Ik was aangenaam verrast toen ik vernam dat voor het EK enkele ploegen zoals Nederland, Italië en zelfs Duitsland, die hun thuisbasis hadden in Krakau, een bezoek hadden gebracht aan Auschwitz. In mijn tijd was dat even anders! Toen we met Anderlecht een vriendschappelijke wedstrijd moesten spelen in Krakau tegen de nationale ploeg van Polen, vroeg ik voor de match of het misschien eens interessant zou zijn om het concentratiekamp, op een boogscheut van Krakau, te gaan bezoeken. Al mijn medespelers, op Hugo Broos na, dachten dat het nu hoog tijd werd om mij in een psychiatrische kliniek te laten opnemen. Kaarten was veel belangrijker. Ik heb die geschiedenisbarbaren nog proberen te overtuigen, maar tevergeefs. Ik beklaag het mij nog dat ik op eigen initiatief geen taxi heb genomen.
Van de twee organiserende landen kwam ik alleen Polen tegen tijdens mijn voetballersloopbaan, Oekraïne bestond immers nog niet. In 1974 speelde ik met de Rode Duivels tegen Polen op Sclessin. Het werd 1-1. Ze lieten geen onvergetelijke indruk na. Wie had er toen gedacht dat Polen derde ging eindigen op het WK, later dat jaar?
In onze Belgische competitie liepen er ook enkele Polen rond. De beste was zonder twijfel Wlodzimierz Lubanski, die zeven jaar voor Lokeren voetbalde en voor wie hij 82 keer scoorde. Wijlen Prudent Bettens, boegbeeld van Waregem, mocht zijn debuut maken bij de Rode Duivels in Warschau tegen Polen. Tussen pot en pint vertrouwde hij mij toe: “Men had het originele idee om mij op te solferen met de bewaking van Lubanski. Op de receptie na de wedstrijd moest ik aan Paul Van Himst vragen of hij mij de Poolse midvoor wilde aanwijzen, want tijdens de match had ik hem niet gezien, hij was veel te rap voor mij! Het werd dan ook 3-0.”
En natuurlijk was er ook Jan Tomaszewski, doelwachter van Beerschot. Zijn bijnaam was ‘Tomek de clown’. Hij verwierf wereldfaam op 17 oktober 1973 naar aanleiding van de beslissende kwalificatiematch voor het WK in 1974 tussen Engeland en Polen in het Wembleystadion. De Engelsen moesten absoluut winnen om zich te plaatsen. Tomaszewski hield zijn ploeg alleen boven water, 1-1, waardoor ze zich kwalificeerden. Ik weet niet hoe het komt maar ik speelde graag tegen hem, want ik scoorde regelmatig tegen de held van Wembley!
En natuurlijk was er ook nog Grzegorz Lato, die twee jaar met succes voor Lokeren speelde. Hij oogde als een oud mannetje, tot je achter hem moest lopen. Geloof mij. Ik speelde ook nog samen bij Club Brugge met Anton Szymanowski, 82 interlands op zijn conto, maar toch de braafste mens die ik ooit in het voetbalmilieu ben tegengekomen. Spijtig genoeg waren zijn achillespezen al kapot toen hij bij Club kwam.
De bondscoach van Oekraïne, Oleg Blochin, ben ik ook eens tegen het lijf gelopen. Er zijn leukere bezigheden in het leven. Het was tijdens een tornooi in Bilbao. Anderlecht speelde de openingsmatch tegen Dinamo Kiev. Blochin was mijn rechtstreekse tegenstrever. Voor ons was het nieuwe seizoen pas begonnen, we hadden slechts twee keer getraind. De Russen daarentegen waren nog in volle competitie. Daar heb ik zwarte sneeuw gezien tegen de legende van het Russische voetbal! Het was tevens de eerste wedstrijd van Nico de Bree bij paars-wit. Op zeker moment kregen we een vrijschop tegen, op een dertigtal meter van ons doel. We waren de muur aan het opstellen toen De Bree riep: “Niet nodig, ik klaar het wel!” Onischenko pegelde de bal de winkelhaak in. We waren vastbesloten om in het vervolg toch maar een muur te plaatsen.
We verloren uiteindelijk die match met 6-1. Nico was pisnijdig na de wedstrijd. “Geen klote concentratie was er. Als er nog iemand zijn bek opendoet voor de match, dan timmer ik die gegarandeerd dicht”, tierde hij en keek onheilspellend in mijn richting. Je begrijpt dat ik voortaan veel kalmer was voor de matchen, want dat hij bekken kon dichtslaan, daar bestond geen twijfel over. En daar kwam nog bij dat hij zich altijd aan zijn beloftes hield…
GILLE VAN BINST
“Lato oogde als een oud mannetje. Tot je achter hem moest lopen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier