Bijna alle tennissterren tekenden present in de eindfase van de US Open. Amper veertien dagen na de Olympische Spelen van Peking was dat al een verrassing van formaat.

Schrijnend om te zien, die afgang van Ana Ivanovic. Op papier het nummer een van de wereld maar door een duimblessure gereduceerd tot een verwoed fladderend vogeltje voor de kat. Peking had ze links moeten laten liggen omwille van die vreemde kwetsuur aan haar hand. Pas enkele dagen voor het begin van Flushing Meadows had ze de training min of meer weer opgepakt. Maar het sowieso al gedeukte vertrouwen – sinds haar zege op Roland Garros en de bijhorende positie van nummer één heeft de 20-jarige Servische amper drie toernooien gespeeld en maar vier matchen gewonnen – stond zelfs niet op punt om de nobele onbekende Julie Coin (WTA 188) te verslaan. Een dieptepunt in de minieme regeerperiode van koningin Ana, deze US Open. In de marge verloor Svetlana Kuznetsova alweer vroegtijdig in een grandslamtoernooi. De grappige ‘Sveta’ heeft het tennis in zich om brokken te maken maar sinds haar zege in New York in 2004 – het jaar zonder Clijsters of Henin – heeft Kuznetsova nog maar sporadisch haar klasse laten zien. De armen en de benen zijn meer dan oké, het hoofd wil echter niet volgen. Men zou Kuznetsova haast de vrouwelijke David Nalbandian kunnen noemen. De 26 jaar oude Argentijn toont maar met flitsen zijn onmetelijke talent. Niet vergeten dat Nalbandian in de periode van de alleenheerschappij van Federer de enige was die de Zwitserse tennisgod kon bedreigen. Op de US Open ging hij er troosteloos uit in de derde ronde tegen Gaël Monfils.

Hernieuwde fonkel

Op de eerste plaats denken we dan aan Anna-Lena Groenefeld. Midden 2006 stond de jonge Duitse met haar powertennis – op de US Open had ze samen met Venus Williams de snelste vrouwenservice – nog als veertiende geboekt op de wereldranglijst. Een traumatische breuk met haar coach van jaren, de Amerikaan Rafael Font de Mora, zorgde haast voor haar ondergang. De uitgeweken Spanjaard kon het niet verkroppen dat Groenefeld bij hem weg was gegaan en ging systematisch naar haar wedstrijden kijken … om haar tegenstandsters tips te geven. De stevige Groenefeld verloor vertrouwen en won aan gewicht. Vorige winter raakte ze er echter weer bovenop. Ze begon opnieuw op de onderste ladder van het WTA-circuit, won een aantal toernooien van lagere categorie, en voor ze het wist stond ze via de kwalificaties in de vierde ronde van de US Open. Dat ze daar haar meerdere moest erkennen in Dinara Safina was geen oneer. Groenefeld is terug onder de mensen en heeft haar laatste ace nog niet geslagen. Dat kan ook gezegd worden van Gilles Muller, de Luxemburgse sensatie van het mannentoernooi. De 25-jarige uit het Groothertogdom had moeite om zich te kwalificeren – Muller was voor aanvang van de US Open pas het nummer 130 van de wereld – maar eenmaal bij de grote jongens verraste hij met zeges op Tommy Haas, Nicolas Almagro en Nicolay Davydenko. Muller had het allemaal al eens eerder meegemaakt. In 2005 versloeg hij ene Rafael Nadal op Wimbledon en Andy Roddick op de US Open. Toen ook kreeg hij de superlatieven naar zijn hoofd gesmeten, maar de voormalige wereldkampioen bij de junioren kon er niet mee om. Telkens verloor hij onmiddellijk na zijn stuntoverwinningen in de volgende ronde. De laatste jaren ging het van kwaad naar erger en Muller zocht zijn heil en puntenoogst op onooglijke toernooien in Izmir, Dublin en New Delhi. Tot Flushing Meadows 2008. In de kwartfinale verloor hij uiterst nipt van Roger Federer. Zijn repliek achteraf toonde dat er maturiteit in de linkshandige superserveerder gevaren was: “Iedereen feliciteert me met mijn formidabel toernooi. Dat is fijn maar ik denk toch vooral aan de gemiste kansen in deze match.” Ook Muller mag nu weer hogerop kijken.

Sterrenslag

Andy Murray en Juan Martin Del Potro mikken al een tijdje op het allerhoogste. De twee jonge toppers gingen wel met wat onderlinge naijver hun kwartfinale in. Op het toernooi van Rome hadden de twee een opstootje gehad, waarbij de Argentijn – die vier titels op rij had gewonnen voor de US Open – de moeder van Murray hekelde. Dat vond de humeurige Schot niet leuk en bijna zat het er bovenarms op. Tijdens hun interessante duel bij de laatste acht in New York kwam er gelukkig enkel geweld uit hun rackets. De beklijvende match werd in vier sets gewonnen door Murray en na afloop vielen ze zelfs in elkaars armen. Alles vergeven en vergeten. Of dat ook het geval zal zijn voor Novak Djokovic en Andy Roddick is nog maar de vraag. Tijdens zijn achtste finale, een slopende vijfsetter tegen Tommy Robredo, had de Serviër over zowat al zijn lichaamsdelen geklaagd en ettelijke malen kinesist en dokters de baan laten opkomen. “Hij is een grote showman. Zo kon hij wat meer tijd winnen”, liet Robredo optekenen. Roddick deed het af met een grapje: “Wat heeft hij nog? Vogelgriep? SARS? Verkoudheid?” Dat viel verkeerd bij Djokovic die op venijn voorbij de Amerikaan snelde. Meteen na afloop reageerde hij: “Andy zei dat ik zestien blessures had, ja? Duidelijk van niet, hè.” Waarop er heel wat boegeroep opsteeg uit de tribunes van het Arthur Ashestadion: “Ach, die zijn toch al tegen mij, omdat ze denken dat ik alles fake.” Op de persconferentie probeerde Djokovic nog zijn vel te redden door zich te excuseren voor de impulsieve uitspraak. Maar het kwaad was geschied.

Niets van dit alles na dé vrouwenmatch van het toernooi. De zusterstrijd tussen Serena en Venus Williams in het veel te vroege stadium van de kwartfinales was een uitmuntend duel. De zeventiende keer al dat ze tegenover elkaar stonden. Volgens Serena, de winnares van de spectaculaire krachtmeting, de op een na beste partij die ze ooit tegen elkaar speelden. “De finale van de Australian Open ( 2003, nvdr) was ook een ongelooflijke match.” Iedereen die de US Open volgde, en vooral de talrijke Amerikaanse fans, dachten dat de zegevierster van dat familieonderonsje ook wel even snel de titel zou wegkapen op het Billy Jean King National Tennis Center. Tenslotte had Serena acht grandslamzeges en Venus zeven stuks achter haar naam, de overgebleven concurrentie nul.

Hanna

Nog een belangrijke, maar niet erg populaire speler op de US Open was orkaan Hanna. Die zorgde voor heel wat overlast. Voor de organisatie was de hevige regenval zelfs een flinke streep door de rekening. Vrijwel onmiddellijk werden de plannen voor een uitschuifbaar dak bovengehaald. Kostprijs: 100 miljoen dollar. Met dank aan Hanna.

door filip dewulf

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content