Jullie treden vanavond als enige tweedeklasser aan in de kwartfinales van de beker van België, tegen AA Gent. Durf jij hier plechtig beloven dat je al je haar afscheert als jullie de beker winnen?

“Zéker. Dat zou iets unieks zijn, een echt feest. Maar zo ver zijn we nog lang niet.”

Waar kroop jij vroeger altijd in op de draaimolen van de kermis?

“( lacht) Ik had het nogal voor de brandweerwagen. Toch fascinerend voor een kind. Ook de plaatsjes in de vliegtuigjes waren altijd gewild. Dat opstijgen, hoger zitten dan de rest, de max.”

Bouwde je als kind kampen?

“Massa’s! We woonden naast een groot bos, ik ravotte er met een bende van een man of twaalf. Zelfs boven in de bomen bouwden we ze. Stevig waren ze niet altijd – we waren geen ingenieurs – maar we konden erin kruipen. Oorlogje spelen. Maar eigenlijk was het bouwen zelf het plezantste. Heel toffe tijd.”

Ruimde jij als kind je speelgoed altijd plichtsbewust op?

“Ik trok met alles de tuin in, maar telkens het donker werd, was ik binnen en het speelgoed nog buiten. Mijn broer en zus waren van hetzelfde kaliber. Ettelijke keren hebben mijn ouders zich daarover opgewonden, maar een week later was dat altijd weer vergeten.

“Nu ik zelf een zoon van één en een dochter van vier heb die alles buiten rondstrooien, zijn de rollen omgekeerd.”

Hoe vaak zet jij je wagen in de was?

“Vroeger, toen ik een eigen auto had, twee tot drie keer per jaar. Sinds ik met een Opel Astra van de club rijd, nooit meer ( lacht). Als iets je eigendom is, heb je daar meer aandacht voor. Pas op, mijn auto is nu ook wel gewassen en proper. Maar producten kopen voor iets wat niet van mij is, dat gaat me wat ver.”

Durf jij soms tot ’s middags wachten alvorens je aan te kleden?

“Nooit. Ik werk elke weekdag van 8.30 uur tot 12.30 uur in een bankkantoor. In het weekend hebben we op zaterdagochtend training en ook op zondag zijn mijn snotneuzen al wakker tussen 6.30 uur en 7 uur. Geen tijd om lui te zijn.”

Hoe lang ben je al getrouwd?

“Vijf jaar.”

Wat was jullie openingsdans?

” Oela … Aiaiai … Laat mij denken … Dat was van … goh … Mijn vrouw schiet mij dood als ik ernaast zit.”

Dat zal ze nu ook al overwegen.

” Amai, dat is erg … Ik heb dat nummer niet gekozen, zij heeft al die huwelijksdingen geregeld. Euh, mag ik je morgen eens bellen?”

Ga maar een bos bloemen kopen. Ben je een goed danser?

“Absoluut niet. Ik ben op mijn best met een glas in mijn handen.”

Stel dat je vrouw zou vragen of ze naakt mag poseren, wat antwoord je dan?

“Voor een goed doel wel, anders liever niet.”

Aan wie heb je als kind nog handtekeningen gevraagd?

“Spelers van Anderlecht: Arnor Gudjohnsen, Enzo Scifo, Frank Vercauteren. Ik was niet te verlegen om op die mannen af te stappen.”

Van welke knappe madam zou je er nu persoonlijk wel nog een willen bemachtigen?

” Sophie Marceau, die Franse steractrice. Vind ik nog altijd een heel mooie vrouw.”

Stel dat je iets kon veranderen aan het huis waarin je nu woont, wat zou je dan doen?

“Het pleisterwerk herbeginnen.”

Heb je dat zelf gedaan misschien?

“( lacht) Nee. Maar het is niet egaal op bepaalde plaatsen, dat stoort mij. Iemand die op bezoek komt, merkt dat niet. Maar ik leef tussen die muren, dus ik weet waar de foutjes zitten.”

Wat is je favoriete seizoen: winter, lente, zomer of herfst?

“Ik beperk mij tot mijn favoriete maand, juni. Vakantie voor de voetballer. Dan geniet ik graag eens van de zon. Maar echt bakken, faire la crêpe zoals ze in het Frans zeggen, is er niet bij. Ik mag er niet te lang in, mijn velletje is heel bleek. Ben zo het type dat factor 50 nodig heeft.”

Wat is het laatste waarin je je verkleed hebt?

“Een soort robot, tijdens het carnaval in Halle. Komend weekend is er dat van Aalst, dan ga ik met mijn kinderen zeker eens langs. Altijd leuk, die ambiance.”

Hoe heette het eerste meisje op wie je echt smoorverliefd was?

” Delphine. Ik was zestien.”

Kan je je haar nog voor de geest halen?

“Ja, dat valt wel mee: ze is nu mijn echtgenote ( lacht).” S

KRISTOF DE RYCK