Met een gedurfd plan wil Herman Wijnants proberen de attractiviteit in eerste klasse te verhogen. Terwijl allerhande studies uitwijzen dat er slechts plaats is voor twaalf clubs, streeft de manager van Westerlo naar een eerste klasse met 24 clubs. Dat lijkt me niet gemakkelijk te realiseren, zeker als je nagaat dat die clubs aan de Europese licentievoorwaarden moeten beantwoorden. Hoe ga je die 24 dan vinden ? Lierse worstelt met problemen, de financiële situatie van Moeskroen is verre van briljant en een club als Zulte-Waregem heeft nu al laten weten het semi-professionalisme aan te houden, ook als er naar eerste klasse wordt gepromoveerd. Als er zich dan ook nog een paar weldoeners terugtrekken, vallen de problemen niet meer te overzien. Bovendien lijkt me de formule die Wijnants suggereert voor discussie vatbaar. Hij wil de competitie splitsen in twee delen : een tussen juli en december, een na de winterstop, waarin er dan in drie groepen wordt gespeeld om de Champions League, de Intertoto en tegen de degradatie. Dat betekent : als je pech hebt, speel je het hele seizoen niet tegen Anderlecht, Club Brugge of Standard, terwijl het theoretisch mogelijk is dat een wedstrijd tussen pakweg Charleroi en Beveren vier keer wordt afgewerkt. Wie ligt daar wakker van ? Binnen dit systeem dreigen veel wedstrijden na de jaarwisseling niet meer tot de verbeelding te spreken en bestaat het gevaar dat je minder toeschouwers krijgt.

Toch juich ik het toe dat Wijnants initiatief neemt, want van de voetbalbond moet je dat niet verwachten. Het kan misschien een eerste aanzet zijn om nog andere hervormingen door te voeren en de clubs bijvoorbeeld te verplichten een vastgelegd aantal Belgen op te stellen. Elke week weer merk je dat sommige Belgische jongeren pas door een som van toevalligheden aan de aftrap komen. Bij AA Gent viel afgelopen zaterdag Erdinç Kurtulus in, een jongen van Turkse afkomst. Die moest in het begin van het seizoen weg omdat hij nog niet goed genoeg was voor de reserven. En bij hetzelfde Gent viel eveneens Philip Buyssens in. Ook die wilden ze kwijt, maar alleen Latem leek geïnteresseerd.

Het is onvoorstelbaar hoe weinig geloof er is in eigen jongeren. Heel vaak zijn de buitenlanders die worden aangetrokken niet beter, maar zij moeten natuurlijk spelen. Na een tijdje zijn die jongeren zo gedemoraliseerd dat ze op een lager niveau gaan voetballen. Tenzij ze geluk hebben. Zoals destijds Michel Preud’homme, die bij Standard debuteerde op zijn achttiende omdat de andere drie doelmannen geblesseerd waren. Hij heeft zijn plaats vervolgens nooit meer verloren. Zonder die blessures zou misschien ook Preud’homme na verloop van tijd naar derde of vierde klasse afgezakt zijn.

Wim De Coninck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content