Tegen Germinal Beerschot stond Stijn De Smet weer aan de aftrap, nadat hij voor de bekerreturn op Sclessin op de bank was gestart, net als in de competitiematch tegen Dender. Het jonge talent had last van vermoeidheid. “Ik vroeg zelf om niet te beginnen tegen Dender”, zegt De Smet. “Voor de match tegen Standard wou de trainer weten hoe ik me voelde. Ik antwoordde dat ik niet super was, maar dat het ging. Toen was het eerder zijn keuze om mij en Oleg ( Iachtchouk, nvdr) te sparen.” Maar ook als De Smet wél speelt, loopt het niet altijd meer zoals in de heenronde. “Tegen Roeselare leken mijn benen wel 100 kilo te wegen.”

Met een bloedanalyse werd nagegaan of er iets ernstigs aan de hand was. “Die testen wezen niets uit. Ik denk dat het gewoon mijn verwacht klopje is. Ik ben jong en moet mijn lichaam nog beter leren kennen. Sinds kort neem ik energiepilletjes, ik voel me stilaan weer fitter.”

Trainer Glen De Boeck maakt zich niet ongerust. “Een logisch gevolg van de opeenstapeling van matchen en weinig rust in het tussenseizoen ( door het EK met de beloften, nvdr). Ofwel laat je zo’n jongen dan alles spelen, en heb je misschien een probleem, ofwel laat je hem er even tussenuit en geef je hem een aangepast trainingsschema, zodat hij er mogelijk na enkele dagen vanaf is.

“Voor de rest zie ik geen tekenen van vermoeidheid in mijn groep. Wel is het zo dat er – en dat geldt voor elke ploeg – twee moeilijke periodes zijn in de competitie; begin november en eind februari. Waarom? Dat is gewoon een ervaring die ik meedraag.”

Bij De Smet speelde nu ook het mentale aspect een rol, meent De Boeck. “Van Stijn wordt altijd verwacht dat hij het verschil maakt. Als je die jongen dan eens aan de kant houdt, voelt hij die druk niet. Dat zorgt voor een zekere adempauze.”

In die psychologische context is er ook de blessure van zijn maatje Tom De Sutter. “Ik moet toegeven dat Tom ook naast het veld belangrijk was voor mij”, zegt De Smet. “Voor Nieuwjaar voelden we ons ook niet altijd 100 procent – hij was ook vermoeid, hoor -, maar we trokken elkaar erdoor. Tom zei dan: ‘Kom Smetje, nog even en het is winterstop. ‘”

Zonder De Smet in de basis, en ook zonder Frederik Boi (last van de knie) en Iachtchouk (meniscus-letsel) bracht Cercle vorige week tegen Standard iets op het veld wat volgens sommigen sterk leek op het zogenaamde betonvoetbal dat Roeselare enkele dagen eerder in de competitie getoond had tegen groen-zwart, en dat terwijl uitgerekend De Boeck zich daar zo druk over gemaakt had. “In tegenstelling tot Roeselare probeerden wij wél te voetballen als we de bal hadden”, verdedigt de Cerclecoach zich. “Ik brandde Roeselare niet af op basis van hun verdedigende manier van spelen, dat recht heeft iedereen.”

MATTHIAS STOCKMANS & KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content