Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Het zal wel enkele maanden duren voor Takayuki Suzuki zijn draai vindt bij RC Genk, vermoedt trainer Sef Vergoossen. Reconstructie van een transfer met hoog stuntgehalte.

Zaterdagavond om half zeven zette Takayuki Suzuki (26) zijn handtekening onder een contract bij RC Genk. Daarmee kwam een einde aan een verhaal dat begin dit jaar door trainer Sef Vergoossen in gang werd gestoken. “Met Roda was ik destijds al in bespreking of het haalbaar was om een Japanse speler te halen”, doet hij zijn verhaal. “Ik heb zelf nog les gegeven in Japan, had er contacten. Uiteindelijk bleek Roda er niet rijp voor te zijn en hebben we het afgeblazen. Voor de gewone Belgische club zou ik ook zeggen : doe geen moeite, want alleen al door hun levensstandaard – die jongens verdienen een paar miljoen – is het niet haalbaar. Maar in Genk heb ik gezegd: check het toch maar eens, want op onze shirts staat Nitto ( al vier jaar de hoofdsponsor van Genk, nvdr) en dat is toch een Japans bedrijf. In februari, maart hebben we het opgestart, met het nieuwe seizoen en wat er kon gebeuren op de transfermarkt in het achterhoofd. Op een paar andere jongens hebben we neen gezegd, maar met Suzuki klikte het, puur technisch gezien. Door de inbreng van Nitto was het ook haalbaar. Dus hebben we doorgezet.”

Dat ook commerciële belangen spelen, geeft Vergoossen grift toe. “Het zou hypocriet zijn dat te ontkennen. Je kan niks te maken willen hebben met de commercie, maar zo werkt het niet meer. Maar : het gaat eerst wel om het voetbal, die volgorde moet je vasthouden. Ik weet alleen dat het de club niets kost en als het ze wat oplevert, waar lul je dan over?”

Robert Raes rondde in Japan in aanwezigheid van onder meer Fifa-agent Fernand Goyvaerts de deal af. Een tweetal weken geleden reisde hij af voor wat de moeilijkste onderhandelingen uit zijn carrière zouden worden. Raes: “Een heel apart verhaal, typisch Japans, veronderstel ik. We kwamen aan op donderdag. Kashima ligt op 120 kilometer van Tokio, maar de club had die dag geen tijd om me te ontvangen. De eerste afspraak was voorzien vrijdagmorgen half twaalf. Bellen ze mij een half uur vooraf om te zeggen dat ze ons niet voor 13 uur konden ontvangen. Om half één weer telefoon : afspraak verplaatst naar half drie. Toen zijn de eerste, naar mijn gevoel heel stroeve contacten gelegd tussen ons en de voorzitter, geflankeerd door zijn twee directeurs – die toevallig ook allebei Suzuki heetten. Die voorzitter, een groot industrieel, had de hele tijd zijn twee handen op de tafelrand liggen en zat kaarsrecht. Men had ons vooraf op het hart gedrukt om hem nooit recht in de ogen te kijken, omdat dat vernederend zou zijn. Er was iemand die alles opschreef.

“Ik ben anderhalve maand met die overgang bezig geweest, er zijn ontzettend veel faxen heen en weer gegaan. Financieel bleek alles haalbaar en over het feit dat we hem het eerste seizoen alleen wilden lenen, was er ook duidelijkheid. We hadden geen echt akkoord voor we afreisden, dus verwachtte ik wel wat gepraat. Maar toch dacht ik : we lossen dit even op, doen allebei wat water in de wijn, boeken dicht en vrijdagavond vlieg ik met Suzuki terug naar België.

“Bleek de waarheid toch even anders te zijn. We hebben die eerste dag in totaal zeven uur gediscussieerd, zonder er uit te komen. Zo weinig rooskleurig zag het er uit, dat ik in het hotel een fax heb gestuurd naar onze voorzitter en naar de directeur van Nitto met de vraag om alsjeblief geen persconferentie te houden om de komst van Suzuki aan te kondigen. Financieel lag het zo moeilijk dat ik helemaal niet meer wist of we er wel zouden uitkomen.”

De persconferentie afgelasten kon echter niet meer, legt Jos Broeckmans van Nitto uit. “We hadden het maanden stil kunnen houden, maar dinsdag stond het nieuws op een Japanse website, het werd opgepikt door een Japanse werknemer van een bedrijf in Opglabbeek en zo sijpelde het door in België. Toen het vrijdagmiddag in het VRT-journaal zat en daarna op teletekst stond, besloten we om door te gaan, maar er wel bij te zeggen dat er slechts een princiepsakkoord was. Alleen was die nuance ’s anderendaags in de kranten niet terug te vinden.”

En dat had zo zijn gevolgen 11.000 kilometer verder. Robert Raes vervolgt: “Zaterdag werd ik om half tien ’s ochtends bij de clubvoorzitter ontboden. Ik werd er duchtig de mantel uitgeveegd, op een manier die aan het oude Duitse regime deed terugdenken. Voor hem lagen de teksten van de persconferentie op tafel. Woedend beet hij ons toe of we dachten dat wij een speler hadden die hen toebehoorde… Ik heb me vijf keer dubbel gebogen, gezegd dat ik me verontschuldigde, dat de pers het allemaal verkeerd had voorgesteld, dat onze mensen het verkeerd hadden voorgesteld, kortom : in alle bochten geplooid om nog iets te redden. Ik vrees dat we daar de kracht van de elektronische snelweg hebben onderschat. Wat wind maakte in België had de kracht van een ontploffing in Japan. Om elf uur stuurde hij me wandelen met de woorden dat ze het dubbele van de prijs wilden.”

Twee uur later kreeg de Belgische delegatie opnieuw een telefoontje. Dat er verder kon worden vergaderd. Waarna even later die vergadering prompt weer werd uitgesteld. Raes: “Ik heb het allemaal gereconstrueerd, in een poging om het te snappen en ik denk dat ik er uit ben: ze wilden ons laten voelen dat zij de baas waren. Telkens weer dat uitstel, het was geen toeval. Uiteindelijk zijn we toch beginnen praten, opnieuw vijf uur aan een stuk.”

Inzet van het gesprek waren dit keer de portretrechten en de merchandising. Raes: “Zij wilden die eerst niet afstaan, terwijl het uiteraard voor ons bedrijf Nitto-Denko essentieel was. Met portretrechten valt in Japan ontzettend veel te verdienen, omdat veel zenders reclame maken met voetballers en onze sponsor daar ook gebruik van wilde maken. Uiteindelijk zijn we tot een compromis gekomen, dat de club de rechten die ze op de speler had voor hij naar ons kwam, mocht behouden en dat de nieuwe contracten voor ons zijn.”

De onderhandelingen werden zaterdag afgebroken toen de wedstrijd tegen Verdy Tokyo begon. Raes: “Typisch was dat we niet in de hoofdtribune mochten zitten, maar een plaatsje kregen aan de overkant. Omdat de plaatselijke pers ook aandrong op nieuws, moest de voorzitter na de match een persconferentie geven. Daar beging hij in mijn ogen een flater, door te verklaren dat hij op een halve millimeter van Genk stond. Ook de speler zei dat voor hem alles in orde was, en dat hij naar Genk trok. Daarmee gaf de voorzitter zijn wapens uit handen en versterkte hij mijn positie zondagmorgen. Wat ook bleek : op vier uur tijd was de zaak beklonken. Eens het akkoord gesloten was, sloeg de sfeer helemaal om. We gingen eten in een mooi restaurant en het was alsof we de beste vrienden waren.”

Over hoeveel de overgang van Takayuki Suzuki kostte, daarover laat Robert Raes zich niet uit. In principe kost het RC Genk niks en is het Nitto dat de kosten draagt. Jos Broeckmans legt er evenwel de nadruk op dat de club de volledige eigenaar is van de speler en dat die ook bij RC Genk op de loonlijst staat. Alleen werd, om het bedrag te dekken, een bijkomend sponsoringcontract afgesloten. Goedkoop is Suzuki geenszins. Een huurprijs van 300.000 eurovoor één jaar, hoorde je al. Raes: “Ik bevestig niks, maar ik zeg ook niet dat het niet klopt.”

Vermoed wordt dat het loon van Suzuki in de buurt van de 700.000 euro komt. Sef Vergoossen: “Heb ik totaal geen idee van, maar het zou best kunnen, voor een topsporter is dat ginder de norm. Maar goed, ook daar moeten de anderen mee om kunnen. Wie dat niet kan, moet op een lager niveau gaan voetballen.”

Vergoossen had het met de spelersgroepal over de komst van Suzuki : “Je haalt er wel wat mee binnen, daarvan zijn we ons bewust. Er zal heel veel belangstelling naar die jongen uitgaan. Hij heeft er geen behoefte aan, is blij als hij hier de deur achter zich kan dichttrekken om alleen nog met voetbal bezig te zijn. In hun land zijn zij sterren en moeten ze bewaking hebben op straat. Maar hij vraagt er niet om, ze zijn ook wat cooler, kunnen er best mee om. Ik heb de parallel met Wesley ( Sonck, nvdr) getrokken : hij heeft er vorig jaar ook niet om gevraagd, maar kreeg het wel. Alleen: als je er jaloers van wordt, heb je wél een probleem. Maar daar ben ik gerust in, over een paar weken zien ze die camera’s niet meer staan.”

Volgens Japanse verslaggevers kan Suzuki zowel rechts als links op de buitenkant spelen. Hij is perfect tweevoetig. Sef Vergoossen: “En hij scoort ook niet zo vaak. Die informatie ligt allemaal bij ons, hoor, we zullen zien wat we ermee doen. Donderdag had ik een lang gesprek met hem. Ik vroeg wat hij de laatste maanden had gedaan om in te schatten hoe ik hem moet belasten. Na het WK heeft hij nog één dag getraind, daarna elf dagen vakantie gehad, is dan elf dagen met zijn club op trainingskamp geweest, heeft tegen Verdy nog die wedstrijd gespeeld en is dinsdag op het vliegtuig gestapt. Fysiek mag er geen probleem zijn, alleen heeft hij geen rust gehad. Wat er in oktober zal gebeuren, weet ik dus niet. Ik had het er met Bert van Marwijk ook al over : voor Ono bij Feyenoord zijn draai vond, was er een half jaar voorbij.”

Ondertussen in Kerkrade. Donderdag. Met een gemengd team geeft RC Genk in het nieuwe stadion van Roda JC de ploeg van Wiljan Vloet partij. De WK-gangers Suzuki, Sonck en Bernd Thijs zitten nog in de tribune. KoenDaerden blijft negentig minuten op de bank. Genk voetbalt aardig mee, maar foutjes in het centrum worden afgestraft. Na ruim vijf kwartier staat het 4-0, pas dan kan Mike Mampuya, een belofte, milderen. De Genkse tekortkomingen komen aan het licht : de achterste lijn wijkt en maakt het veld te groot, vanaf de flanken wordt er onvoldoende geknepen. Skoko en Wamfor, weer middenvelder, kunnen het niet belopen en worden tegen drie man uitgetikt.

’s Anderendaags analyseert Sef Vergoossen met de groep de pandoering – en nuanceert. “Je hebt slow starters, zoals Koen. Het komt allemaal wel, dat heb ik hen voorgehouden. De vier tegengoals waren voor sommigen wel een tik. Maar ik word nooit de kampioen van de vriendschappelijke wedstrijden, omdat ik ook dingen wil zien. Wat jonge jongens doen, ook de discutabele gevallen. Dat kan je alleen als je ze laat voetballen, niet tegen provincialers, maar in wedstrijden tegen RKC of Roda. Duidelijk is dat je voor onze speelwijze een goeie fysiek moet hebben én een team dat met elf mensen hetzelfde denkt. Vorig jaar werd ook al gezegddat het voorbereidingsprogramma te zwaar was. Dat klopt niet, behalve als je vindt dat je in elke wedstrijd voor je sterkste elftal moet kiezen.Tegen een vierdeprovincialer heb ik gezien hoe die zeven keer alleen voor de goal kwam. Ook daar bleek het dus al niet te kloppen, al straften zij dat niet af. Druk zetten, snel omschakelen, compact spelen, daar liggen voorlopig de problemen. Als je naar de uitslag tegen Roda kijkt, zeg je : ‘het lijkt er niet op’, maar ik vind dat we behoorlijk op weg zijn.”

Zaterdag moest het grote debuut van Takayuki Suzuki worden. In een galamatch tegen PSV, ter gelegenheid van (een klein beetje) de opening van de nieuwe zuidtribune en (vooral) het afscheid van Luc Nilis. Vergoossen stelt dit keer wél zijn sterkste team op, met Sonck, Daerden én Thijs, en achterin Kevin Vanbeuren als potentieel nieuwe rechtsachter. Davy Schollen staat in het doel. Jan Moons zal straks nog wel de nummer één zijn, maar Schollen laat alvast zien dat hij een ernstige concurrent is. Het debuut van Suzuki valt letterlijk in het water, want na iets minder dan een uur spelen wordt de partij wegens een wolkbreuk afgebroken bij een stand van 0-0. Beide teams krijgen kansen om te scoren, maar benutten die niet – Schollen redt zelfs een strafschop.

De Genkse basisploeg van vorig seizoen kan gerust ook die van dit seizoen worden, want niemand vertrok. Misschien is dat nog de grootste troef van de titelverdediger. Sef Vergoossen: “Een paar maanden geleden was ik bang voor de uittocht. Nu ben ik opgelucht, maar nog niet zeker, want bij Roda maakte ik het mee dat Bob Peeters naar Straatsburg zou gaan. Dat ging niet door, maar vijf dagen voor de eerste wedstrijd toonde Vitesse belangstelling en was hij toch weg. Nu is het een beetje crisis in het voetballen. Twee jaar geleden hadden we nu 10 miljoen euro in de zak, maar waren we gegarandeerd drie spelers kwijt geweest. PSV heeft ook rekening gehouden met het vertrek van Hofland, Van Bommel en/of Kezman. Maar geen van hen is weg. Er was concrete belangstelling van Hertha Berlijn voor Wesley, en Schalke was ook lang op de markt, maar het is niet doorgegaan. En dat maakt Genk sterker, uiteraard.”

door Peter T’Kint

‘Er is geen uittocht geweest. Dat maakt Genk sterker.’

‘De eerste dag hebben we zeven uur gediscussieerd, zonder er uit te komen.’

‘Eens het akkoord gesloten was, sloeg de sfeer helemaal om.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content