Begripvol schaaft coach Harm van Veldhoven van Cercle Brugge aan Stijn De Smet, de 21-jarige ruwe diamant in zijn ploeg.

Als aanvaller Stijn De Smet van Cercle Brugge na een wedstrijd zijn visie op de match geeft, zit zijn kostuum doorgaans wat slordig en scheef. Met de handen in de zakken leunt hij tegen de muur, bij menige vraag schijnbaar ongeïnteresseerd wat geblaas uitbrengend of een zucht slakend. Het is de nonchalance die hem op en top typeert.

De ene 21-jarige is de andere niet. Terwijl nieuweling Tom De Sutter zich in het aanvallende compartiment van groen-zwart voorbeeldig doorzet door er van nature uit telkens volledig voor te gaan, heeft De Smet een veel striktere opvolging nodig. “Qua benadering moet ik heel verschillend te werk gaan”, zegt trainer Harm van Veldhoven. “Bij Stijn is het aangewezen om veel sneller een extra gesprekje in te lassen. Vorig seizoen diende ik hem geregeld eens een trap onder zijn kont te geven, want talent alleen volstaat niet.”

Misschien gaat het op de grasmat af en toe iets te gemakkelijk voor de jeugdinternational, bedeeld met meer kwaliteiten dan de doorsneevoetballer op zijn leeftijd. “Soms heeft het daarmee te maken”, beaamt de coach. “Je moet er nauwlettend op toezien dat hij na een goede prestatie de positieve lijn doortrekt. Hij heeft mensen nodig die hem erop wijzen dat dat belangrijk is, nu laat hij de concentratie bij tijd en stond nog een beetje verslappen. Maar hij verbeterde al een heel stuk. Je ziet dat hij volwassener wordt. Hij weet dat hij op bepaalde momenten initiatieven moet nemen en dat wij daarop letten.

“Er werd De Smet in het verleden al dikwijls verweten dat hij niet genoeg voor zijn sport leefde. Ik ga daarmee niet akkoord. Je moet profvoetballer wórden. Jongens als hij belanden in een wereld waarin ze aftasten wat kan en wat niet. Ze dienen het nog te leren en daar moet je voor openstaan. Een mentaliteit verander je bovendien niet in een-twee-drie.

“Op een bepaald moment verdwijnen de jeugdzondes en moet De Smet rijp genoeg zijn om te stellen : ‘Dit geef ik nooit meer af.'” Volgens Van Veldhoven is die fase stilaan aangebroken. “Dit seizoen zou hij niet meer uit de ploeg mogen raken. Bij een team als Cercle moet Stijn daarenboven een stuk maturiteit kunnen afdwingen, het elftal helpen dragen.” Dat lijkt moeilijk combineerbaar met de verlegenheid van de West-Vlaming. “Hij dient inderdaad nog wat meer lef te tonen om soms een beetje naar het brutale toe te gaan.

“De Smets schuchterheid impliceert echter niet dat hij niet collegiaal is. Stijn blijkt een pientere volksjongen, is erbij als er grappen uitgehaald worden. Maar hij is niet de man die constant het hoge woord voert, eerder een teruggetrokken kerel. De Smet toonde zich altijd iemand die zich niet wilde opdringen, stelselmatig zijn pasjes wenste te zetten en zich daarbij vooral goed wilde voelen. Volgens mij verklaart vooral dat laatste waarom hij nu nog niet bij een grotere club zit. Tot nu toe was hij er erg voor beducht zichzelf voorbij te lopen. Hij voelde dat hij nog niet helemaal klaar was voor een volgende stap.

“Zich laten verblinden door een mooi voorstel van een topclub, nee, dat is niks voor hem. Ik heb eerder het omgekeerde gevoel, dat ik hem er al geregeld op moest wijzen dat Cercle niet groot genoeg is voor hem. Nu ervaart hij dat hij op het veld soms het verschil kan maken. Daardoor beseft hij stilaan dat hij iets meer moet verlangen. Toch wou Stijn zeker dit seizoen nog bij ons blijven, hier sterker worden. Maar hij is, net als De Sutter trouwens, een speler die op zijn 24e niet meer bij deze ploeg mag spelen. Zijn kwaliteiten reiken verder. Zit hij over een paar jaar wel nog bij groen-zwart, dan heeft hij iets niet kunnen volmaken.

“Ik heb in ieder geval al dikwijls gezegd dat ik De Smet op basis van zijn talent heel goed meeneem in mijn achterhoofd als ik hier ooit vertrek.”

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content