Men zou mogen verwachten dat een trainer die in vier jaar tijd drie prijzen wint stilletjes aan recht heeft op een standbeeld. In Sint-Truiden voegde men de daad bij het woord ter ere van Raymond Goethals omdat hij erin slaagde om eens vicekampioen van België te worden met de Limburgers. Er zijn echter ook clubs waar de lat veel hoger wordt gelegd! Dat heeft Ariël Jacobs mogen ondervinden tijdens de kampioensviering na de beslissende match tegen Club Brugge. Hij werd meedogenloos uitgejouwd door een deel van het publiek toen hij het podium betrad. Hoogst ongepast en vernederend als je het mij vraagt.

Het moet de eerste keer zijn in de geschiedenis van Anderlecht dat er werd gefloten na het behalen van een titel. Herman Van Holsbeeck kent zeker het gevoel want hij werd op dezelfde manier aangepakt tijdens de opendeurdag voor het seizoen. Volgens mij moeten supporters doen waar ze goed in zijn: supporteren en daarmee basta! Ik ga nu niet beweren dat ik met alles akkoord ga wat Jacobs doet, maar ik heb wel respect voor de man, want er zijn weinig trainers die het vier jaar zouden uithouden bij paars-wit. Men staat er constant onder druk en dat vreet aan een mens.

Ik ken Ariël persoonlijk niet zo goed, maar hij is wel een streekgenoot van mij. Toen ik nog een jong manneke was, ging ik af en toe eens kijken naar Diegem Sport, dat in derde nationale speelde. Ariël was er midvoor, een echte doelpuntenmachine, jaar na jaar topschutter van de reeks. Zijn moeder had een café recht tegenover het veld en daar ging ik soms eens een pintje drinken na de match. Je kon in Machelen, mijn geboortedorp, beter zwijgen dat je naar het voetbal was geweest in Diegem, want de rivaliteit was nogal heftig tussen de twee dorpen. Ik was al bijna in ongenade gevallen omdat ik een aansluitingskaart had getekend bij FC Peutie en niet bij CS Machelen … Jwe moet het lot niet tarten.

Ik heb vijf trainers versleten bij Anderlecht, Maar er was niemand die het vier jaar heeft volgehouden. De gemiddelde duur van hun verblijf was anderhalf tot twee jaar. Alleen Goethals deed beter, drie, maar die kon goed met de wind meedraaien. Als Constant Vanden Stock voorstelde om iets te veranderen dan antwoordde hij steevast: ” Ik was na just zelfste oen ’t peizen president.” En dat heb ik uit goede bron, maar de naam van mijn informant mag ik niet onthullen, want ik had Martin Lippens beloofd om te zwijgen.

Hans Croon werd er zelfs na één jaar uit geflikkerd, ondanks het winnen van de Europabeker voor bekerwinnaars tegen West-Ham United met 4-2 en de beker van België met 4-0 tegen Lierse, want mijnheer Constant wou absoluut Raymond Goethals als trainer. Croon is deze opdoffer nooit meer te boven gekomen.

Zelfs George Kessler hield het maar anderhalf jaar vol. Voor zijn vertrek vertrouwde hij mij toe dat hij al die intriges kotsbeu was. Hij duldde geen enkele inspraak van buiten uit, wat niet opportuun was in het toenmalige Astridpark en dus niet bevorderlijk voor een lange loopbaan bij Anderlecht.

Urbain Braems slaagde er ook in het twee jaar vol te houden, en mocht enkele jaren later zelfs nog eens terugkeren. Urbain had nochtans buiten zijn wil om een serieuze aanvaring met Paul Van Himst. Polle had een week niet kunnen trainen voor de Europese uitmatch tegen FC Zürich. Constant Vanden Stock stelde Urbain voor om Van Himst als rechtsbuiten op te stellen. Indien de viervoudige Gouden Schoen weigerde, dan moest hij maar op de bank zitten. Braems moest het goede nieuws gaan overbrengen. Polle weigerde op het voorstel in te gaan en nam plaats op de bank. We verloren met 1-0 en lagen eruit. Braems en Van Himst spraken maandenlang niet meer tegen mekaar.

Neen, trainer van Anderlecht zijn is nooit gemakkelijk geweest …

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content