TEOCRATIE

© BELGAIMAGE - TOMASZ WASZCZUK

Volgens het spreekwoord is niemand sant in eigen land. Maar in het stadje Zuromin is Lukasz Teodorczyk als een haan op het erf. Een reportage in de sporen van de Anderlechtspits, diep in het hartje van Polen.

Kip, kip en nog eens kip… Alle wegen mogen dan al naar Rome leiden, degene die de richting van Zuromin uitgaan, zijn alleszins bezaaid met kippenhokken en het geurt er naar gebraden kippenvlees. Honderd kilometer ten noorden van de hoofdstad Warschau is het landschap vlak en zijn de kippenkwekerijen talrijk. Niet alle 8000 inwoners van het stadje zijn daar gelukkig mee. ‘Het onderwerp is een beetje taboe’, geeft Kacper Czerwinski toe. Czerwinski werkt voor het lokale blad Kurier Zurominski en ontvangt ons in zijn sobere bureau tussen enkele verhuisdozen.

‘Niet alleen draagt de kip niet veel bij aan de economie van de stad – want alles begint geautomatiseerd te worden en dat schept weinig werkgelegenheid – maar de mensen hebben er ook genoeg van wegens de geur.’ Op het marktplein klinkt er uit enkele gebouwen disco polo, een populair muziekgenre in Polen, zonder dat iemand er acht op slaat. Aan het verlaten plein staan ook nog een grote, grauwe kerk en iets wat voor een stadhuis moet doorgaan. De lokale bazin, Aneta Goliat, beweert dat ze vijf hectares ter beschikking heeft gesteld van investeerders ‘om de exodus van de jongeren naar Warschau tegen te gaan’. Zonder veel succes.

De weinige activiteit wordt hier ontwikkeld door enkele vaklui. En iets buiten de stad ligt een steengroeve. ‘Het is moeilijk om handenarbeiders te vinden’, zucht de eigenaar, Andrzej Retkowski, voormalig voorzitter van Wkra Zuromin. Die club dankt haar naam aan een waterloop, de enige toeristische attractie in de streek. Of toch bijna. Sinds enkele jaren spoelt hier een hoopvolle golf aan, in het kielzog van de plaatselijke wonderboy, Lukasz Teodorczyk.

SHAZZA

In het oude Grieks betekent theos god en kratos staat voor macht. En in Polen vind je ‘patriotten, gelovigen en voetballers’, zo vat Retkowski het samen. In Zuromin verbindt Lukasz Teodorczyck die drie elementen onder de noemer van het derde tot een echte natuurlijke theocratie. Als monarch in zijn eigen Mazovië kijkt de 25-jarige Anderlechtspits neer op de media en cultiveert hij het mysterie rond zijn privéleven. Die houding gaat terug tot 2012, toen er een artikel verscheen over zijn moeilijke jeugd. Een gewelddadige dronkaard als vaak afwezige vader, een moeder die de eindjes aan elkaar tracht te knopen voor haar drie zonen, van wie de oudste, Tomasz, een voorliefde ontwikkelt voor diefstal en drugs.

‘Dat artikel heeft de familie veel pijn gedaan. Hij vond dat echt niet kunnen’, zegt Kacper Czerwinski met spijt wanneer hij de archieven van zijn weekblad bovenhaalt. Er zijn maar weinig nummers die geen melding maken van het plaatselijke juweel. De verdieping waarop de Kurier Zurominski gehuisvest is, ligt tegenover het ouderlijke appartement van de Teodorczyks. Het tijdschrift deelt het gebouw met de extreemrechtse politieke partij PiS (Prawo i Sprawiedliwosc, wat ‘recht en rechtvaardigheid’ betekent) die in Polen aan de macht is. Op de toegangspoort promoot een poster met Teo erop enkele zaalvoetbaltoernooien. ‘Hij doet veel voor zijn stad’, gaat Czerwinski verder. ‘Voor een goededoelenmarathon op tv veilde hij een shirt van Anderlecht en een paar schoenen. Dankzij hem werd de recordopbrengst verbroken.’

Aan het einde van de straat ligt de lagere school – ze gaan er net lunchen. Binnen de muren van deze school organiseerde de jonge Lukasz vroeger een keer per maand een fuif. Hij was er dj, breakdancer en zanger. ‘Hij was er de vedette van de speelplaats. Ik heb hem nooit zien zingen, maar wel zien dansen. En eerlijk waar: dat zat hem in het bloed’, vertelt een lachende Dorota Soboleewska, drie jaar lang zijn lerares wiskunde en nadien directrice geworden. Lukasz krijgt er zijn eerste bijnaam, Shazza, verwijzend naar een hit van Big Cyc, een disco polo-band die hip was in het begin van het millennium. Hij verwierf toen al stilaan een godenstatus. Dorota bekent dat er ‘alleen maar superlatieven’ bij haar opkomen wanneer ze aan Lukasz terugdenkt.

Nadat ze met gepaste trots haar trofeeënkast heeft getoond – enkele daarvan zijn aan Teo te danken – nodigt ze ons uit in haar bureau om nog wat meer te vertellen over die ‘gemiddelde leerling die een primus had kunnen zijn als hij niet zo aangetrokken was geweest door het voetbal’. De bal plakte aan zijn voet, hij speelde bij de jeugd van Wkra steevast in een hogere leeftijdscategorie. Niettemin kwamen de trainers van de tegenstander vaak om zijn identiteitsbewijs vragen omdat ze dachten dat hij … ouder was dan de vereiste leeftijd. Lukasz weigerde om naar Lodz, de derde stad van Polen, te gaan om daar sport-wetenschappen te volgen. Dorota zegt dat ze niet weet waarom hij hier wilde blijven, maar verzekert ons dat Lukasz altijd maar één doel voor ogen gehad heeft: profvoetballer worden.

VOLLEYBALLER

De grafstenen zijn nog warm, voor de werknemers van de steengroeve zit de dagdienst er net op. Andrzej Retkowski maakt ervan gebruik om het verleden van een toekomstige grote te verhalen. Hij spreekt met nadruk: ‘Een van zijn grootste kwaliteiten van toen hij nog klein was, is dat hij altijd goed snapte wat de trainers vertelden. De reden daarvoor is dat hij van de bal hield, houdt en altijd zal houden.’ Wanneer hij in het middelbaar onderwijs zit, is het nochtans niet overduidelijk dat hij met zijn voeten wil schitteren. ‘Hij had een natuurlijk talent voor volleybal: hij was groot en had veel sprongkracht. De plaatselijke volleybalclub speelt in vierde klasse en hij had zeker de capaciteiten om daarin mee te kunnen’, zegt Czarek Sznyter, destijds zijn leraar lichamelijke opvoeding, terwijl hij tegelijkertijd in een gloednieuwe sportzaal enkele richtlijnen roept naar een vijftiental jongeren die er met de bal bezig zijn.

Niet één van hen die het shirt draagt van het plaatselijke idool. Toch identificeren ze zich wel met hem. Toen hij nog bij Kiev voetbalde, kwam Teo nog weleens langs om er voor grote broer te spelen en hen te coachen. Hij tastte zelfs geregeld in de geldbuidel om hun materiaal te bekostigen of om evenementen te steunen, die graag uitpakken met zijn naam. Een menselijke en financiële investering die hem een plaatsje oplevert naast paus Johannes Paulus II. De bronzen buste van de nationale held bewaakt een bleekgroen gebouw met een ouderwetse architectuur en vooral: met een oude auto waarop Made in Poland staat… op het dak. De nummerplaat van het vehikel vermeldt Techkinum, de richting die Teo koos toen hij zestien was. De slogan ‘ooit leerling hier, nu internationaal voetballer’ staat ter zijner ere bij zijn beeltenissen geschreven.

Beata Gronkiewicz is niet erg happig om veel te praten, maar toont ons niettemin een van haar oude klaslokalen. Daar – vooraleer er foto’s hingen met de handtekening van Teo erop – gaf Beata les in mechanica, vermoedelijk zijn lievelingsvak. ‘Het was een erg goeie leerling. Hij lachte altijd en was erg aandachtig. Hij was altijd de grootste en de meest populaire van de klas. Iedereen waardeerde hem.’ En we krijgen nog loftuitingen te horen. ‘Elk jaar organiseerden we een toneelvoorstelling, vaak was dat Romeo en Julia‘, vertelt Ewa Janulewska, zijn voormalige lerares Pools, die nu onderdirectrice is. Haar secretaresse schotelt ons een sterke koffie voor. ‘Het probleem was dat alle meisjes zijn Julia wilden zijn, omdat hij knap en heel populair was. We moesten lotje trekken om jaloezie te voorkomen.’

Ook het jaarlijkse interscholenvoetbaltoernooi was populair. Jaarlijks schoot Lukasz Teodorczyk natuurlijk de hoofdvogel af. De legende wil dat hij ooit tijdens de beslissende strafschoppensessie niet alleen zijn eigen penalty omzette, maar er als doelman ook twee van de tegenpartij stopte. Zijn broertje Czarek is tegenwoordig ingeschreven op dezelfde school en hij speelt ook bij Wkra Zuromin. Maar van de oudste broer, Tomasz, is geen spoor te bekennen. Beata waarschuwt echter met een kwinkslag: ‘Als je iets verkeerds over Lukasz durft te schrijven, dan heeft niet alleen uw weekblad een probleem, maar heel België!’ De kleine van het huis is heilig!

17 JAAR, 36 GOALS

In de archieven van de Kurier Zurominski vinden we een nog niet eens meerderjarige jongeman terug op een besneeuwd veld en met het nummer 10 op een paars shirt – een onmiskenbaar voorteken. Op zijn zeventiende speelt hij zijn eerste volledige seizoen en hij zorgt mee voor de promotie van zijn ploeg naar vierde klasse met zomaar eventjes 36 rozen. ‘Ik realiseerde me niet hoezeer we toen al op hem rekenden’, zegt Kacper verbaasd. Het talent is meteen gegeerd bij zowat alle clubs van het land. In meerdere wedstrijden vindt hij vier keer de weg naar de netten, maar het doelpunt dat de promotie oplevert biedt hij wel met een assist aan een andere speler aan, na een fameuze slalom.

In de streek wordt de legende van Teodorczyk al snel in hoofdletters geschreven. Alleen discuswerper Piotr Machalowski, die uit een naburig dorp komt, is internationaal even bekend. En dan nog draagt de weerklank van diens prestaties minder ver. ‘Dankzij hem heeft Wkra zich kunnen ontwikkelen’, zegt een fiere burgemeester Aneta Goliat. ‘Mijn zoon speelt ook bij de club. Teodorczyk is een bron van motivatie voor de lokale jeugd. Hij is een voorbeeld, zeker in een kleine stad als de onze.’ Zijn periode in het eerste elftal van Wkra is een glorietijd voor de club en de supporters gaan zelfs mee op verplaatsing – ongezien bij Wkra. De club had indertijd twee ploegen, nu hebben ze er negen, met betaalde coaches.

Net als de lagere school ademt ook het voetbalstadionnetje troosteloosheid uit. Een trainingsmuurtje leunt tegen een van de doelpalen. De piepkleine tribune heeft geen zitjes en de piste die eromheen ligt, heeft meer weg van een veldweg. ‘Ons stadion is versleten’, betreurt Michal Osiecki, de 26-jarige voorzitter, die weer eens iemand op bezoek krijgt voor een verhaal over zijn vriend Lukasz. ‘Ook de twee trainingsvelden zouden we graag opknappen, maar het hangt niet alleen van ons af. De meerderheidsaandeelhouder van de club is de gemeente en daar beslist men niks.’ De transfer van Shazza naar Dynamo Kiev spijsde de kassa van de club onlangs nog met 125.000 euro, een aanzienlijk bedrag voor een club als deze.

Maar ook al staat hij nog op de website van de club, die ondertussen weer uit vierde klasse is gedegradeerd, de bijdrage van Teodorczyk is er vooral een op moreel vlak, niet financieel. Hij heeft al veel voor de club gedaan. ‘We denken eraan om hem een medaille te geven voor alles wat hij voor de stad betekend heeft’, zegt Aneta Goliat. ‘Zonder hem zou niemand over Zuromin gesproken hebben. Hij heeft ons op de kaart van Polen gezet en is nu bezig aan die van Europa.’ De kaart van Mazovië hangt dan weer boven de leren zetel van Andrzej Retkowski, die ons verzekert: ‘Met al wat hij voor de stad heeft gedaan, heeft hij hier een zeker gezag over iedereen.’ De zestiger beschouwt de handtekening van zijn poulain bij Polonia Warschau als ‘een van de mooiste momenten van mijn leven’.

Het kon ook niet anders of de grote vis zou het kleine vijvertje verlaten. Dat hij uiteindelijk pas op zijn achttiende vertrekt, komt door zijn familiale situatie. Hij blijft tot hij meerderjarig is om zijn moeder Teresa bij te staan. Polonia komt twee keer aankloppen. Zijn eerste weigering legt hij uit in de Kurier Zurominski – een van zijn zeldzame interviews op papier en ook dan al is het eerder zwijgzaamheid troef: ‘Ik zeg er liever niks over. Ik heb niet getekend, het zij zo. Er waren wat moeilijkheden. Maar daar wil ik het niet over hebben.’ Uiteindelijk tekent hij in januari 2010 bij de beloften van Polonia voor de bescheiden som van 6000 euro. ‘Het is wel zo dat we een hoger bedrag hadden kunnen onderhandelen, tot zelfs het dubbele’, bedenkt Retkowski. ‘Maar het belangrijkste was dat zijn talent eindelijk kon openbloeien, meer dan dat we munt uit hem wilden slaan.’ Zuromin was hem in elk geval te klein geworden.

LECH, DAT BEN IK

De toppen van de buildings in het centrum van Warschau worden door de mist aan het oog onttrokken en de nevel bederft de schoonheid van de kleurrijke kasseistraten in het oude stadscentrum. Het is een grauwe ochtend. Enkele nieuwsgierigen staan bij een monument dat werd opgericht na de Tweede Wereldoorlog. Een boogscheut verder ligt het stadion van traditieclub Polonia. Een lange witte muur scheidt het trottoir van een van de doelen. Op die muur hebben de twee stadsrivalen hun eigen oorlog uitgevochten in graffiti. De tags van Polonia en Legia zijn overal. Die laatste staat in hoofdletters, vergezeld van een Tylko Legia, de slogan waar de legionairs hun suprematie mee uiten. Naar de meer dan honderd jaar oude club Polonia wordt verwezen met de initialen KSP. Maar terwijl Legia bijna jaarlijks landskampioen wordt, verkommert Polonia momenteel in derde klasse.

De club werd opgericht in 1911, toen het land verdeeld was en nam al snel zwart en wit aan als clubkleuren, verwijzend naar het rouwende land van de witte adelaar. De entree van het stadion wordt geflankeerd door witte zuilen, die erg contrasteren met de rest. In de ontmoetingszaal, die getooid is met sjaals en vlaggetjes, wrijft Jerzy Engel over zijn snor. ‘Wij zijn de meest patriottische club van het land’, zegt hij. De man die Polen kwalificeerde voor het WK 2002 in Japan en Zuid-Korea, was hier nog geen voorzitter toen Teo het zwarte shirt aantrok. ‘Ik hield me toen bezig met de beloften, daar zaten enkele grote talenten tussen. Lukasz was misschien niet de allerbeste, maar hij toonde toen al de kwaliteiten die nu zo’n goeie aanvaller van hem maken.’

Toen Teo naar de hoofdstad kwam, redener bussen vanuit Zuromin om hem aan te moedigen. Drie jaar later hetzelfde liedje toen hij bij Lech Poznan tekende. ‘We konden met gemak vier bussen vullen’, vertelt Beata Gronkiewicz. ‘Na de wedstrijden kwam hij handtekeningen uitdelen en met de jongeren praten. Hij is voor iedereen een idool.’

Teodorczyk wordt gerekruteerd voor de jongerenversie van de Ekstraklasa, de Poolse elite, en wordt daar topschutter, maar bij de senioren mag hij alleen af en toe eens invallen. ‘Het is een wonder dat hij een gewone gast geworden is. In zijn situatie zouden er negen van de tien in de gevangenis zitten of alcoholist geworden zijn’, beweert Alek, een hevige fan van Polonia. ‘Waar hij vandaan kwam, daar was hij een koning in zijn kasteel, maar bij ons begon hij vanop nul.’ Terwijl op de tv Napoli-Real aan de gang is, vertelt Alek over een Teodorczyk die ‘speelde als een mietje en voortdurend op de grond lag te janken’.

Het dient gezegd dat de omstandigheden voor Shazza toen ook niet ideaal waren om de dans te leiden. Zijn periode in Warschau viel samen met het bankroet van de club (zie kader). Doordat hij een pak goals maakte, kon hij dan toch naar Poznan. Ook daar loopt het aanvankelijk moeizaam. De netten trillen slechts één keer in zes maanden. Teo heeft het moeilijk als erfgenaam van Robert Lewandowski en Artjoms Rudnevs, de Let die nu bij FC Köln speelt. Adam Benali (20) heeft Lech in het bloed en vertelt: ‘Ik denk dat Teo niet goed met de druk kon omgaan. De fans herinneren zich nochtans een loyale speler, die tot het einde alles gaf.’ In zijn tweede jaar in de stad van de aardappel liet hij iedereen likkebaarden: zijn twintig goals voerden hem naar Kiev.

Voor hij naar Kiev vertrok, stond hij nog even in het oog van de storm. Hij nam het woord in naam van zijn ploegmaats en sprak: ‘Lech, dat ben ik!’ Een uitspraak à la Zlatan. ‘De supporters konden dat maar matig appreciëren’, zegt Adam, die voetbalbusiness studeert in Londen. ‘Hij wilde altijd al in het centrum van de belangstelling staan.’ In augustus 2014 wordt hij in Gdansk van antwoord gediend. De supporters ontrollen daar op de tribunes een spandoek dat aangeeft hij vooral sant is in eigen… stad: ‘In het beste geval ben je Wkra Zuromin!’

DOOR NICOLAS TAIANA IN POLEN – FOTO’S BELGAIMAGE – TOMASZ WASZCZUK

‘Elk jaar organiseerden we een toneelvoorstelling, vaak was dat Romeo en Julia. Het probleem was dat alle meisjes zijn Julia wilden zijn. We moesten lotje trekken om jaloezie te voorkomen.’ – EWA JANULEWSKA

‘Het is een wonder dat hij een gewone gast geworden is. In zijn situatie zouden er negen van de tien in de gevangenis zitten of alcoholist geworden zijn.’ – ALEK, FAN VAN POLONIA

‘Met al wat hij voor de stad heeft gedaan, heeft hij hier een zeker gezag over iedereen.’ – ANDRZEJ RETKOWSKI

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content