Kampioenenmaker Chris Finch stoomt zich met Bree klaar voor de basketcompetitie die binnen anderhalve week begint. Het wordt voor de Limburgse club een druk seizoen.

Niet Charleroi of niet Oostende veroverde vorig seizoen de Belgische landstitel. Het was het vernieuwde Bree – vooraf zelfs nergens getipt als kandidaat voor de play-offs – dat vriend en vijand verbaasde met snel, attractief én lonend basketbal. Architect van dit alles : de amper 35-jarige Chris Finch. Een Amerikaanse coach die tijdens de jaren 90 bij de Sheffield Sharks in Engeland naam maakte, nadien in het Duitse Giessen zijn geluk beproefde en vervolgens als nobele onbekende de Belgische competitie binnen denderde.

Finch is een charmante kerel, verzorgd voorkomen, witte tandpastalach, spontaan en blinkend in maatpak coachend langs de zijlijn. De Amerikaanse stijl, wordt gezegd. Beetje vergelijkbaar met Aaron McCarthy bij Oostende vijf jaar geleden. Maar Finch houdt niet zo van dat label. “Amerikaans wordt te vaak geassocieerd met luiheid”, verklaart hij zijn irritatie. “Losser, akkoord, maar wij werken niet minder dan onze Europese collega’s. Natuurlijk zijn er Amerikanen die in Europa de toerist komen uithangen, maar zo lopen er van elke nationaliteit rond. Ik denk niet dat ik kan bestempeld worden als een flashy coach die hier elke dag golf speelt. Ik heb mijn golfclubs niet eens meegebracht naar Europa ( lacht).”

Je hebt tijdens de zomermaanden tijd gehad om het voorbije seizoen te laten bezinken, hoe kijk je terug op dat succesjaar ?

Chris Finch : “Alles begon te lopen eens we er als ploeg achterkwamen wie we waren. Het vertrouwen groeide en de prestaties verbeterden naarmate het seizoen vorderde. In het begin had ik wel wat tijd nodig om me in de Belgische competitie in te werken. Ik moest de spelers mijn filosofie proberen te verkopen. De start was niet geslaagd en ik vond dat daar net iets te veel paniek rond werd gezaaid. We zaten immers met een nieuwe coach, dus een nieuw systeem en dan nog eens twee basisspelers ( Yves Dupont en Herbert Baert, nvdr) die met de nationale ploeg op stage waren. Het vergde gewoon tijd.”

Je twijfelde nooit aan je aanpak ?

“Niet echt. Want als je zelf niet gelooft in je aanpak, waarom zouden de spelers dat dan doen ? Je moet wel flexibel proberen te zijn. Ik vertrek altijd vanuit dezelfde filosofie : eerst een strakke verdediging op poten zetten, gebaseerd op man to man defense en veel druk op de tegenstander. Van daaruit tracht je meer snelheid in je spel te leggen. Voor onze half-courtaanvallen laat ik veel vrijheid aan mijn spelers, zij kiezen welk systeem ze hanteren. Ik vertrouw op de beslissingen van de spelers. Daarvoor heb je a) slimme spelers nodig en b) spelers die zich willen opofferen voor een ander. Door veel verantwoordelijkheid aan mijn spelers te laten, zorg ik ervoor dat we onvoorspelbaar blijven voor de tegenstander. Het enige wat ik van mijn spelers verlang, is dat ze beslist zijn in hun keuze. Want als je aarzelt, doe je je ploegmaats twijfelen. Daarom is Travis Conlan zo belangrijk : hij ziet het spel al voor het zich ontvouwt.”

Wat is het eerste dat je probeert te doen wanneer je als nieuwe coach in een club komt ?

“Ik probeer de persoonlijke agenda’s van mijn spelers weg te werken. Regel nummer één in al onze aanvalspatronen is : doe iets voor een ander ! Statistieken en rolpatronen zijn niet aan mij besteed, die zaken wijzen zich vanzelf uit. Iedereen is gelijk, maar eigenlijk ook weer niet. Binnen ons systeem van gelijkheid weet de groep dat iemand als Yves net iets méér gelijk is ( lachje).”

Ben je een strenge coach ?

“Dat denk ik niet. Ik kan veeleisend zijn, maar ik wil mijn spelers behandelen als volwassenen, niet als kleine jongens. Mijn persoonlijke stijl is misschien wat sarcastisch, licht humoristisch en soms opvliegend, maar ik geef mijn spelers veel vrijheid en verantwoordelijkheid.”

Je komt goed overeen met spelverdeler Travis Conlan, je zou hem zelfs een persoonlijke vriend kunnen noemen. Is dat niet belemmerend voor je functie als coach ?

Brian Lynch is ook een vriend. Ik vertrouw erop dat ik daarin honderd procent professioneel ben. Het is nu eenmaal zo dat we eenzelfde (culturele) achtergrond delen, dat schept een band. Johan ( Roijakkers, assistent-trainer, nvdr) vond in het begin dat ik te dicht bij sommige spelers stond. Op het einde van het seizoen stond Johan ook veel meer tussen de spelers dan erboven en daardoor werd zijn voldoening op het werk groter. Mijn visie is : dit is mijn leven en mijn job, dan wil ik kunnen werken met mensen die ik graag mag. Yves Dupont en Herbert Baert zijn mensen met wie ik mijn tijd wil delen. Maar je moet niet denken dat ik te gezellig doe met mijn spelersgroep, ik kan behoorlijk humeurig zijn. Ik bedoel alleen : als mijn spelers mij bellen om een hapje te gaan eten, dan ga ik niet weigeren louter omdat ik de coach ben en mijn afstand moet bewaren.”

Wat was jouw rol in het sterke seizoen van Yves Dupont, bekroond als Speler van het Jaar ?

“Toen ik naar Bree kwam, was ik erg opgetogen over het feit dat ik eindelijk eens de kans kreeg om met een échte big guy te werken die bovendien over fantastische kwaliteiten beschikte. Maar ik kende ook Yves’ zwakke punten : dat hij zich soms verstopte in een wedstrijd en weinig agressief was. Ik vond het belangrijk hem meteen duidelijk te maken dat Bree nergens zou komen als hij niet dat stapje naar voren deed. Onze verdienste is dat we Yves konden omringen met de juiste mensen. Yves is een grote teddybeer, stil en schuchter. Brian en Travis zijn mannen die wel graag de spotlights opzoeken, maar het zijn gasten die hun ploegmaats mee op het podium sleuren. Yves heeft dat nodig.”

Coaching is voor vijftig procent psychologie. Waar haal jij die vandaan ? Literatuur of stoel je op je eigen ervaringen ?

“Ik lees veel. Alleen non-fictie. Boeken van andere coaches, maar dan eerder functionele zaken, hoe ze hun trainingen organiseren en van die dingen. Zoals het gezegde luidt : hoe meer je leest, des te beter ga je schrijven. Ik word een betere coach door veel te lezen. Geschiedenis- en survivalboeken bijvoorbeeld. Zoals Into Thin Air van Jon Krakauer, over een ongeval op de Mount Everest. Of Shackletons van Leonard Bickel, over een Britse ontdekkingsreiziger die naar de zuidpool trok.”

Koester je bepaalde voorbeelden of inspiratiebronnen ?

“Mijn inspiratiebron als coach is absoluut Bobby Knight, een legende in het collegebasketbal. Niet zozeer voor zijn vurige persoonlijkheid, maar voor zijn genialiteit in het creëren van flexibele systemen. Wij gebruiken er daar veel van bij Bree. In de NBA houd ik wel van Larry Brown. Ik heb ook dingen gelezen van Phil Jackson, een fantastische motivator. Want hoe motiveer je in godsnaam spelers die multimiljonair zijn ? ! Sommigen hebben daar aanleg voor, anderen niet. Elke coach denkt wel dat hij een uitstekende motivator is. Het breekt of maakt je. Ik ken veel coaches die tactisch enorm sterk zijn, maar die de verkeerde spelers aanwerven. Je kunt verliefd worden op de kwaliteiten van een speler, maar je moet vooral zien of hij wel in je concept past. Een team is als een puzzel.”

Met welke strategie ga je het nieuwe seizoen in ?

“De basis zal niet veranderen. Wanneer de belangrijke afspraken eraan komen, verras je toch niemand meer. Zeker in een competitiesysteem waarbij je vier keer tegen elke club speelt. Het komt erop aan om tegen elke tegenstander kleine specifieke aanpassingen door te voeren. We haalden enkele nieuwe spelers in. Julius Jenkins en Nate Reinking voor de guardpositie, Odell Hodge onder de borden en ook Roger Huggins beschouw ik als een nieuwe speler. Hij kwam ons vorig seizoen al versterken voor de play-offs en hielp ons – door zijn professionalisme – aan de titel. Maar eigenlijk kon hij nog beter. Momenteel vind ik dat Huggins en Dupont te respectvol zijn voor elkaar, soms kunnen twee te vriendelijke gasten even inefficiënt zijn als twee zelfzuchtige gasten. Dupont moet nog meer beseffen dat Bree zijn team is, hij moet dat opeisen. Terwijl Roger moet leren dat hij niet enkel naar Yves moet zoeken. Hun samenwerking wordt heel bepalend voor de komende campagne.”

Vorig seizoen speelde Bree niet Europees en werd het snel uitgeschakeld in de Belgische beker. Jullie moesten je enkel concentreren op de competitie. Dat wordt dit jaar anders.

“We wilden absoluut Europees basketbal halen, dan moeten we daar nu dus niet over zagen. Ik heb mijn spelers al duidelijk ingepeperd dat ze die zware kalender niet als excuus moeten inroepen. Als we wedstrijden verliezen, zal dat niet door ons reisschema zijn. Ik wil ook geen prioriteiten stellen voor het seizoen, want dan kom je vroeg of laat in de problemen. Ga je de Europese duels belangrijker maken, dan riskeer je een offday tegen een mindere Belgische tegenstander. Ga je de competitie belangrijker maken dan geef je de spelers een excuus om Europees minder te presteren. Voor mij gaat het niet zozeer over het aantal wedstrijden, het zal er eerder op aankomen hoe we de tijd invullen tussen die wedstrijden.”

Een nieuwigheid voor dit seizoen is dat elke ploeg verplicht vier Belgen op het wedstrijdblad moet zetten. Gaat dat iets veranderen ?

“Ik denk niet dat het een impact zal hebben. Ik vind het geen slechte regel, mijn bezwaar is alleen dat men met een beschuldigende vinger naar de professionele clubs wijst, terwijl het niet enkel hun fout is. Het is de fout van het systeem, want een goede speler speelt altijd. Ongeacht zijn nationaliteit. Ik denk dat het eerder een structureel probleem is. Ik zou bijvoorbeeld voorkomen dat er zoveel oudere spelers in de tweede klasse spelen. De tweede klasse moet je juist vrijhouden als ontwikkelingspool voor de jongeren.”

Wat gezegd van de relatie tussen je sterspeler Brian Lynch en tennisvedette Kim Clijsters. Die heeft ondertussen wel een impact op de ploeg, nee ?

“Goh, wat zij doen, is hun persoonlijke zaak. Maar ik ken Brian, hij is een van de gemakkelijkste mensen die je ooit zal tegenkomen. Hij zal nooit problemen maken.”

Heb je al zicht op de kwaliteiten van de andere teams ?

“Neen. Gebaseerd op vorig seizoen creëer je wel een beeld van de tegenstanders, maar ik probeer daar geen conclusies aan vast te knopen. Kijk naar ons vorig seizoen : bij de start waren wij ook niet compleet. Ik houd uiteraard de transferpolitiek van de clubs in het oog, maar ik weet bijvoorbeeld helemaal niet hoe sterk Oostende voor de dag zal komen. Ik denk wel dat de competitie sterker geworden is. Brussels bezit veel ervaring en heeft een beslagen coach. Ook Vilvoorde speelde vorig seizoen toch een knappe terugronde. De top was al goed, maar nu zijn de kleintjes ook sterker geworden.”

Je kijkt niet in de richting van Charleroi als voornaamste uitdager voor de titel ?

“Neen, momenteel kijk ik enkel naar Bree. In deze fase van de competitie is het tijdverlies om je bezig te houden met de tegenstand, er is nog genoeg werk aan onze eigen ploeg. Natuurlijk weet ik dat je als je de titel wil behalen, je op een bepaald punt voorbij Charleroi moet raken. Maar ik ga me niet bezighouden met elke actie die ze ondernemen.”

door Matthias Stockmans

‘Mijn persoonlijke stijl is sarcastisch, licht humoristisch en soms opvliegend.’

‘In ons systeem van gelijkheid is Yves Dupont net iets méér gelijk.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content