Cercle Brugge plaatste zich uiteindelijk niet voor play-off 1. Op de laatste speeldag van de reguliere competitie verloor het zelf bij Lokeren en wonnen KV Kortrijk en Racing Genk van respectievelijk Beerschot en AA Gent. Daardoor zakt het van de vijfde naar de zevende plaats. De drie ploegen eindigen met 46 punten, maar het doelsaldo van Cercle is het minst goede: -1, tegenover +16 voor Genk en +3 voor Kortrijk. Dat ligt hoofdzakelijk aan het lage aantal gemaakte doelpunten: 36 – waarvan er dan nog twee gemaakt werden door de tegenstander. Slechts vier ploegen uit de Jupiler Pro League scoorden nog minder. Opvallend is ook dat Cercle in thuiswedstrijden amper meer scoort dan in uitwedstrijden: 19 versus 17 keer – slechts twee eersteklassers maakten voor eigen volk nog minder goals. Het thuisvoordeel weerspiegelt zich meer in het aantal tegendoelpunten: 14 thuis, 23 uit. Vorig seizoen bedroeg de doelpuntenverhouding trouwens ook -1 (33-34). Toen behaalde het zeven punten minder en eindigde het als tiende.
Cercle presteerde dit seizoen dus beter en kan via play-off 2 nog altijd Europees voetbal afdwingen. Zij het dat het daar door diezelfde competitieformule de in de reguliere competitie opgebouwde voorsprong helemaal afgenomen wordt: hun tegenstanders in de A-reeks van play-off 2 behaalden tot nu toe respectievelijk 9 (KV Mechelen), 15 (Lierse) en 17 (OHL) punten minder, maar komend weekend begint iedereen weer vanaf nul.
Play-off 1 halen was geen expliciet doel van Cercle, daarvoor is de realiteitszin er te groot. Maar als je in de slotfase van de competitie nog kans maakt om bij de eerste zes te eindigen, wordt het dat uiteraard wel. De strijdbaarheid van de ploeg was toen enorm, in moeilijke omstandigheden werden punten gepakt op karakter, in die mate zelfs dat je je wel verbaasde over de elasticiteit van de waarden fair play en respect in een vereniging die pleit voor meer ethiek in het voetbal.
Deelnemen aan play-off 1 is dan ook financieel aantrekkelijk. Volgens Cercle zou hen dat bruto een half miljoen euro opgeleverd hebben; inkomsten die niet begroot waren, maar die er uiteindelijk wel voor gezorgd zouden hebben dat het seizoen niet met een tekort afgesloten zou worden. Het is veelbetekenend dat ‘een kleine club’ afhankelijk is van de waterkans om aan play-off 1 deel te nemen om zijn budget in evenwicht te houden. Managing director Yvan Vandamme was daar in september in dit blad heel open over: de voorbije twee seizoenen waren verlieslatend, het is bijna onmogelijk om puur op exploitatiebasis rond te komen en daarom is het noodzakelijk om minstens om de twee jaar een lucratieve uitgaande transfer te realiseren. Krant van West-Vlaanderen publiceerde vorige week het resultaat van de laatste twee jaarrekeningen: -844.000 en -399.000 euro.
Aan die lucratieve uitgaande transfers wordt gewerkt: door de eigen jeugdopleiding te verbeteren en door beloftevolle spelers als IgorVetokele en Grégory Mertens aan te trekken en die verder te ontwikkelen. Dat project is nog pril, het blijft wachten tot er een van de talenten rijp is voor een lucratieve transfer, maar het is essentieel. Daarom kreeg Bob Peeters bij zijn aankomst van Frans Schotte te horen dat de doorstroming van de jeugd belangrijker is dan het bereiken van play-off 1. Bijna realiseerde hij de twee, maar hij zei ook: “Zullen we er nog ooit zo dicht bij zijn?”
Cercle bouwt via de samenwerking met Sporting Lissabon ook een deel van zijn ploeg met talentrijke spelers van wie het niet de eigenaar is. Daar ondervond het dit seizoen voor het eerst ook ‘een nadeel’ van. De sterke centrale middenvelder Renato Neto werd vroegtijdig naar Portugal teruggeroepen – en zijn vervanger haalde niet meteen hetzelfde niveau. Was play-off 1 wél bereikt geworden, mocht de Portugese Braziliaan na Nieuwjaar in Brugge zijn gebleven? Eén puntje meer had volstaan.
Intussen onderzoekt Cercle hoe het zijn financiële positie structureel gevoelig kan verbeteren en of het mogelijk is om in de vorm van een vereniging (zonder winstoogmerk) te blijven overleven. Het antwoord lijkt zich te laten raden.
door christian vandenabeele
Slechts twee eersteklassers maakten thuis nog minder goals.
