Binnenkort komen de paasklokken. Welke eitjes heb jij liefst in jouw mandje?“De zwarte. Witte eet ik niet, bruine eventueel. Ik ben geen grote snoeper, maar als ik chocolade zie staan, kan ik er moeilijk aan weerstaan. Ik haal er daarom geen in huis als het niet hoeft. Maar rond Pasen, als dat zo naar je ligt te lonken bij de bakker, dan bezwijk ik al eens sneller.”
Wie is jouw favoriete Eurovisiesongwinnaar?
” Johnny Logan is mij altijd een beetje bijgebleven, met What’s another year ( won in 1980 als deelnemer voor Ierland, nvdr). Dat was een periode waarin ik nog keek, samen met het hele gezin. De laatste tien jaar kan het me niet meer bekoren en volg ik het ook niet meer.”
Lego bestaat 50 jaar. Was jij fan als kind?
“Totaal niet. Al die bloktoestanden waren niet aan mij besteed. Mijn zoon van zes heeft het nu en ik vind het wel mooi speelgoed, maar eigenlijk zegt het me nog altijd niks. Ik had als kind enkel ballen. Sjotten en tennissen, dát deed ik graag. Met treinen, Matchbox, Playmobil … kon je me geen plezier doen op mijn verjaardag. Dan veel liever een voetbaltafel.”
Van welke tennisspeelster krijg jij kriebels in je buik?
“Als Maria Sharapova speelt, ja, dan kijk je niet enkel voor het tennis. En ook die andere Russische, Anna Kournikova, heeft mij altijd wel kunnen bekoren.”
Heb je ooit een kus gekregen van een meisje in ruil voor iets anders?
“Ongetwijfeld ( lacht), maar ik kan het mij niet meer herinneren. Denk dat ik dat verdrongen heb.
“Op school had ik qua populariteit eigenlijk niet te klagen. Meestal kreeg ik wel een vriendinnetje aan mijn zijde. Dat begon zo rond het vijfde studiejaar, en dan in de toiletten gaan kussen, spannend. Tot mijn 23ste veranderde ik ook regelmatig eens van lief, daarna ben ik serieuzer geworden.”
Stel dat je zelf iets zou mogen presenteren op tv, welk programma zou je dan kiezen?
“Een reisprogramma, op locatie, zodat ik ook iets nieuws kan zien. Zoals die vent die altijd stoofpotjes klaarmaakt, Gène Bervoets. Het zou bij mij niet zo lekker zijn als bij hem, maar dagelijkse kost krijg ik wel deftig op een bord.”
Ben je ooit ’s nachts opgestaan om een wedstrijd op tv te volgen?
“Ja, België tegen de USSR, op het WK van 1986 in Mexico. Mijn wekker gezet om twee of drie uur, en dan samen met papa in de zetel gekropen.”
Praat jij dikwijls tegen jezelf?
“Meestal als ik alleen thuis rondloop. Maar ik doe het stil. Mijn vrouw zegt een hele dag luidop wat ze doet, een familietrekje. ‘Ik ga nu afwassen’, ‘ik ga nu strijken’,… Knettergek werd ik daarvan in het begin, ik gaf ook elke keer aan dat ik dat niet hoefde te weten. Maar ik heb het haar nooit kunnen afleren. Gelukkig hoor je dat op den duur niet meer.”
Stel: je móét enkele dagen ziek zijn, maar je kan zelf bepalen wat je hebt.
“Neem dan maar een verkoudheid, zodat ik niet plat in bed hoef te liggen.
“Je hebt van die mensen die het niet erg vinden om af en toe eens ziek thuis te moeten blijven, ik hoor daar niet bij. Ik kan niet snel genoeg weer beter zijn. Maar ik heb het toch elk jaar drie à vier keer zitten: verkoudheid, sinusitis, een buikgriepje.”
Klopt het dat je goed tegen de drank bestand bent?
“Ik kan redelijk wat verzetten, ja. Ik waggel bijvoorbeeld niet na vijftien pinten. Ik ben dan enkel wat aangeschoten. Je ziet mij ook niet op één been naar huis strompelen na twintig glazen.
“Toen ik zestien jaar werd, ben ik veel op stap beginnen te gaan: donderdag, vrijdag, zaterdag én zondag. Thuis zei ik af en toe dat ik bij een tante ging slapen, maar daar muisde ik er dan vanonder. Gewoon naar de kroeg, kaarten met vrienden. Maar eens je dan op een redelijk niveau begint te voetballen, is dat gedaan.”
Heb je ooit toneel gespeeld?
“Nee, ik was daarvoor niet geschikt. Te verlegen. Dat is pas veranderd dankzij zeven jaar Nederland. Als ik toch moest aantreden in een of ander schooltoneeltje, vroeg ik zo’n rol waarbij je amper tekst had.”
Zoals de boom spelen of zo?
“( lacht) Mij op het lijf geschreven.” S
KRISTOF DE RYCK
