Wie zijn de nieuwe Totti, Ronaldinho en Zidane van morgen? Sport/Voetbalmagazine stelde een top tien samen van de grootste talenten op onze Europese velden, jonger dan 21 jaar.
J ean-François De Sart en Emilio Ferrera leveren een woordje commentaar bij onze selectie. De Sart heeft als nationale beloftecoach al heel wat jong talent zien passeren én gescout. Wie weet, kijkt hij met onze nationale ploeg volgend jaar tijdens de Olympische Spelen enkele van deze toekomstige sterren in de ogen. Emilio Ferrera deed al meermaals opdrachten als tv-analist bij Champions Leaguewedstrijden. De ex-coach van Club Brugge, Beveren, Brussels en Lierse geldt dan ook als kenner van het internationale voetbal.
1. Lionel Messi (Arg – FC Barcelona – 20j)
Waarom? De kleine Argentijn wordt genoemd als de enige ware opvolger van Diego Armando Maradona, niet in het minst door de ex-vedette zelf. Messi zette die reputatie kracht bij door vorig seizoen tegen Getafe een bijna identiek doelpunt te maken als Maradona op het WK ’86 tegen Engeland. Hij ontving deze maand nog de prestigieuze Bravo Award, een prijs die elk jaar door het Italiaanse blad Guerin Sportivo wordt uitgereikt aan de beste speler jonger dan 21.
Jean-François De Sart: “Messi stond met stip genoteerd als kandidaat voor de Gouden Bal, dat zegt alles. Hij moet het vooral hebben van zijn infiltraties met de bal aan de voet. Hij kan een perfecte dribbel uitvoeren in volle snelheid, dat kunnen er niet veel. Bovendien speelt hij haast nooit lateraal, Messi zoekt altijd diepgang, wat hem onderscheidt van Ronaldinho, die meer showtjes opvoert, maar minder diepgang zoekt.”
2. Francesc Fabregas (Spa – Arsenal – 20j)
Waarom? Kreeg zijn opleiding bij FC Barcelona, maar werd daar weggeplukt na het EK -17 met Spanje, waar hij topschutter van het toernooi werd. Als middenvelder, nota bene. In 2003 debuteerde Fabregas als jongste speler in de geschiedenis van Arsenal, hij was toen zestien jaar. Dit seizoen ontpopte de Spanjaard zich als dé draaischijf van de Gunners en schoof door zijn allround prestaties het vertrek van Thierry Henry helemaal naar de achtergrond.
De Sart: “Drie jaar geleden hebben we nog met de Belgische beloften tegen hem gespeeld. Fabregas was toen al een heel complete middenvelder. Hij heeft alles: techniek, doorzicht, werkkracht, efficiëntie voor doel, verdedigend sterk, een leidersfiguur en niet te vergeten: een uitmuntende conditie. Eigenlijk is hij completer dan Messi, maar hij dribbelt minder, waardoor hij misschien minder opvalt.”
3. Karim Benzema (Fra – Lyon – 19j)
Waarom? Franse spits met Algerijnse roots. Hij blonk in de jeugdreeksen uit door zijn imposante fysiek en snelheid, zoals Djibril Cissé enkele jaren geleden. Dit seizoen krijgt hij volop zijn kans bij landskampioen Lyon, waar hij na elf speeldagen al met elf goals achter zijn naam stond. Samen met ploeggenoot Hatem Ben Arfa geldt hij bij de Franse nationale ploeg als de grote hoop in het post-Zidanetijdperk. Arsenal is bereid binnenkort een bedrag van 60 miljoen euro op tafel te leggen voor het duo Benzema – Ben Arfa.
De Sart: “Twee jaar geleden won Jong België nog met 1-0 van Frankrijk. Benzema speelde wat meer op de flank, maar werd daar door onze Landry Mulemo eigenlijk in zijn broekzak gestoken. Daarom verbaast het mij dat hij zo snel doorbreekt. Dat een kenner als Raymond Domenech hem al in de kern van de nationale ploeg opnam, is veelzeggend.”
4. Sergio Agüero (Arg – Atlético Madrid – 19j)
Waarom? Sergio Leonel Agüero is goede maatjes met Lucas Biglia, met wie hij bijna wekelijks contact houdt. Twee jaar geleden was het trouwens Anderlecht dat Agüero ontdekte toen het bij Independiente Biglia scoutte. Al snel merkte Herman Van Holsbeeck dat de pocketspits (1,72 m) geen spek voor de bek van Anderlecht was. Agüero verhuisde enkele maanden later voor 22 miljoen euro van Independiente (waar hij als vijftienjarige debuteerde) naar Atlético Madrid. Hij hoort ondertussen vast bij de nationale ploeg van Argentinië.
Emilio Ferrera: “Zoals veel spitsen had hij eerst een jaar nodig om zich aan te passen, maar nu scoort hij bij Atlético aan de lopende band. Agüero is zo goed omdat hij niemand nodig heeft om te scoren, met zijn dribbelvaardigheid en snelheid kan hij de kansen op zijn eentje forceren. Koppen kan hij ook al goed, ondanks zijn kleine gestalte. Een topper.”
5. Theo Walcott (Eng – Arsenal – 18j)
Waarom? Na Michael Owen en Wayne Rooney is het de beurt aan de in Barbados geboren Theo Walcott om tot de nieuwe sensatie van het Engelse voetbal gebombardeerd te worden. In 2004 al scoorde hij in de halve finales van de FA Cup met Southampton een fantastische goal tegen Arsenal. Na het vertrek van Henry krijgt de jonge spits volop zijn kans van Arsène Wenger. Hij scoorde dit seizoen al tweemaal in de Champions League. Walcott behoorde verbazend genoeg tot de Engelse selectie voor het WK 2006 in Duitsland. Zo werd Walcott in de lente van 2006 de jongste Engelse international ooit, hij was amper 17 jaar en 35 dagen oud.
De Sart: “Hij valt vooral op door zijn fenomenale snelheid en doelgerichtheid, maar ik acht hem toch niet van hetzelfde niveau als Messi of Fabregas. Je merkt dat de jeugdopleiding in Engeland op een lager pitje draait. Tot hun vijftien of zestien jaar spelen ze daar voetbal in schoolverband, pas nadien trekken ze naar een club.”
6. Bojan Krkic (Spa/Ser – FC Barcelona – 17j)
Waarom? Zoon van een Servische vader en een Catalaanse moeder. Vader Krkic was in de jaren ’80 zelf profvoetballer bij Rode Ster Belgrado. In zeven jaar tijd scoorde Bojan in de jeugdreeksen van Barça 961 goals en daarom geldt hij als een van de grootste talenten die de jeugdacademie van FC Barcelona ooit voortbracht. Krkic wordt vaak vergeleken, zowel qua postuur als qua spelstijl, met Messi. Net als de Argentijnse balkunstenaar lukte hij al eens een doelpunt à la Maradona, waarbij hij vanop de eigen helft vertrekt met de bal aan de voet. Hij hield de voorbije weken Ronaldinho op de bank.
De Sart: “Ik zag hem de voorbije lente bezig op het EK -17. Hij was de beste speler van Spanje en leidde hen met een doelpunt in de finale naar de Europese titel, maar ik vond hem niet buitengewoon spelen. De eerste ploeg van Barcelona leek nog veraf. Wel viel zijn ongelooflijke neus voor goals op, hij weet perfect efficiëntie aan techniek te koppelen.”
7. Moussa Dembélé (Bel – AZ – 20j)
Waarom? Hoort volgens gerenommeerd topscout Piet de Visser, de man die Romario en Ronaldo naar PSV haalde en ook voor Chelsea talent scout, absoluut thuis in deze top tien. Dembélé debuteerde op zijn zestiende in het eerste elftal van Germinal Beerschot. Sinds zijn transfer naar AZ, waar hij onder handen genomen wordt door Louis van Gaal, is Dembélé helemaal ontbolsterd. Zijn naam werd aan zowat elke Europese topclub gelinkt. De Antwerpenaar ontpopte zich ondertussen ook als vaste aanvalsleider van de Rode Duivels.
De Sart: “Moussa is zeker deze toptienplaats waard. Tweevoetig, dribbelvaardig, fysiek sterk en een fenomenale balbescherming. Hij verliest zelden een bal. Bovendien heeft hij toch al op internationaal niveau bewezen dat hij een talent is. Zowel Europees met AZ als bij de Rode Duivels. Dembélé kan veel scoren – denk maar aan zijn tweede treffer tegen Servië, die hij helemaal alleen forceert -, maar hij denkt nog te weinig doelgericht, is nog te weinig killer.”
8. John Obi Mikel (Nig – Chelsea – 20j)
Ferrera: “Een imposante verschijning, fysiek erg krachtig. Hij speelt als controlerende middenvelder naast of in de plaats van Essien, maar hij moet nog bevestigen na zijn sterk seizoen vorig jaar. Hij zal vooral offensief meer moeten brengen, want zeker in Engeland verwacht men van een middenvelder ook doelpunten. Met één goaltje per seizoen komt hij er niet.”
9. Hatem Ben Arfa (Fra – Lyon – 20j)
De Sart: “In de interlands die we met de beloften tegen Frankrijk speelden, viel Ben Arfa mij meer op dan Benzema. Hij koppelt techniek aan vista en is heel sterk met de bal aan de voet. Ik vergelijk hem een beetje met Messi.”
10. Alexandre Pato (Bra – AC Milan – 18j)
Waarom? Alexandre Rodrigues da Silva (bijgenaamd Pato, wat Eend betekent) werd door Milancoach Carlo Ancelotti al omschreven als “beter dan Ronaldinho” en “een waar fenomeen.” Ook in Brazilië is men wild van dit blanke wonderkind, dat de vista en efficiëntie van Kaká koppelt aan de creativiteit en techniek van Ronaldinho. Pato werd de voorbije zomer voor 22 miljoen euro getransfereerd naar AC Milan. Doordat de jonge Braziliaan pas achttien werd na het sluiten van de transferdeadline, is hij pas speelgerechtigd vanaf 8 januari. Europa kijkt er reikhalzend naar uit.
De Sart: “We hebben hem nog niet zien spelen op Europese bodem. Daardoor blijft het afwachten of hij zich kan aanpassen. In Italië, en zeker bij AC Milan, zorgt men wel heel zorgvuldig voor de begeleiding van zulke jongens. Ik denk dat Pato een typisch voorbeeld is van de nieuwe lichting Brazilianen. Vroeger waren het vooral spitsen à la Ronaldo, die teerden op één flits en die de show stalen. Tegenwoordig koppelen ze allemaal techniek aan fysiek en loopvermogen. De woorden van Ancelotti moeten Pato in ieder geval vertrouwen schenken.” S
door matthias stockmans en björn hinderyckx
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier