor mijn noeste trainingsarbeid. In mijn hoofd was het te laat. Ik wilde andere lucht opsnuiven. Met mijn hand op het hart: ik had nog geen akkoord met een andere club. Standard verlaten was een principekwestie geworden.’

BESTUURSKAMER

In het hedendaagse voetbal spelen spelersmakelaars een belangrijke rol bij transfers. Heeft het feit dat je samenwerkt met Didier Frenay een mogelijk contract bij Standard niet moeilijker gemaakt?

DIMATA: (glimlacht) ‘Iedereen weet ondertussen wel hoe het bij Standard werkt, zeker? Ik heb veel respect voor Standard, voor de coach en de trainersstaf. Maar over de rest, hoe het er boven in de bestuurskamer aan toegaat, treed ik liever niet in detail. Ik weet dat Daniel Van Buyten mij hoog had zitten en dat hij verandering wilde binnen mijn entourage. Ik zag daar echter het nut niet van in, want ik heb wat dat betreft geen klachten. Nadat ik dat duidelijk had gemaakt, hebben we niet meer verder gepraat.’

Ondanks alles heb je nog contact met sommige mensen bij Standard.

DIMATA: ‘Ja, natuurlijk. Ik kom heel goed overeen met Réginal Goreux, ik beschouw hem een beetje als een grote broer. Hij is heel blij voor mij dat ik nu mijn kans krijg bij Oostende en hij heeft me ook al gefeliciteerd met mijn prestaties. Ook met Ludo (Ludovic Depreter, nvdr), de kinesist, had ik een uitstekende relatie. Ook hem heb ik nog gesproken sinds ik vertrokken ben bij Standard.’

Terwijl veel van jouw generatiegenoten ervoor opteerden om in het buitenland ervaring op te doen, tekende jij bij KV Oostende. Vanwaar die keuze?

DIMATA: ‘Er was interesse en er waren zelfs concrete voorstellen van buitenlandse clubs, waaronder Monaco, Wolfsburg en Hamburg, maar mijn entourage raadde me aan om in België te blijven. Het probleem voor jongeren die bij dergelijke ploegen terechtkomen, is dat ze soms de indruk krijgen dat ze in Disneyland zijn. Ik wilde niet dat me dat overkwam. Ik houd mijn voeten graag op de grond en in samenspraak met Didier (Frenay, nvdr) nam ik de verstandigste beslissing. Oostende schonk me bovendien meteen het nodige vertrouwen. Het seizoensbegin geeft me alleszins geen ongelijk. Ik denk echt dat we hier iets moois kunnen presteren dit jaar.’

CHRISTIAN BENTEKE

Youri Tielemans, net als jij geboren in 1997, is al drie jaar basisspeler bij Anderlecht. Wat denk je dan: hij is uitzonderlijk getalenteerd, of: ik heb te veel tijd verloren bij Standard?

DIMATA: ‘Toen ik bij Brussels zat, speelde ik al eens tegen Youri. Hij is een voetballer die altijd een actie meer kan maken dan een ander, in elk geval in vergelijking met andere spelers van onze leeftijd. Ik begrijp dan ook volledig waarom hij er sneller stond dan ik. Hij heeft ook het geluk gehad bij een club te zitten die in hem gelooft, terwijl wij moesten vechten om er te komen. Het zijn verschillende trajecten, maar het lijdt geen twijfel dat hij een uitstekende voetballer is die het verdient om op dat niveau te spelen. Nu, persoonlijk vind ik niet dat ik tijd verloren heb bij Standard. Met Patrick Van Kets als coach heb ik enorm veel opgestoken en de generatie van ’97 bij Standard was iets speciaals. Bij de U19 verloren we amper twee keer en bij de U21 wonnen we ook bijna al onze wedstrijden. Kortom, we beschikten echt over een fantastische ploeg.’

Als Standard morgen voorstelt om terug te komen met de belofte dat de generatie van ’97 haar kans krijgt, wat zou dan je reactie zijn?

DIMATA: ‘Over zo’n voorstel zal ik heel hard moeten nadenken. Ik heb geen club van mijn hart, niet in Brussel en niet elders. Alleen van Manchester United ben ik al mijn hele leven supporter. Verder heb ik geen voorkeur.’

Sommige mensen vergelijken jou met Christian Benteke, die ook een moeilijke tijd beleefde bij Standard. Wat vind jij van die vergelijking?

DIMATA: ‘Als de mensen die vergelijking maken, dan is dat niet slecht voor mij… We spreken toch over een Belgische international die in de Premier League voetbalt. Eerlijk gezegd zie ik weinig gelijkenissen tussen Benteke en mezelf, maar als ik erin slaag om dezelfde carrière uit te bouwen, dan zeg ik niet neen!’

DOOR MARTIN GRIMBERGHS – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Het probleem voor jongeren die in het buitenland terechtkomen, is dat ze soms de indruk krijgen dat ze in Disneyland zijn.’ – LANDRY DIMATA

‘Bij Standard krijg je geen uitleg. Je behoort niet meer tot de A-kern en dat is het dan…’ – LANDRY DIMATA

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content