De straten van Luik hangen vol kerstverlichting en goed humeur, om binnenkort 2014 uit te kunnen zwaaien. De koude prikt een beetje en herinnert ons eraan hoe de armen lijden, net zoals Jezus, die in een stalletje geboren werd omdat alle deuren gesloten bleven. Freddy Luyckx bestelt in een taverne op de Place Cathédrale een oxo. “Ik heb goede herinneringen aan dat drankje”, zegt hij. “Vaak heeft het me verwarmd na een match bij de jeugd. Nu ben ik 55 en besef ik hoe snel de tijd gaat. Maar ik klaag niet, elke leeftijd heeft zijn charme en ik heb nog veel plannen. In 1991 heb ik mijn carrière beëindigd bij Beerschot. Ik werd opgeleid bij Tubize en speelde nadien voor RWDM, Seraing en Standard.”

Was stoppen een gemakkelijke beslissing na 343 matchen in eerste klasse en wanneer je nog maar 32 bent? “Niet echt”, zegt hij. “Ik was een snelle rechtsachter, met veel inzet, en ik haalde vaak de achterlijn. Ik heb veel grote afwerkers bediend: Nico Janssen, Jules Bocandé, Nico Claesen, Alex Czerniatynski, Horst Hrubesch, Kenneth Brylle… Ik speelde een goed seizoen bij Beerschot onder een heel interessante maar wat vergeten coach: Aad Koudijzer. Na dat jaar ging het moeizamer, in 1990/91 was mijn snelheid wat afgebot en trapte ik mijn voorzet al ver voor de achterlijn. Dat was een duidelijk signaal en ik wilde dat niet wegsteken. Ik kreeg nog aanbiedingen, maar je moet jezelf niks wijsmaken: het was over. Ik bereidde me erop voor door in april 1991 met een managementbureau te beginnen.”

En zo voegde Luyckx zich bij het pelotonnetje Belgische spelersmakelaars als FernandGoyvaerts, Yves Baré of Louis Devries. De kaarten liggen anders sinds het Bosmanarrest, tegenwoordig willen alle raadsmannen een stuk van de koek. “Ik heb van veel spelers de belangen behartigd, maar ik zou er toch een in het bijzonder willen noemen: Frédéric Herpoel. Zeventien jaar lang heb ik me met zijn transfers beziggehouden. Wel, er bestond niet eens een contract tussen ons. Ik had zijn woord, hij had het mijne. En een woord was een woord. Toen hij als vrije speler bij Gent vertrok, werd hij door andere makelaars benaderd, maar hij heeft die altijd doorverwezen naar mij. Een uitzonderlijk voorbeeld van trouw.”

Het stresserende leven heeft sporen nagelaten, zegt hij: “Ik kwam laat thuis, had een pak afspraken op een dag, altijd met één oog op mijn gsm. In 2007 heb ik ernstige hartproblemen gekregen. Het was tijd om het wat kalmer aan te doen. Ik hou me nog met voetballers bezig, maar minder intensief. Ik heb mijn activiteiten wat gespreid.” Zo sloot Freddy Luyckx Management een opgemerkte eerste deal in de golfwereld, met onder meer de uitgave van een luxemagazine, Inter Entreprises Magazine.

“Ik ben begonnen met een golftrofee voor bedrijven”, legt hij uit. “Zij schrijven ploegen in die zich drie keer per jaar met elkaar meten, in Oostende, in Sart-Tilman en op de Golf de Mazy Falnuée. Alles moet perfect in orde zijn: de course natuurlijk, maar ook het onthaal, de recepties, de prijsuitreiking… Doorheen de jaren hebben we al honderden bedrijven mogen ontvangen. Die mensen zie ik vaak terug in de voetbalstadions.” Terwijl hij van zijn hete oxo nipt, vertelt Luyckx nog wat over zijn mooie jaren in Molenbeek en op Sclessin. En om af te sluiten: “Ik ben dit seizoen al een paar keer naar Seraing United gaan kijken. Op Le Pairay komen, dat doet me toch nog elke keer iets.”

DOOR PIERRE BILIC

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier