Stoppen die doorslaan, emoties die niet onder controle te houden zijn, flippen : Frédéric Dupré weet wat het is. Maar bij SV Zulte Waregem lijkt hij eindelijk rust te hebben gevonden. ‘Iedereen verdient een tweede kans.’

Bij zijn voorstelling aan de pers en supporters bij SV Zulte Waregem in het seizoen 2002/03 werd hij nog naar het podium geroepen op de tonen van Born to be wild, de klassieker van Steppenwolf. Maar de ruige kant van Frédéric Dupré (26) verdween voor eenvoud. Ondertussen brandt de rechtsvoetige verdediger van ambitie om te bewijzen dat hij eerste klasse waard is. Om hem beter te leren kennen : een handleiding op basis van zijn naam.

D : Dury en dankbaarheid

Frédéric Dupré : ” Francky Dury haalde me uit de vergetelheid. Na mijn ontslag bij Heusden-Zolder dacht ik ernstig aan stoppen met voetballen, want het plezier was weg. Ik was altijd de boeman. Tot ik plots een telefoontje kreeg van Francky Dury, die maar bleef aandringen. Dat verraste me wat, maar deed ook deugd. Het vertrouwen krijgen van een coach is zalig. Blijkbaar had ik bij SV Oudenaarde en tijdens de trainingen van AA Gent onder Trond Sollied een goede indruk op hem gemaakt.

“Ik heb met de trainer een heel intense band. Voor het eerst in lange tijd trof ik iemand die honderd procent in mij gelooft. Hij kent mijn persoonlijkheid en speelt daarop in. Wanneer ik het wat moeilijker heb, laat hij me doen. Ik moet kunnen afkoelen nadat ik iets verkeerd doe op training of in een wedstrijd. Als je dan brult, zoals Johan Boskamp, dan slaan bij mij de stoppen door en begin ik te flippen. Dat heeft bij mij een averechts effect. Veelal heb ik dan mijn eigen emoties niet meer onder controle. De trainer kan me goed stimuleren en motiveren. In eerste instantie moet ik als verdediger denken aan de organisatie. Maar hij verwacht ook acties van de flankverdedigers, als de wedstrijd dat toelaat. Vroeger trok ik me van opdrachten niks aan, nu probeer ik ze zo nauwgezet mogelijk te volgen. Ook de nonchalance in mijn spel verdween dankzij hem. Ik speel nu met veel minder risico.

“Eigenlijk moet ik ook mijn ouders heel dankbaar zijn. In de moeilijke periodes, mijn zotte jaren, bleven ze me altijd steunen, ook al bezorgde ik hen flink wat hartzeer. Het is dankzij hen dat ik nu nog op niveau voetbal. Mijn vader kwam elke wedstrijd kijken, zelfs op verplaatsing. Door de geboorte van mijn zoontje Gano, die nu twintig maanden oud is, werd ik veel kalmer en rustiger. Ik heb de knop moeten omdraaien, werd daartoe gedwongen door mijn vriendin. Zij bracht me op het goede pad. Op mijn 23e zei ze : ‘Je kan niet blijven den onnozelaar uithangen.’ ( Grijnst en knipoogt.) Het verstand komt met de jaren, hé.”

U : uitdaging en uitbundigheid

“Als klein kind had ik maar één uitdaging : profvoetballer worden. Mijn idool was Diego Maradona. Techniek, snelheid, het gemak van voetballen, gewoon absolute klasse. Hoe hij met een simpele actie soms drie tot vier man in de wind kon zetten en scoorde, dat vond ik fantastisch. Studies interesseerden me nooit. Toen ik thuiskwam van school, vertrok ik liefst zo snel mogelijk naar training of ging ik buiten spelen met vrienden. Ik volgde in de humanoria grafische technieken, maar behaalde nooit mijn diploma. Na tweemaal overzitten, besliste ik op mijn achttiende te stoppen – ik kon bij AA Gent een profcontract versieren. Nu heb ik daar wel spijt van. Ik was onbezonnen en stond niet stil bij de mogelijke gevolgen. Ik hoop op termijn die schade nog in te halen, door via avondschool een aantal taalcursussen te volgen.

“Dat ik nu op mijn 26e in eerste klasse mag spelen, beschouw ik als een overwinning op mezelf. De club van mijn hart blijft echter AA Gent. Ik zou er graag ooit terugkeren, maar vrees dat ik voor sommige personen door bepaalde factoren daar niet meer zo welkom ben. ( Buigt het hoofd.) Iedereen verdient een tweede kans, niet ?

“Mijn uitbundigheid speelde me vroeger parten. Ik ging graag eens lekker uit de bol, dat leidde vaak tot euforische toestanden of misplaatste reacties. Nog altijd ben ik een emotionele jongen, maar ik leerde die momenten de laatste jaren beter te kanaliseren. Ook op het veld. Ik probeer niet langer te mekkeren tegen de scheidsrechters, omdat het alleen maar mijn concentratie en spel kan aantasten. Toen we wonnen op AA Gent was ik ongelofelijk gelukkig. Maar de uitbundige reactie hield ik nu meer voor mezelf. Ik ging op mijn knieën zitten van tevredenheid. Op dat moment maakte overdreven uitbundigheid plaats voor puur genieten. Innerlijk verkeerde ik in een roes.”

P : papa en profvoetballer

“In principe ben ik halftijds huisvader, aangezien mijn vriendin overdag werkt in een ziekenfonds. Aangezien ik door mijn profstatuut en onze avondtrainingen toch thuis ben, hoef ik mijn zoon niet naar de crèche te doen. Mijn dag loopt goed vol : vroeg opstaan, eten klaarmaken, pamper verversen, beetje spelen, eens gaan wandelen of fietsen, tussen de middag eten bij mijn ouders en mijn zoon in zijn bedje steken. Ondertussen kan ik thuis nog wat opruimen en mij wat ontspannen aan mijn draaitafel met house en techno. Die beats werken voor mij kalmerend, dj spelen brengt mij tot rust en neemt de druk van het voetbal weg.

“Ik ben blij dat ik me kan bezighouden met de opvoeding van mijn zoon. Mocht ik Gano niet hebben, dan zou ik wel uitkijken naar een halftijdse job. De hele dag thuiszitten is niet aan mij besteed. Ook mijn zin van verantwoordelijkheid nam toe, omdat ik weet dat er nu mensen van mij afhangen.

“Profvoetballer zijn is een luxesituatie. Een zalig leventje, zeker als ik merk dat Ludwin Van Nieuwenhuyze en Nathan D’Haemers overdag nog vloeren en voegwerken uitvoeren. Mijn gestel zou die combinatie fysiek niet aankunnen, vrees ik. Ik begrijp maar al te goed wat voor werk die jongens verzetten terwijl ik uitrust.”

R : rebel en respect

“Mijn mentaliteit is de laatste jaren serieus veranderd. Ik had als jongere problemen met gezag, was rebels. Zowel thuis als op school luisterde ik niet graag, kwam ik ook altijd direct uit voor mijn mening. Het maakte me niet uit tegenover wie ik dan stond. Zo raakte ik ooit in de clinch met Johan Boskamp. Raoul Peeters stuurde me bij SV Roeselare naar de B-kern, nadat hij me in de kleedkamer uitkafferde voor mijn schuld bij een tegentreffer. Tja, zoiets schiet bij mij in het verkeerde keelgat. Als ik me verkeerdelijk aangevallen voel, dan kan ik me verbaal niet houden. Ik vloekte en tierde dan. Nu probeer ik op een beschaafde en volwassen manier mijn visie op de feiten uit te leggen. Vroeger kon ik totaal niet luisteren, want ik had gelijk en de rest interesseerde me niet. Ik toon nu meer respect voor wat oudere personen me vertellen.

“In de tijd van de staantribune op AA Gent stond ik in de spionkop, tussen al mijn vrienden. De zware jongens van de Rebel Side, inderdaad. Ik was nooit een echte hooligan, iemand die constant rel schopt, maar ik heb wel nog gevochten en ben in aanraking gekomen met de politie. Ik ken jongens die er een stadionverbod aan overhielden of werden veroordeeld. ( Verbitterd.) Ik maakte het nog mee dat er een tankstation langs de autosnelweg werd gesloopt, terwijl ik aan de bus stond. Of er confrontaties waren met supporters van Club Brugge, Standard of Anderlecht. Totaal niet goed te keuren, maar een gevolg van drank, opgekropte woede en massagedrag. Een zwarte pagina uit mijn leven. Ik ben daar zeker niet fier op, maar kan dat onmogelijk uitwissen.”

E : experimenteren en eenvoud

“De tijd van de dommigheden is definitief voorbij. Op mijn zeventiende, achttiende was ik gemakkelijk beïnvloedbaar, een echte losbol. Toen ze me zeiden : ‘Dat durf je niet’, deed ik het zeker wel. Jeugdzonden, een gevolg van machogedrag. De grote man willen zijn, niet onderdoen voor de anderen. Ik betreur alleen maar die tijd.

“Ik was, in mijn wilde periode, lange tijd een fervente bezoeker van discotheken : Boccaccio, Balmoral, La Bush, de Zillion. Daar kom je, zonder dat je het vaak zelf wil, in aanraking met drugs. Je hoeft er geen grote inspanningen voor te doen. Als je naar het toilet gaat, moet je je ogen sluiten om het niet te zien. De verleiding in het uitgaansmilieu is veel te groot. Beschouw het maar als een vuile plaag. Maar je bepaalt zelf of je die offers wil brengen en je kapot laat maken. Als je succesvol sporter wil zijn, heb je in dancings niks te zoeken. Ik ken jongens die daardoor zwaar in de problemen zitten. Financieel gepluimd, maar ook lichamelijk volledig afgeleefd, die daardoor in de gevangenis belanden. Twintigers, enthousiaste gasten die nu een wrak zijn. Zij hebben zich afgescheiden van onze vriendengroep, omdat ze gewoon niet meer buiten komen.

“Een enfant terrible ben ik niet. Integendeel, de eenvoud staat voorop. Weet je, ik ben helemaal niet tegendraads. Anders zou ik toch nooit hebben kunnen samenwerken met Trond Sollied, de rust zelve. Hij verstond, net als Dury, de kunst van het luisteren. Vroeger werd ik afgerekend op mijn uiterlijk : tatoeages, tongpiercing, oorringen. Maar daarom ben ik nog geen moeilijke gast, hé. Beschouw me maar als een eerlijke volksjongen die zich graag amuseert met zijn gezin en het voetbal. Achterbakse personen negeer ik en zullen nooit meer mijn vrienden worden.”

door Frédéric Vanheule

‘Dat ik nu in eerste klasse mag spelen, beschouw ik als een overwinning op mezelf.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content