Jacques Sys
Jacques Sys Jacques Sys is een Belgische sportjournalist

Vijftien doelpunten in drie wedstrijden : na een moeizaam competitiebegin valt Club Brugge langzamerhand in de juiste plooi. De kloof met Anderlecht is op vier punten gebracht en donderdag wenkt in Châteauroux de kwalificatie voor de eerste poulewedstrijden van de Uefacup. Van de immense ontgoocheling die er na de uitschakeling in de Champions League te registreren viel, blijft er niet veel over. Maar de gevolgen zijn er nog steeds. Club Brugge zal in de Uefacup heel ver moeten komen om het financiële verlies van het kampioenenbal min of meer weg te werken. De manier waarop de sportieve schermen werden gelijmd, toont niettemin nog maar eens welke mentale sterkte er in de groep schuilgaat. Opschudding was er vorige week alleen omdat Philippe Clement zich onheus behandeld voelde omdat hij voor de wedstrijd op FC Brussels was gepasseerd. De scherpte waarmee de international reageerde, toont dat voetballers alleen met zichzelf bezig zijn. Het nam niet weg dat Trond Sollied, anders niet bepaald een grote prater, ten aanzien van Clement zijn selectiepolitiek toelichtte. Zonder zijn houding te accepteren.

Het lijkt erop dat de trainers van de topclubs plots de kunst van de communicatie beheersen. Ook Hugo Broos ging vorige week rond de tafel zitten met Walter Baseggio nadat die voor de thuiswedstrijd tegen Lierse op de bank belandde. Het was hoog tijd, zo vond iedereen, dat Baseggio over een aantal dingen nadacht. Dat de middenvelder niet wist waarover hij met zichzelf te rade moest gaan, is typerend voor de huidige generatie. Dat het gebrek aan zelfkritiek hallucinante vormen kan aannemen, toont Gilles De Bilde in zijn vorige week maandag op de markt gebrachte boek. Zonder gêne hakt deze al van zijn troon gevallen voetballer in op trainers als Hugo Broos en Georges Leekens, die gelukkig het fatsoen hebben om niet te reageren. Zowat alles wat in de carrière van De Bilde verkeerd liep, is altijd de schuld van anderen geweest. En de tijd dat de media dat soort ongezouten kreten nuanceren en in een juist perspectief plaatsen, behoort kennelijk tot het verleden.

Dit is echt de tijd van de alibivoetballers, die juichen als er tijdens het tussenseizoen versterking komt, maar janken als er aan hun plaats wordt geraakt. Vaak hollen ze in dat soort van omstandigheden naar hun makelaar die zijn pupillen dan ophemelt om er zelf beter van te worden. Die zelfingenomenheid maakt het werk voor een trainer steeds moeilijker en complexer.

Steeds minder gaat het de afgelopen weken om de sport op zich. Voor de zoveelste keer kwam de wielrennerij de afgelopen dagen in opspraak toen Tyler Hamilton als allereerste renner positief reageerde op een bloedcontrole. De Amerikaan ontkende de bloedtransfusie in alle toonaarden en zweerde op het graf van iedereen die hem dierbaar is dat hij van niets weet. Net zoals bijna iedereen die op doping wordt betrapt.

Wanneer staat er binnen de wielersport eindelijk eens iemand op die deze hypocrisie stopt ? In de buik van dit nog altijd zo besloten en gesloten milieu circuleren al jaren de meest wonderbaarlijke verhalen, maar als iemand tegen de lamp loopt, speelt iedereen (op Filip Meirhaeghe na) de vermoorde onschuld. Dat Hamilton werkt met de controversiële Italiaanse arts Luigi Cecchini, daar moet echt niets achter gezocht worden. Dat dezelfde ex-luitenant van Lance Armstrong aan de basis zou gelegen hebben van het ontslag van een voormalige ploegarts van US Postal omdat die zou geweigerd hebben verboden middelen toe te dienen, dat zijn gewoon verzinsels. En ook nu is er weer niets aan de hand en grijpt Hamiltons sponsor Phonak een fout in het onderzoek aan om uit te testen of de gebruikte onderzoeksmethode wel zo betrouwbaar is. Intussen groeit het onkruid verder.

Drie maanden geleden vertelde Patrick Lefevere in dit blad dat er volgens hem geen georganiseerde doping meer bestaat. Dat klonk mooi, maar na de gebeurtenissen van de voorbije weken heb je daar op zijn minst vragen bij. Bloedtransfusies zijn zo delicaat en gevaarlijk dat het niet anders kan of men moet daar in de ploeg van op de hoogte zijn. Dat toont nog maar eens dat de wielersport er niet in slaagt zichzelf te zuiveren en de geur van verdorvenheid weg te blazen. De gigantische prestatiedruk leidt tot steeds meer irrationalisme en op termijn zelfs zelfdestructie. Maar de omerta in het milieu wordt niet gebroken.

Jacques Sys

Dit is de tijd van de alibi-voetballers.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content