Dit weekend hebben op het Albertstrand in Knokke-Heist de finales van het tiende BK beachvolleybal plaats. Jacky Kempenaers gelooft in de internationale doorbraakkansen van een Belgisch team.

Negen jaar na het eerste BK in 1993, heeft vrijdag, zaterdag en zondag de tiende editie plaats in Knokke-Heist. Een hele weg is er inmiddels afgelegd. Zo’n honderd Belgische mannenteams en veertig vrouwen hebben tegenwoordig een vast beachklassement, er bestaat een officiële beachcouncil en voor sommige toernooien moeten er zelfs prekwalificaties worden gespeeld. De prijzenpot van het hele BK-circuit, Masters-finale inbegrepen, bedraagt 12.900 euro.

Jacky Kempenaers (37) is misschien wel de meest ervaren beachvolleyballer van België. In 1993 stond hij met zijn toenmalige ploegmaat bij Zellik, Paul Vanderhallen, mee op het podium (zilver). Momenteel is hij in loopbaanonderbreking bij de stad Antwerpen, hij is beroepsvolleyballer én trainer van twee van onze betere vrouwenteams : DuyckDedecker en DirickxVindevoghel.

Hoe staat het met het beachvolley in België ?

Jacky Kempenaers : Het organisatorische niveau van het BK wordt elk jaar beter, mede doordat er met ex-beacher Sacha Koulberg een deskundige helpende hand bij betrokken is. Ook de ploegen worden steeds beter. Een mooi voorbeeld is het duo Ron AndelhofWard Coucke, twee Oost-Vlamingen die af en toe een toernooizege meepikken en in de absolute Belgische top meedraaien. Zij zijn aangesloten bij eersteprovincialer Enaamse Volleybal Organisatie, maar hebben hun eigen coach in de persoon van Dirk Deboiserie, een ex-beachkampioen. Ze worden door hun club gesponsord en zullen hun indoorclub enkel nog bijspringen als het echt nodig is. In feite zijn ze dus beachprof. Vanaf volgend jaar zullen ze de World Tour spelen.

Zelf ben je ook prof. Hoe train je ?

Toen ik in 1993 met Paul begon, heb ik naast de caravan op ons buitenverblijf een camionneke zand uitgeladen en twee palen in het beton geplant. Dat veldje ligt er nog steeds. Het is ons trainingskamp.

Ons motto is : weer of geen weer, we vliegen erin want als het op een toernooien waait, koud is of regent, moeten we ook de baan op. In principe trainen we elke dag minstens twee uur, behalve op maandag na een toernooiweekend. Een keer per week trainen we met het duo BackerRonnes, twee Nederlanders die ook het internationale circuit spelen. Met hen train ik ook ’s winters. In Nederland dan. Het Belgische beachvolleybalgebeuren is op puur competitief vlak heel goed gestructureerd, maar in Nederland is de aanpak ruimer. Er is een aparte bondscoach ( Casper Groenhuizen, nvdr), een fysical trainer en een bijzonder goede infrastructuur. De bloemenveilig van Alsmeer, bijvoorbeeld, is verhuisd en de oude hall is omgebouwd tot een modern beachcentrum. Het complex wordt commercieel uitgebaat, zodat het rendabel is.

Vorig weekend stond het World Tourtoernooi in Espinho op de kalender. Er waren zes Belgische ploegen ingeschreven : Kempenaers-Joosen, Wijsmans-Delanghe, De Greef- Desmedt, Delfosse-Van Mierlo, Baeyens-Melis en Achten-Hoho, maar er mochten slechts vier teams per land daadwerkelijk meespelen in het toernooi. In het Belgische geval in het kwalificatietoernooi, omdat geen enkele combinatie genoeg punten had voor rechtstreekse plaatsing op de hoofdtabel.

Elk land dat meer dan vier teams aan de start van een World Tourtoernooi heeft, moet ter plaatse voor de kwalificaties onderling een prekwalificatie spelen. De vier beste teams mogen dan naar de hoofdtabel, de anderen naar huis. Da’s een dure zaak voor de ploegen die afvallen, want zij hebben de reis voor niks gemaakt.

Merkwaardig toch dat er in de top-20 van de wereld zo maar even acht Noord-Europese teams staan. Ze komen uit Zweden, Oostenrijk, Duitsland, Noorwegen en Zwitserland, landen met niet bepaald veel ‘zon’ en ‘beach’. De Zwitserse broers Paul en Martin Lacigas zijn vanuit de Freuburgse bergen zelfs naar de strandtopvijf geklommen.

De broers Lacigas zijn al vijf jaar voltijds professional. Zij zijn in 1992 voor het eerst in contact gekomen met beachvolleybal. Het bleef twee jaar een dominerende hobby voor hen, naast hun studies. In 1994 werden ze Zwitsers kampioen, een jaar later voltijds beachvolleyballer. Wekenlang deden ze stages in Zuid-Amerika en de Verenigde Staten, waar ze ook aan toernooien deelnamen. Het resultaat is ernaar anno 2002 : ze zijn Europees kampioen, ’s werelds nummer vijf, werden vice-wereldkampioen in ’98.

En ze bereikten de kwartfinales op de Olympische Spelen van 2000 in Sydney.

Ze hebben in eigen land heel goeie faciliteiten. En ’s winters trekken ze een voor paar weken op stage naar Sardinië of Los Angeles. Halverwege de jaren negentig zijn ze net op tijd op de trein gesprongen. Daardoor hebben ze een stapje voor, want heel wat federaties waar je normaal geen beachvolleybal verwacht, zijn pas recent in het strandvolleybal beginnen investeren. Zij bewijzen dat je niet noodzakelijk in een zonnig land moet wonen om internationaal een goede beacher te worden. De Duitsers AhmannHager haalden zelfs brons in Sydney.

Financieel blijft het toch een heel dure bezigheid ?

De Lacigas hebben een eigen website en daarop staan zo maar eventjes zes grote sponsors : Nokia, Seat, Coop, Speedo, Swatch, Oakley,Verofit. Daar kom je al een heel eind mee. Zelf heb ik een jaar lang sponsors gezocht. Vorige winter bezocht ik veertig bedrijven, en uiteindelijk vond ik alleen steun bij Desiré De Lille. Plus bij mijn bestaande sponsor Amber.

Hoeveel kost een beachseizoen jou ?

Ruw geschat 25.000 euro, uitsluitend onkosten. Soms hebben we gratis logement. Als je een tijdje meedraait in dat wereldcircuit, leer je collega’s uit warme landen kennen en die hebben ’s winters soms wel een bed vrij in hun thuisland. In dat geval moet je enkel het transport betalen.

25.000 euro is een behoorlijk budget voor twee mensen.

En toch ligt het nog zoveel lager dan dat van indoorteams. Maar goed, of je nu met twee of met negen bezig bent, het is de sport en het resultaat dat telt. Trouwens : ik ben ervan overtuigd dat België in het beachvolleybal internationaal meer mogelijkheden heeft dan ons nationale indoorteam. Dat holt al jaren achter elke kwalificatie aan. Vruchteloos.

door Marc Lerouge

‘Ik ben ervan overtuigd dat België in het beachvolleybal internationaal meer mogelijkheden heeft dan het nationale indoorteam.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content