Het catastrofale begin van het seizoen was voor La Louvière een remake van een jaar eerder. Met één belangrijk verschil : konden de spelers toen nog door dezelfde deur met Marc Grosjean, met Daniël Leclercq was dat nu onmogelijk. Eigenlijk heeft het nooit geklikt tussen de spelers en hun Franse coach, maar de spraakmakende redding van vorig seizoen zorgde ervoor dat de problemen verborgen bleven. Het ontslag van manager Jean-Claude Verbist in september was ook al niet bevorderlijk voor de sereniteit. Leclercq bleef contacten onderhouden met Verbist, hoewel die op Tivoli verguisd werd. Idem voor speler Jean-Jacques Missé Missé en sommige leden van de staf, zoals adjunct-trainer Alain Roland. Het bestuur maakte korte metten met de zaak door iedereen die pro Verbist was aan de deur te zetten.

Met Roland Louf en Ariël Jacobs kwamen een nieuwe manager en trainer. Samen met voorzitter Filippo Gaone hield het trio de teugels strak in de hand. De rust keerde weer, en daarmee ook de resultaten. Jacobs leidde vanaf speeldag acht het op drift geslagen elftal naar een veilige haven. Niet met grootse uitslagen, maar vooral met kleine overwinningen en gelijke spelletjes. Een opvallende prestatie, want in de loop van het seizoen had hij nochtans drie belangrijke pijlers zien wegvallen : Benoît Thans, die zijn loopbaan door fysieke problemen vroeger beëindigde dan voorzien; Nicolas Ouedec, waarmee La Louvière zich bevrijdde van een loodzwaar contract; en Manu Karagiannis, die ook te duur werd bevonden. Verscheidene spelers grepen vervolgens hun kans, zonder dat het ertoe leidde dat de ploeg door deze of gene tegenstander overklast werd. Integendeel, La Louvière pakte de zes punten tegen Standard en bracht ook andere grote ploegen aan het wankelen. Ook in de beker ging het er pas in de kwartfinales uit.

Het voetbal dat Ariël Jacobs predikt, is voorspelbaar maar bijzonder methodisch. Het valt nu te hopen dat het bestuur zich niet laat verblinden door de onverhoopt gunstige resultaten van de tweede ronde. Jacobs vatte het seizoen zo al samen : dat zijn ploeg te goed is om te verliezen, maar vaak ook niet goed genoeg om te winnen. Niets laat veronderstellen dat La Louvière over enkele maanden voor een zorgeloos kampioenschap staat. In zijn aanwervingspolitiek zal de club zich voornamelijk naar jongere spelers richten. Te hopen valt dat toch nog voldoende ervaring in de kern zal worden behouden. Maar de nieuwe koers wordt uiteraard bepaald door de financiële toestand van La Louvière. Het verliest elk jaar geld en wil die trend absoluut omkeren. Het bestuur zette al een eerste stap door zich te ontdoen van de zwaarste contracten. Op Tivoli is beslist dat men niet meer verder zal springen dan de stok lang is, iets wat de afgelopen seizoenen wel gebeurde en tot enkele zwaar mislukte transfers leidde.

Evenmin ondervond La Louvière veel problemen om de licentie in de wacht te slepen. Een immens probleem blijft evenwel dat het stadion totaal niet geschikt is voor eersteklassevoetbal. Voorzitter Gaone blijft hopen op een modern, zij het bescheiden nieuw onderkomen. Eén dat zou kunnen worden gedeeld met tweedeklasser Bergen ? Of kiezen beide Henegouwse clubs meteen voor een echte fusie ?

door Pierre Danvoye,

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content