Na de landstitel haalden de min-15-jarigen van FC Brussels via de Europese finales van de Nike Premier Cup in Praag ook de wereldfinales. Zij toonden zich een waardige Belgische ambassadeur.

Het gaf het merendeel van de zestienkoppige selectie (samen met fysiektrainer Nourredine Zaïour en de begeleiders Jean-Pierre Meskens en Patrick Meys) een wat onwennige indruk : samen met de nationale beloften in het vliegtuig richting Praag, waar het team van trainer Daniel Putterie de Europese finales van de Premier Cup afwerkte. Terwijl de troepen van bondscoach Jean-François de Sart doorvlogen naar Sofia, mochten zijn spelers kennismaken met de indrukwekkende jeugdinfrastructuur van de Tsjechische topclub Sparta Praag. Een voormalig bolwerk van het communisme, een stadion dat plaats bood aan maar liefst 230.000 personen om grote marsen en toespraken te organiseren, werd omgebouwd tot een schitterend opleidingscentrum.

Vijf grasvelden en twee synthetische ondergronden zorgen ervoor dat, in de schaduw van het hoofdterrein van stadsgenoot Slavia Praag, de opvolgers van Karel Poborsky – nog altijd een icoon van het Tsjechische voetbal – worden klaargestoomd voor de toekomst.

Gouden stad

Tsjechië onderging een revolutie. Niet alleen politiek, weg met het communisme, maar ook toeristisch en commercieel. Hoofdstad Praag, op slechts 900 kilometer van Brussel, wordt elk jaar door meer vreemde bezoekers gefrequenteerd dan het hele land inwoners (zo’n 10,25 miljoen) telt. De trekpleister aan de Moldau leeft sinds het verdwijnen van het IJzeren Gordijn in een hoog tempo, waarin cafés, winkels, restaurants en galerijen komen en weer verdwijnen. De gouden stad met de duizend torens en bijna evenveel bijnamen, kan je bestempelen als het grootste openluchtmuseum van Europa. De eerste indrukken zijn overweldigend, door de combinatie van de gotische kathedralen en de adembenemende barokke skyline. Je riskeert nekkrampen doordat je voortdurend naar de schitterende voorgevels kijkt. Het middeleeuwse stadscentrum – gelegen achter de Karelsburg, waar portrettenmakers en muzikanten de aandacht trekken – valt op door zijn culturele rijkdom. Stare Mesto (oude stad) en Josefov (oud Joods getto) overleefden de beide wereldoorlogen én de grote overstromingen in 2002, toen het hele centrum onder water stond. Het Wenceslasplein is de slagader van Nove Mesto (nieuwe stad), waar veel hip volk samentroept. “Praag, deze moeder heeft klauwen. Die laten je niet los”, zo omschreef Franz Kafka zijn geboortestad.

In Praag kregen de spelers van FC Brussels de kans om internationale kleppers als Andrés Iniesta (Barcelona), Mikael Forssell (Birmingham), Ismael Aisatti (PSV) en Kim Källström (Rennes) op te volgen. Ook Moussa Dembele (AZ), Jonathan Blondel (Club Brugge) en Steve Colpaert (FC Brussels) namen al deel aan dit evenement. Twintig Europese ploegen streden voor vier plaatsen in Manchester, waar van 7 tot 11 augustus de wereldfinales plaatsvinden. FC Brussels, het Portugese Boavista, het Hongaarse Ferençvaros en het Zwitserse FC Basel plaatsten zich uiteindelijk. Manchester United (organisator), São Paulo (Brazilië), Arsenal (Engeland), Hertha BSC (Duitsland), Inter (Italië), Lanús (Argentinië), Guo’an Beijing (China) en Universidad Católica (Chili) zijn rechtstreeks geplaatst, terwijl vertegenwoordigers uit Spanje (1), Oceanië (1), Zuid-Afrika (1), Verenigde Staten (1), Mexico (1), Japan (1), Zuid-Korea (1) en Azië (1) nog vechten om een ticket.

Tsjechisch international Tomás Sivok (Sparta Praag) verrichtte de loting, terwijl Tomás Rosicky (Borussia Dortmund) voor het steuntje in de rug zorgde met een korte verklaring. “Als jonge voetballer is het ongelofelijk belangrijk om via internationale toernooien je waarde te testen”, stelde de WK-ganger. “Via de confrontaties met andere talenten kan je perfect je eigen kwaliteiten en gebreken inschatten.”

Fair play

Het was een boodschap die de spelers van FC Brussels goed onthielden. De ploeg van trainer Putterie mocht de Belgische eer verdedigen, nadat ze op 12 april op het oefencomplex van AA Gent met 1-0 de finale wonnen van Cercle Brugge. Een mooie opsteker, na het eerder behaalde kampioenschap. Ze eindigden ex aequo met aartsrivaal Anderlecht, maar de twee doelpunten extra gaven de doorslag. Altijd leuk om de stadsgenoot te verslaan, maar het leidt niet tot leedvermaak. “Nee, dat zou van weinig fair play getuigen”, beweert de man die al zeventien jaar een jeugdploeg van FC Brussels onder zijn hoede heeft. “Wij proberen altijd aanvallend voetbal te brengen, met pressing op de helft van de tegenstander. Ons doel is vrij simpel : onszelf en het publiek plezieren door mooi en efficiënt voetbal te brengen. Joga bonito. Dit seizoen lukte dat vrij aardig. Zeker als je weet dat de derde, Lierse, op twaalf punten eindigde.”

In Praag kreeg FC Brussels met het Zweedse Lunds (2-0), het Noorse Skeid (1-0), het Turkse Samsunspor (3-0) en het Portugese Boavista (2-1) een zware loting voor de eerste ronde. Maar een foutloos parcours leidde tot groepswinst en een Belgisch-Nederlandse confrontatie met Ajax in de kwartfinales. Dankzij een penaltyzege (4-3) na een 0-0-gelijkspel stelden ze de kwalificatie voor de wereldfinales in Manchester veilig. Na Germinal Beerschot in 2002 de tweede Belgische ploeg die daarin slaagde. De ontlading was groot, ook bij Putterie. “Ajax bezorgde ons het meeste last”, weet de coach. “Hun systeem van spelen, met flanken die het veld goed breed hielden, en de vermoeidheid die optrad, bezorgden ons wat problemen. Maar mentaal stonden we sterker dan zij. Dit is een onvergetelijk avontuur. Een moment dat we moeten koesteren. Want dit blijft toch een unieke ervaring, ook voor mij als coach”, vertelde hij met de tranen in de ogen.

Hij is niet verrast door het hoge niveau van zijn eigen team, dat na de verloren halve finale tegen FC Basel (1-1 en 4-3-verlies met de strafschoppen) uiteindelijk na winst tegen Boavista (2-1) als derde eindigde. “Nee”, zegt Putterie. “Omdat mijn ploeg beschikt over karakter, discipline, techniek, snelheid en de bereidwilligheid om voor elkaar te werken. Wij bewijzen hiermee dat er wel degelijk jong talent rondloopt in België. Alleen moet er nog wat geschaafd worden aan hun maturiteit. Dat is een Belgische lacune. Alleen via een betere omkadering kunnen we dat probleem oplossen.” Hij doelt op een betere organisatie van studies en faciliteiten voor jonge topsporters. “Zo kunnen wij jongens een nog betere opleiding geven, een manier vinden ook om beter te kunnen omgaan met stress en emoties.”

Putterie geeft toe dat hij de lat voor zijn ploeg bewust hoog legt. “Natuurlijk. Je moet altijd streven naar het maximum. Ik merkte dat de beste ploegen hier uitblonken door hun techniek en hoge snelheid van uitvoering.” Het deed hem veel plezier te zien dat zijn jongens standhielden en vlot meedraaiden. Hij vreest niet meteen een leegloop van zijn kern, ook al gingen Jonathan Lusadusu, Joany Mununga en Dieumerci Ndongala al testen bij PSV en worden ook de jeugdinternationals Vincenzo Palméri en Franck David aan de mouw getrokken. “Ik bouwde een zodanige vaderlijke band met hen op dat ik er zeker van ben dat ze nog minstens een jaar zullen blijven. Een aantal beschikt over de potentie om later in de eerste klasse te raken. Ze mogen nog niet te veel dromen, ze moeten de voetjes op de grond houden. De weg naar succes is lang en hard. Ik wil en kan hen daarbij helpen. Dat weten ze.”

FRéDéRIC VANHEULE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content