Good things happen to those who can wait‘, sms’te Paul Okon tien dagen geleden nadat Club Brugge de titel pakte. Algemeen manager Vincent Mannaert over de toekomst van blauw-zwart, dat intens genoot van zijn veertiende titel.

Zijn bureau ligt dezer dagen aan de andere kant van het administratief gebouw De Klokke. Nog steeds op de tweede verdieping, maar niet langer met uitzicht op de oefenvelden. ‘Het bracht ons geluk, misschien moeten we het zo houden’, lacht Vincent Mannaert. Aan de wand hangen twee mooie schilderijen, eentje van Mathew Ryan en een ander van Carlos Bacca. De ene bij Valencia, de ander in Milan. Twee sportief geslaagde transfers uit het tijdperk Verhaeghe. We zijn drie dagen na het behalen van de titel en bij de admi- nistratie lijkt het alweer business as usual. Terwijl de receptioniste op zoek gaat naar een vaas om de bloemen die Standard liet afleveren in te schikken, zijn ze in de bureaus geconcentreerd bezig en zit Mannaert rond de tafel met een zaakwaarnemer en diens poulain. De molen draait door, op volle toeren.

Hoeveel tijd heeft u uzelf gegund om te genieten?

VINCENT MANNAERT: ‘Twee dagen. Daags na de titel hebben we hier pizza gegeten en heb ik tegen de mensen gezegd: geniet hier intens van, want dan herbegint het weer. Het einde van een seizoen is altijd kort bij het begin van een nieuw, met een piekperiode, zowel sportief als extrasportief. Als je werken wil laten uitvoeren, moet je die nu inplannen: aannemers aanstellen, bouw opvolgen, … Sportief heb je de transferperiode. Die begint druk te worden vanaf 1 april, en vervolgens wordt het gestaag drukker. Als je het nu te lang zou laten liggen, gaat het nadien fout. Het meeste genoot ik op maandag toen de stress van de match wegviel. Zondag, na de 3-0, wist je wel dat het niet meer kon mislopen, maar je zat met de stress van wat er nog kon gebeuren. Bluvn stoan, gaat dat lukken? Of gaan de supporters toch het veld bestormen? Het probleem is: je wilt niks plannen, maar je moet. Het was voortdurend rijden met de handrem op.’

Wat waren voor u de kantelmomenten van het seizoen?

MANNAERT: ‘Het eerste was de 4-1 op Gent. Toen zijn we erin geslaagd om een nuchtere, rationele analyse te maken. We hadden toen 16 op 30, het jaar voordien op hetzelfde moment 17 op 30. Rekening houdend met al wie geblesseerd was en met de specifieke competitieformule, wisten we dat alles nog kon. Het was ook geen kwestie van een kwalitatief probleem, of een staf die niet meer wist van welk hout pijlen maken. We hebben toen gekeken naar AA Gent, dat het jaar voordien kampioen werd en in de reguliere competitie 57 punten haalde. Daarop hebben we zelf een tabel opgesteld. Tot Nieuwjaar vielen nog 33 punten te verdienen, we hebben toen 23 punten vooropgesteld. En 18 op 27 na Nieuwjaar, dat leek ook haalbaar. Dat alles hebben we toen ook zo gecommuniceerd naar de spelers. Nadien vond ik ook onze wedstrijd op Kortrijk, rond de kerst, een kantelmoment. We moesten winnen om onze doelstelling te halen. De dag na de 1-4 tegen Anderlecht de week voordien was er een kerstfeestje gepland. We hebben wat nagedacht, of dat wel opportuun was, en uiteindelijk beslist het toch te doen. Het klinkt raar, maar het was misschien wel het plezantste kerstfeest sinds ik hier ben. Als je vervolgens wint op Kortrijk, kan je met een goed gevoel de winterstop in. Dan volgde de stage en een duidelijk transferplan, waarin je kon doen wat je hoopte te doen. BenoîtPoulain, LudovicButelle en nog een targetspits, Wesley, in. En Víctor Vázquez uit.’

Dat er duidelijkheid kwam rond Vázquez, bleek achteraf een goeie zaak.

MANNAERT: ‘Ik had nooit gedacht dat hij nog bij ons zou zijn en was wat verrast door de schraalheid van het aanbod voor de Profvoetballer van het Jaar. Het plan was om hem in de zomer te laten gaan. Vervolgens zijn we na Nieuwjaar aan een fameuze reeks begonnen, waarin we een aantal spelers zagen terugkomen. Een volgende kantelmoment was de bekerfinale, die alles nog eens op scherp zette. Achteraf bekeken was het goed dat we na die bekerfinale nog eens op stage gingen, ook al zag niet iedereen dat vlak na de aanslagen zitten. Toen kwam het besef van: mannen, als we het niet allemaal gaan oppikken en iedereen zijn niveau niet wat omhoog trekt, gaat het hier niet lukken. Ik blijf er wel bij: als AbdoulayDiaby in de bekerfinale geen rood krijgt, winnen we de beker ook, maar toen kwam voor de laatste keer dat oud zeer nog even piepen.’

Had hij geen rood gekregen in Brussel, dan was hij misschien niet ontploft in de play-offs…

MANNAERT: ‘Ja. Of er was misschien iets gelijkaardigs gebeurd in de play-offs, met dan misschien zwaardere gevolgen. Samengevat: er zijn een aantal kantelmomenten geweest waar we, vanuit de ontgoocheling, sterker zijn uitgekomen. Je voelde de groep dichter bij mekaar komen. Het laatste kantelmoment was in Gent, die 1-4-winst. Als dat lukt in een jaar waarin het moeilijk was om toppers op verplaatsing te winnen, …’

UITBLINKERS

Kan u er spelers uitpikken die sleutelfiguren waren?

MANNAERT: ‘Als je een analyse maakt bij de winterstop, wist je dat het probleem niet offensief was, maar defensief. Dat had niet te maken met één iemand, maar met stabiliteit. De terugkeer van BjörnEngels gekoppeld aan de transfer van Butelle heeft daar gespeeld. Het was niet de schuld van SébastienBruzzese, maar die kwam als doublure van Mathew Ryan. Als die vertrok, zou er iemand anders komen. Séba wist dat, dat heeft er ook voor gezorgd dat Butelle direct aanvaard werd. En dan denk ik dat HansVanaken met het vorderen van het seizoen toonde dat hij op dit niveau al eens het verschil kan maken, zowel door zelf te scoren als door beslissend te zijn in de passing.’

Dat heb je wel nodig in moneytime: spelers die tien wedstrijden lang een niveau kunnen aanhouden.

MANNAERT: ‘LiorRefaelov speelde een belangrijke rol in die twee thuiswedstrijden die we écht moesten winnen – Zulte Waregem en RC Genk – maar blessuregevoeligheid speelt een rol. En dan had je ook JoséIzquierdo, die in Gent al in de eerste helft het verschil maakte. In Kortrijk heeft hij het ook ingeleid. Vergeet ook Jelle Vossen niet, die de moeilijke goals maakte. Op Lokeren, thuis tegen Genk, op Mechelen, …’

En drie Rode Duivels in de brede selectie…

MANNAERT: ‘Dat is goed voor hen. De blessure van Björn is misschien wel logisch als je zestien maanden out was. Medisch was het haast te voorspellen dat er iets fout kon lopen.’

‘ALLEZ MICHEL, RESTE AVEC NOUS’

Het dossier van de sportieve staf lijkt heel zwaar. Het wordt niet gemakkelijk om de erfenis van Michel Preud’homme over te nemen.

MANNAERT: ‘Uiteraard is zijn aandeel groot maar er stond al iets voor Michel kwam. In zijn eerste interviews zei hij dat ook: het is een gestructureerde club waar ik in terechtkom. Hij vergeleek met Gent en Standard en zei dat hij hier niet hoefde te bouwen, maar zich kon toespitsen op het technische werk. Dat heeft hij de voorbije jaren heel goed gedaan. Stel dat hij zou vertrekken, dan staat er nog meer dan vroeger. We hopen alleszins dat Michel blijft. Hij is een absolute toptrainer. Eén belangrijk verschil met de play-offs van de vorige jaren is dat de spelers meer zelf de dingen hebben vastgepakt. Op de lentestage kwam er vanuit de groep zelf een stuk autonomie. Je moet het ook op het veld doen. Er was een duidelijke strategie, maar er waren nog wel wat spelers – Simons, Vormer, Claudemir – die daar een toegevoegde waarde aan gaven. Dat was een duidelijk verschil met vroeger. Ik noem dat een soort zelfredzaamheid, die maakte dat we minder uit balans waren na een nederlaag. Ik ben ervan overtuigd dat we vroeger met een 0 op 6 in de play-offs mentaal uitgegleden zouden zijn, nu bleven we overeind. Dat is iets wat spelers bij zichzelf vonden. Er was een verschil tussen zomerstage, winterstage en lentestage. Je voelde dat groeien, zeker op het einde, daar voelde je een spelersautonomie.’

Zijn jullie op de hoogte van de beslissing die Preud’homme naar eigen zeggen al in januari nam?

MANNAERT: ‘Zo goed ken ik hem inmiddels ook wel, dat hij al wat is geswitcht qua emoties. In september, in de periode van de 5-0 tegen Napoli, zat hij diep. Michel is rationeel, en in zijn beleving tegelijk zeer emotioneel. Je wordt daar ook wat filosofischer in. We hadden dat met ChristophDaum ook. Hij had een contract van twee jaar, maar zei op een bepaald moment: we houden het op één jaar.

‘We zijn ermee bezig, maar nog niet klaar. Het dossier is belangrijk genoeg om niet overhaast te werk te gaan. Er is voldoende kwaliteit om de continuïteit te verzekeren. Uiteraard is een hoofdcoach belangrijk, maar het doel moet zijn dat het succes van een topclub niet afhangt van personen. Dan heb je goed gewerkt, vind ik. Het beste voorbeeld is Borussia Dortmund. Jürgen Klopp vertrok en werd opgevolgd door iemand van wie 90 procent van de Belgen de naam niet kende (Thomas Tuchel, nvdr), en het ging weer goed. Barça nam Luis Enrique, die het niet deed bij AS Roma, maar daar wel. Dat heeft met de cultuur te maken. Maar zo’n cultuur heeft wat tijd nodig, omdat je continuïteit moet hebben bij mensen die zich wat ondergeschikt maken aan het geheel.’

BOUWDOSSIERS

Over naar de bouwplannen. Het stadion is iets voor over vier jaar, zei de voorzitter na de wedstrijd tegen Anderlecht.

MANNAERT: ‘Het zal zoiets zijn, ja: drie à vier jaar. Daarom gaan we hier de derde verdieping van Jan Breydel volledig herinrichten. Dat gingen we sowieso doen, kampioen of niet, om daar nog wat extra rendement te halen. En ook om de beleving van onze commerciële partners nog wat te verhogen. Club Brugge in het stadion is een echte belevenis. Daikin verlengde ook daarom zijn contract met één jaar. Ook op dat vlak geeft de titel weer ademruimte en lucht, het geeft al die commerciële partners weer wat zekerheid.’

U moet wel mee, want in Zulte Waregem, Oostende en Gent investeerden ze ook in het stadion.

MANNAERT: ‘Ja, maar wij gaan al vijf jaar voor hoog niveau en geïndividualiseerde formules, met een goede service, een goede menukaart en echte voetbalbeleving kort bij het veld. De laatste drie jaar is er maar één club geweest die twee prijzen pakte: Club Brugge. De rest werd of kampioen, of bekerwinnaar. Niet de twee. Als je dat kan zeggen, is dat tof.’

Het heeft alleen wat langer geduurd dan jullie bij de start dachten.

MANNAERT: ‘Ja. Ook in verband met het stadion. Maar daar weten we nu toch dit: er is geen enkele onteigeningsprocedure die makkelijk loopt. En er is geen enkele wetgeving die zoiets faciliteert. Het belangrijkste is dat er een zeer duidelijk draagvlak is op Vlaams én stedelijk niveau.’

Vond u het dan jammer dat de burgemeester op de titelviering werd uitgejouwd?

MANNAERT: ‘Natuurlijk! Dat is een dag waarop je moet juichen. Maar goed, supporters kennen niet altijd het hele verhaal. Napels en het verbod om die wedstrijd bij te wonen was voor hen het meest tastbare. Over het stadion wordt amper gecommuniceerd, wat ik een goeie zaak vind. Maar dat is niet altijd even dankbaar.’

Idem voor het oefencomplex in Westkapelle, ook dat lijkt niet op te schieten.

MANNAERT: ‘Tegen dat het daar allemaal af zal zijn, zal het ook wel voorjaar 2018 zijn en aangezien we niet verhuizen tijdens het seizoen, zal het voor het seizoen 2018/19 zijn. Je kan zeggen dat dat laat is, omdat het een bestaande sportzone is, maar ook daar spreek je over onteigeningen voor vier velden een één gebouw. Vaak heeft dat te maken met procedures die moeten worden gevolgd en dat er weinig deadlines zijn in dit soort dossiers. Er staat wel in welke positieve adviezen je nodig hebt, maar niet tegen wanneer die bepaalde dienst zich moet uitspreken. (glimlacht) Ik kreeg zondag een sms’je van Paul Okon: good things happen to those who can wait… Dat zal ook voor onze bouwdossiers gelden.’

DOOR PETER T’KINT – FOTO’S BELGAIMAGE

‘De laatste drie jaar is er maar één club geweest die twee prijzen pakte: Club Brugge.’ VINCENT MANNAERT

‘Vroeger waren we met een 0 op 6 in de play-offs mentaal uitgegleden, nu bleven we overeind.’ VINCENT MANNAERT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content