Ex-ploegmaats Koen Persoons en Steven De Petter lopen mekaar de volgende speeldag voor de voeten. ‘Ik ga hem zeker niet uit zijn concentratie halen.’

Afspraak in de Loanton, vlakbij de afrit van de snelweg naar Brussel. Vijf jaar lang deelden Steven De Petter, verdedigende middenvelder bij FCV Dender, en KoenPersoons, die dezelfde positie bekleedt bij KV Mechelen, lief en leed in de kleedkamer van Dender. De plaats van afspraak is geen toeval, in deze voor diverse voetbalclubs vaste halte om voor een wedstrijd aan de andere kant van het land nog eens te lunchen, werd menig glas champagne gedronken tijdens de zegetocht van FCV Dender op weg naar de eerste klasse.

Beide spelers zijn blij elkaar nog eens te treffen, want eens voetbalwegen scheiden, is dat ook vaak zo op het privévlak. Koen Persoons tot Steven De Petter: “De laatste keer dat ik je zag was op mijn trouw, denk ik. Op 17 mei.”

De Petter: “Er is al eens gezegd dat we nog een keer de hele ploeg bij mekaar zouden moeten brengen, maar om zoiets voor mekaar te krijgen … Niet simpel.”

Persoons: “In het begin bel je om de paar dagen, maar daarna verwatert dat.”

De Petter: “Op het veld zal het wel anders zijn. Vorig seizoen speelde ik achterin en kwam ik je nauwelijks tegen.”

Persoons: “Maar ik denk niet dat we iets tegen mekaar zullen zeggen. Ik ben een babbelaar, maar vooral tegen de eigen ploegmaats.”

De Petter: “Ik ben ook vooral met m’n eigen ploeg bezig. De ander uit zijn concentratie halen doe ik niet. Anderen daarentegen durven dat wel eens doen.”

Persoons: “Tegen Tubeke onlangs nog. We voetbalden toen niet goed, maar wij probeerden er ten minste nog wat van te maken. Uit frustratie roep je dan wel eens: pottenstampers!”

Kijk eens even terug op vorig seizoen, jullie eerste op topniveau.

Persoons: “Zowel voor mezelf als voor de club vond ik dat eerste jaar geslaagd. In punten uitgedrukt een 7 à 7,5 op 10. Wat minder begonnen, maar daarna de draad goed opgepikt. De ambities zijn nu minstens dezelfde en als het kan nog iets beter dan de dertiende plaats. Persoonlijk hoop ik nog iets meer beslissend te zijn, qua goals en assists.”

De Petter: “Ik denk dat ik ook tevreden mag zijn over ons eerste jaar. De prognoses voor de ploeg waren niet in ons voordeel, maar al bij al dwongen we de redding nog redelijk vroeg af.

“Wat me als verdediger vooral opviel, was de efficiëntie voorin. In de eerste klasse hangt de bal er sneller in als je een klein kansje weggeeft.”

Persoons: “Mij viel alles rond het voetbal op: de aandacht van de media, de verhalen, …”

De Petter: “Meer trainingen ook. Maar eigenlijk pas je jezelf snel aan het ritme aan.”

Persoons: “Misschien was het voor ons beiden anders geweest mochten we naar een ploeg zijn gegaan die al lang in de eerste klasse meedraaide. Nu hebben de trainers daar allicht rekening mee gehouden in de opbouw. Wij hebben héél lang moeten wachten op onze eerste overwinning. Aanvankelijk ook op doelpunten. Nong en Vleminckx kwamen uiteindelijk uit op dertien en negen doelpunten, mooie cijfers voor spitsen die debuteren in de eerste klasse.”

De Petter: “Spitsen zijn zo afhankelijk van hoe je als ploeg speelt. Bij de promotie dachten we aanvankelijk ook: goed de organisatie houden en teruggetrokken spelen. Dan moet je daar in de beoordeling van de spitsen rekening mee houden. Als wij op eigen helft een bal recupereren, is het voor hen nog heel ver tot aan het andere doel. Daar ontbrak het hen aan frisheid. Toen we later iets hoger gingen spelen, zag je dat ze wél de goal wisten staan.”

Persoons: “Dat is de les van vorig seizoen voor ons beiden, denk ik. Dat we iets te veel naar achteren leunden.”

Opvallend bij de start van het tweede seizoen: Mechelen vertrouwt op de kern van vorig seizoen, Dender ging shoppen.

De Petter: “Wij hebben redelijk wat nieuw volk, negen nieuwe spelers. Het bestuur heeft gekozen voor meer voetballende kwaliteiten. Vorig jaar was de sterkte de collectiviteit, nu komen we er voetballend meer uit. Anderzijds: je moet mekaar eerst en vooral als ploeg vinden. Dat lukt al voor een stuk en als we nog wat goeie resultaten halen, komen we er wel. Vallen die tegen, dan is het misschien moeilijker.”

Persoons: “Mechelen bouwt al twee jaar in feite verder op dezelfde basis, met hier en daar wat versterking, vaak spelers met ervaring in eerste. Ik ben één jaar weg op Dender en ken er amper nog spelers. Wouter Degroote, David Destorme en jou.”

De Petter: “Dat is omdat het snel is gegaan, van derde naar eerste.”

Persoons: “Maar ook vanwege de vrees van het bestuur, denk ik, dat niet wil dat de inspanningen verloren gaan door opnieuw te zakken. Als het seizoen voordien goed was, ben ik wel voorstander van onze aanpak. Een garantie is het niet, wij hadden onze start ook anders gedroomd. Ons spel is nog niet zoals het moet en voorin is het nog wat zoeken: Vleminckx twee matchen geschorst, Nong geblesseerd, Rossini debutant.”

Arm Dender

Beide ploegen hebben een ander imago. David Destorme wilde deze zomer ook al naar Mechelen. Is het er zo leuk?

Persoons: “Dat is uiteindelijk niet doorgegaan. Als je iemand op straat aanspreekt en je vraagt wat voor beeld KV Mechelen oproept, zegt iedereen: toffe club, zonder dat hij er misschien ooit is geweest. Ik ook. Toen ik hoorde dat KV Mechelen mij wilde spreken, was ik direct enthousiast. ( lacht) Toen ik vervolgens zonder veel nadenken in Aalst de snelweg nam, op weg naar de training, en me vast reed in de ochtendfiles was dat enthousiasme iets minder. Ik mocht direct bellen dat ik te laat zou zijn.”

De Petter: “Minder volk en minder traditie, op dat vlak zijn wij niet te vergelijken.”

Persoons: “Ik denk dat het soms niet plezant is om bij Dender te spelen: altijd moet je lezen dat het uit de eersteklasseboot zal vallen. Terwijl Dender vorig seizoen in de topmatchen toch wat liet zien. En nu weer.”

De Petter: “Als je geen kwaliteit hebt, kun je dat niet. Maar ik lees het vandaag nog in de krant. ‘Club kan niet winnen van ocharme Dender.’ Ieder zijn mening, maar soms verdienen we meer respect.”

Zeker drie, misschien vier ploegen zakken uit de eerste klasse. Zorgt dat nu al voor druk?

De Petter: “Ik denk niet dat het aangewezen is om daar nu al mee in je kop te zitten. Schuif die druk nog even opzij, denk ik dan maar. Later kunnen we nog zien hoe we die moeten aanpakken.”

Persoons: “Wij zijn er ook nog niet mee bezig.”

De Petter: “Toch denk ik dat je nu vrijuit moet proberen te voetballen, om eventueel een kleine reeks neer te zetten. Vorig jaar heeft ons dat geholpen bij de redding.”

Welke individuele ambities koesteren jullie?

De Petter: “Ik ga ze niet meer uitspreken, er is voldoende inkt over gevloeid. Ik had deze zomer graag een stap hogerop gezet, naar een subtopper. Ik was ook rond, maar uiteindelijk is het niet gelukt. Ik heb nog steeds de leeftijd mee, het is niet dat het er nu echt op moest zijn. Volgende zomer sta ik op één jaar van het einde van mijn contract, ik zie dan wel of de club nog wat aan mij wil verdienen. De knop is omgedraaid: een slecht seizoen kan ik me niet permitteren.”

Persoons: “Altijd omhoog, dat is mijn ambitie! Tot nu is het allemaal vrij goed verlopen. Ik heb vijf jaar bij Dender gevoetbald en vind het iets te lang om nog eens vijf jaar bij dezelfde club te blijven. Voor wie hogerop wil, is twee, drie jaar de ideale termijn. Ook voor mij geldt: bewijzen dat ik het niveau aankan, en verder groeien. De volgende stap kan een subtopper zijn. Ik zie mezelf wel verder evolueren in een eerder verdedigende rol, voor een aanvallende geef ik te weinig beslissende passes. Ik kan een bal binnen sjotten en heb een verleden als spits, maar dat kan je als verdedigende middenvelder evengoed gebruiken. Niet op de flank, daarvoor heb ik niet de passeerbeweging.”

Steven Defour

Zijn jullie spelmakers?

De Petter: “Ja en nee, dat hangt van de situatie af. Als je onder druk komt en er wordt met de lange bal gespeeld, slaan ze je wel eens over.” Persoons: “Maar als je het spel in handen hebt, moet de eerste bal normaal bij jou komen. Vaak wordt gezegd dat op die positie alleen stofzuigers staan, maar die tijd is voorbij. Wij kunnen het spel vertragen of er ritme in brengen. De nummer tien komt geen ballen uit onze voeten meer halen, die moet zorgen voor de aansluiting naar voren. Je moet dus altijd aanspeelbaar zijn en zeker geen balverlies lijden, want dat is daar dodelijk. Ik speel er wel liever alleen dan met twee, omdat je dan toch vaak voor dezelfde bal gaat en meer in mekaars weg loopt.”

Zou Steven Defour een goeie pion op jullie positie zijn?

Persoons: “De eerste vraag is: wil hij dat zelf? Hij kan dat, maar ik denk dat zijn aanvallende kwaliteiten hem op die plaats worden afgenomen. Ik begrijp het niet goed. Vooraf zei Laszlo Bölöni dat hij Defour beslissender wou maken qua goals en assists.”

De Petter: “Zoals Steven nu speelt, is hij overal bij betrokken. Hij zwerft graag ergens tussen de linies. Voor de verdediging spelen is toch in de eerste plaats de controle behouden. Daar verliest hij zijn vrijheid. De vraag is: wil hij dat zelf?” S

door peter t’kint – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content