Nicecoach Didier Ollé-Nicolle redde zijn vel.

“Het beleg is opgegeven.” Dat waren zaterdagavond de letterlijke woorden van het bestuur van Nice na de 1-0-zege tegen Lorient. Vóór dat duel had coach Didier Ollé-Nicolle, gemeenzaam bekend als Don, te horen gekregen dat hij zou moeten opstappen als Nice niet won. Voorlopig mag hij dus blijven zitten, temeer omdat de spelers, zoals ook bleek uit de woorden van spits en vedette Loïc Rémy, als één man achter hem staan. Dat was nochtans niet vanzelfsprekend, aangezien hij de ploeg na een overtuigend gelijkspel tegen Lille voor de wedstrijd tegen Valenciennes – die uitdraaide op een nederlaag – helemaal door elkaar had gegooid.

De trainer beseft echter goed dat de zorgen nog niet van de baan zijn. “Na de zege van rechtstreekse concurrent Le Mans zijn we niet veel verder.” Ollé-Nicolle weet van waar de wind komt, want algemeen directeur Patrick Governatori toont zich bijzonder ongeduldig. “Het moet beter. Anders lopen we met ons hoofd tegen de muur”, had hij na een 6 op 36 in de laatste twaalf wedstrijden verklaard. Een magere oogst, temeer omdat de club zich in januari versterkte met Didier Digard en Renato Civelli, die respectievelijk overkwamen van Middlesbrough en Marseille.

Als verzachtende omstandigheid kan de coach wel inroepen dat hij nog geen ervaring had in de Franse eerste klasse toen hij dit seizoen na mooie resultaten in de Ligue2, met name bij Clermont, op zijn 48e voor het eerst coach werd op het hoogste niveau. Naast zijn onervarenheid verweet men hem dat hij de kleedkamer niet in de hand kon houden. Door de winst op Lorient bewees Ollé-Nicolle niet alleen nog altijd het vertrouwen van de spelers te genieten, maar ook dat hij goed kan omgaan met extreme druk. Het bestuur lijkt alvast opgelucht, maar zou er goed aan doen ook eens in eigen boezem te kijken. Het reageerde aanvankelijk immers zelf totaal niet op de crisis, omdat het zich volledig focuste op het binnenhalen van veel poen met een mogelijke transfer van Rémy, transfer die uiteindelijk toch niet doorging.

Oud-international Laurent Blanc, die afgelopen weekend voor de honderdste keer in de dug-out zat als trainer van Bordeaux, gaf een groot interview aan L’Equipe : “Ik kan er echt niet meer tegen mezelf voortdurend te zien, te horen en te lezen. Maar ik heb dat natuurlijk aan mezelf te danken. Wat mijn toekomst betreft, wil ik alleen maar zeggen dat er in een club altijd twee bootjes zijn: dat van de spelers en dat van de technische staf. Om te weten of een trainer kan blijven, moet je kijken of de boot met de spelers die van de staf wil blijven volgen. Als je als trainer drie of vier jaar bij een club kunt blijven, ook als die goed draait, is dat al een succes. Nadien komt er onvermijdelijk sleet op de boodschap die je als trainer doorgeeft.”

Jean-Marc Furlan is niet langer trainer van tweedeklasser FC Nantes. Nu de club geen uitzicht meer heeft op promotie werd hij vervangen door Baptiste Gentili.

Rode Duivel Eden Hazard staat op de tweede plaats in een rangschikking van L’Equipe Magazine met spelers “voor wie de grote clubs in de rij zullen staan”. Sylvain Marveaux(Rennes) voert dat klassement aan. Karim Aït Fana(Montpellier), Cheikh M’Bengue(Toulouse) en Cédric Mongongu(AS Monaco) vervolledigen de eerste vijf plaatsen.

Het hooliganisme steekt opnieuw de kop op in Frankrik. De jongste competitiewedstrijden werden ontsierd door heel wat incidenten. Een rapport van halfverwege het seizoen bevestigt dat het aantal incidenten in de Ligue1 steeg met 36,3 procent en in de Ligue2 met 21 procent.

Sylvain Armand (29) beleeft een moeilijke periode. De PSG-verdediger wordt door coach Antoine Kombouaré al drie wedstrijden op de invallersbank geplaatst.

Montpellier boekte een nieuw record: het speelde 532 minuten zonder tegengoal.

STéPHANE VANDE VELDE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content