De kwalijke reputatie van Flavio Briatore.
Hij krijgt alweer de zwartepiet, deze keer aangereikt door Nelson Piquet Jr. , die vorige week werd ontslagen bij Renault. ” Briatore had een coach moeten zijn voor mij, maar hij was mijn beul.” Het is niet de eerste keer dat een weggedeemsterde F1-rijder zijn pijlen op de teambaas richt. “Briatore maakte mijn carrière kapot”, zei Jean Alesi toen hij bij Benetton langs de achterdeur verdween. De verliezer jammert altijd, maar het lijstje van coureurs die niet slaagden in het team van de 60-jarige Italiaan wordt verdacht lang. Jarno Trulli of Giancarlo Fisichella, maar ook ene Jenson Button, begin dit seizoen onklopbaar in de Brawn GP, deemsterde in 2001 en 2002 helemaal weg bij Benetton en Renault. Raakten plots niet meer vooruit met hun auto. Net zoals het eerder de Oostenrijker Alexander Wurz was vergaan. “In de F1 gebeurt zeer veel achter de schermen”, zei Wurz ons ooit. “Dingen die ik in één interview onmogelijk kan uitleggen. Mag ik ook niet, anders verbrand ik me in dit wereldje. Hou het hierbij: er is ontzettend veel geld gemoeid met de F1.”
Het probleem met Briatore is dat hij naast teambaas ook manager is van coureurs. Zoals, inderdaad, de Fransman Romain Grosjean die straks het stuur van Piquet Jr. overneemt. De kruising tussen beide rollen is dan ook heel wazig. Zoals de hele figuur Briatore, wiens fortuin op 100 miljoen euro wordt geschat. Zo gaat het gerucht dat Italiaanse journalisten vriendelijk doch dringend werd verzocht in te binden toen ze eens gingen graven in zijn verleden. “Ik werd geboren in de bergen, mijn ouders waren onderwijzers”, wil hij alleen kwijt. En ook dat hij snel weg wilde, uit die Alpen. “Ik wilde roem. En geld, veel geld. We hadden er thuis te weinig. Ik haatte dat en vluchtte …” Maar wat daarna volgde, daar praat hij nooit over. Zoals toen hij voor ene Attilio Dutto werkte, de tycoon die in 1979 om het leven kwam bij een bomaanslag. Of die geruchten over een veroordeling wegens frauduleus bankroet, hij zou ervoor naar de Maagdeneilanden gevlucht zijn. Van waaruit hij voor Luciano Benetton werkte en rijk werd, later zelfs wereldberoemd toen hij het F1-team van de man mocht leiden.
Maar de F1 is niet zijn hoofdbezigheid, want Flavio is in de eerste plaats zakenman. Neen, niet als mede-eigenaar van de Engelse Queens Park Rangers, die hij samen met boezemvriend Bernie Ecclestone kocht. Hooguit tijdverdrijf, want van voetbal heeft hij geen kaas gegeten. “Toen ze me voor het eerst over QPR spraken, dacht ik dat het een barbecuerestaurant was.” Zijn corebusiness, dat is vermaak voor miljardairs. Zoals een vakantieoord in Kenia, zijn nightclub The Billionaire in Sardinië, waar een fles champagne 1000 euro kost, of het wereldbekende restaurant Cipriani, waar een avondje tafelen met vier al kan voor 15.000 euro. Of de kledinglijn Billionaire Couture, voor mannen die Versace alledaags vinden. Tienduizend euro voor een jas, 500 euro voor het goedkoopste hemd, dat soort dingen. Want, “ik wil altijd het beste”, zegt Flavio. En dat was Nelson Piquet Jr. dus duidelijk niet.
