In het leidersduel van afgelopen weekend verloor Bree nipt van Oostende. Het weerhield Oostendecoach Matteo Boniciolli niet om te verkondigen dat ‘Bree momenteel de beste ploeg van België is.’

Dit seizoen werd door coaches en insiders aangekondigd als een pad vol verrassingen en dat is wel het minste wat we na ongeveer één derde competitie kunnen zeggen. Het onaantastbaar gewaande Charleroi donderde al driemaal van zijn sokkel, Oostende toont twee gezichten – thuis alles, uit niets -, Bergen twijfelt tussen definitief aansluiten of definitief afhaken bij de top en het vorige jaar zo speelse RB Antwerpen is momenteel een dor moeras van interne strubbelingen.

Gelukkig horen in dit verrassende competitieverhaal ook sprookjes. Zoals in het vredige Limburg, waar Bree een schitterende reeks neerzette van zes opeenvolgende overwinningen. Goed voor een gedeelde eerste plaats met Oostende. Net deze twee clubs stonden afgelopen weekend tegenover elkaar in een clash om de eerste plaats ( zie kader). Misschien was dat nog wel de grootste verrassing van allemaal : twee Vlaamse clubs die het nationale klassement aanvoerden. Twee dissidenten in een voorts nagenoeg volledig Waalse affaire.

Voor Bree een ontspannen trip naar de kust. Winnen of verliezen, het maakte weinig uit, want de ploeg van voorzitter Rik Monnens beleeft hoe dan ook een hoogconjunctuur. In onze voorbeschouwing op de competitie 2004/05 stak coach Chris Finch zijn ambities niet onder stoelen of banken : resoluut voor een play-offs gaan. Amerikaanse bluf van een jonge wolf die de Belgische competitie niet kent, dachten we. Zeker in een formule waarbij er maar vier teams naar de play-offs mogen. Maar zie, Bree won tot voor dit weekend zeven van zijn tien partijen en herbergt met Yves Dupont, Travis Conlan, Alton Mason en Brian Lynch enkele van de smaakmakers in dit kampioenschap. Statistieken zeggen niet alles, maar toch : Dupont prijkt in de toptien van assist- en reboundleiders, Conlan is tweede in de assiststand, Mason vierde in de topscorerslijst, Lynch staat in de toptien van rebounds en punten. Bovendien komen Brian Lynch en Yves Dupont ook voor in de toptien van meest waardevolle spelers.

Allemaal cijfertjes, waardoor we bijna voorbijgaan aan de grootste troef van dit Bree : de collectiviteit en – zoals ze in het Amerikaanse basketbal zo graag verkondigen – de team chemistry. Op haast Leekensiaanse wijze zorgen manager Rudi Kuyl en coach Finch voor allerlei randevenementen die groepsverstevigend moeten werken (PSV-Arsenal bijwonen, net als een concert van Clouseau et cetera…) en wordt er haast systematisch gehamerd op het groepsgevoel. Alton Mason : “Dit team presteert zo goed omdat de chemistry goed zit. Het maakt mij niet uit waar de coach mij zet, zolang de ploeg maar wint.” Yves Dupont : “Het is tof werken met de nieuwe coach en je voelt dat iedereen in de ploeg met vertrouwen speelt. Wij mogen en moeten naar die play-offs mikken.” Jim Cantamessa : “Hoeveel punten ik maak of rebounds ik pak, telt niet. Wij winnen als ploeg.” Het Grote Woordenboek der Clichés is klaarblijkelijk verplicht leesvoer voor de spelers van Bree, maar het geeft wel aan hoezeer deze plichtsbewuste bende dénkt als ploeg.

Om tot een dergelijke sfeer te komen bestaan er geen geheimen, enkel knowhow. Zo meent ook ploegmanager Rudi Kuyl, de architect van het new look Bree. “Als je een paar jaar onder de verwachtingen scoort, is het noodzakelijk schoon schip te maken. Het probleem van vorig seizoen was dat de verhouding prijs-kwaliteit niet klopte. Ik betreur het niet dat we al die spelers lieten gaan. Meer zelfs, dit seizoen spelen we met een goedkoper team ! Conlan en Lynch zijn met Finch meegekomen, die hen kende van in Duitsland.

“Het is onze verdienste dat we Finch in zijn keuze gevolgd zijn. Ik moest van hem die twee spelers vertrouwen, hij moest ons vertrouwen in het oordeel dat Dupont, Herbert Baert en Mason voldoende waren voor deze ploeg. De dingen die we aankondigden, gebeuren : we verdedigen beter, we staan collectief sterker, de positie van de spelverdeler is beter gestoffeerd, we hebben betere passers op de 1- en 2-positie en op verplaatsing komen we krachtiger voor de dag. Momenteel lukt alles, maar we moeten nuchter blijven, het heeft ons tot nu toe meegezeten. We wonnen tweemaal na verlenging, die partijen kunnen we evengoed verliezen.”

Opvallend wanneer je met de spelers spreekt, is de sereniteit rond Chris Finch. Een nieuwkomer in de Belgische competitie, een coach die geen indrukwekkende palmares kan voorleggen – niet als speler, (nog) niet als coach – en amper 35 jaar. Met zijn aardige kop en natuurlijke flegma palmt hij zijn spelers in. Kuyl steekt zijn waardering voor het werk van Finch niet weg. “We hebben bewust voor een onbekende coach gekozen. Een jonge Amerikaan. Finch heeft charisma. Ik had uit een lijst van vijfentwintig twee namen weerhouden : Louis Casteels en Chris Finch. Het was voor ons belangrijk om Johan ( Roijakkers, nvdr) in de club te houden en te zorgen dat er een coach kwam met wie hij goed kan opschieten. Dat het er dit jaar zo sereen aan toegaat in Bree is mede te danken aan de aanpak van Finch. Een Amerikaanse coach traint anders : korter, krachtiger en met meer rustpauzes. Ik heb hier nog geen enkele keer doelloos kilometers zien lopen. Momenteel hanteren we een eigenaardig schema, we rusten twee dagen – maandag en dinsdag – na elkaar.”

Voor Yves Dupont is het de eerste maal dat hij samenwerkt met een buitenlandse coach. “Een nieuwe coach is altijd wat aanpassen”, zegt Dupont. “Finch hamert voortdurend op de verdedigende aspecten. Verdediging is de eerste aanval, waardoor we vaak de fastbreak kunnen lopen. De bal gaat goed rond en we vinden makkelijk de man in vorm. Maar dat varieert van match tot match, bij ons kan iedereen gevaarlijk zijn. Er valt op dit moment gewoon weinig commentaar te geven op de coach.” Met misschien, aldus Dupont, toch een kleine nuance. “Door de vroege bekeruitschakeling en het niet Europees spelen moeten we ons enkel op de competitie concentreren. Dat is een voordeel.”

De gelouterde coach zelf dan. Chris Finch, aimabele man met de flair van Richard Gere in Pretty Woman-vorm. Geen grote vernieuwer à la Matteo Boniciolli of niet de principiële basketbalfreak die Niksa Bavcevic is, maar een open coach met de gemoedelijkheid die zo goed past bij een provincieclub als Bree. Finch : “Het interessante aan mijn job is dat je nieuwe competities ontdekt : de scheidsrechters, de zalen, de spelers, de coaches,… Johan Roijakkers, Rudi Kuyl en enkele spelers hielpen me daarbij. Het basketbal in België ligt ergens tussen de Engelse en Duitse stijl in. Qua niveau dichter tegen het Duitse, qua speelstijl meer op zijn Brits : sneller en gebaseerd op techniek. De Belgische competitie is erg spannend, iedereen kan van iedereen winnen. Mijn eerste opgave toen ik in Bree toekwam, was om mijn eigen ploeg te leren kennen. Iemand als Herbert Baert bijvoorbeeld had ik zien spelen via videotapes, maar het is pas als je elke dag met hem werkt dat je merkt hoe belangrijk hij wel is voor een ploeg. Toen hij en Yves terugkwamen van de nationale ploeg moest ik uitvissen hoe ik hen het best zou gebruiken. De rolverdeling binnen de ploeg moest herbekeken worden, want Herbert verdiende een grotere rol. Als ik mijn eerste maanden bekijk, zou ik maar één ding veranderen : volgend seizoen wil ik een moeilijker voorbereidingsschema.”

Het is de alertheid in goede dagen die een goede coach onderscheidt van een mindere. Finch is een goeie. “Onze bank zou iets constanter mogen zijn”, vindt hij. ” Jarvis Kelley-Sanni en HugoSterk moeten een stapje naar voren zetten. En vooral ons driepuntpercentage moet de hoogte in. Defensief staan we stevig, al merk ik soms toch momenten van concentratieverlies.

“Waar we nu staan, is niet van tel. Wél waar we staan in mei. We moeten erover waken dat we dezelfde dingen blijven doen die ons tot dit succes brachten. De sterkte van Bree is de chemistry binnen de ploeg. Iedereen komt goed overeen met elkaar, zelfs toen het in de competitiestart wat stroever liep, bleef de sfeer optimaal. Het verschuiven van Alton Mason naar de 2-positie is ook een belangrijke zet geweest. Alton kan veel, maar is in de eerste plaats een scorer. En ik wist dat we een ploeg zouden hebben die, a : goed kan passen, en b : wíl passen.

“Daarnaast wilde ik zeker zijn van twee goede spelverdelers in de kern, zodat wanneer er eentje geblesseerd is, we niet moeten vertrouwen op een twintigjarige knaap die de ploeg draagt. Ik heb in het verleden een dergelijke situatie meegemaakt en dat werkte niet. Travis kende ik van in Duitsland, ik wist wat hij kon. Net als Herbert brengt hij een team veel dingen bij die je op het eerste gezicht niet ziet. Hij speelt slim en doet mij er als coach beter uitzien omdat hij goede beslissingen neemt tijdens de wedstrijd. He makes me look good ! ( Grijnst.)”

door Matthias Stockmans

‘Een slimme speler als Travis Conlan doet mij er beter uitzien als coach.’ (Chris Finch)

‘Als je een paar jaar onder de verwachtingen scoort, is het noodzakelijk schoon schip te maken.’ (Rudi Kuyl)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content