Nadat ze overwoog om te stoppen, beleeft Lindsay Davenport weer plezier aan haar sport.

Een jaar terug verliet Lindsay Davenport Wimbledon met de gedachte nooit meer terug te keren. Want het liep, zacht uitgedrukt, niet zo lekker. Na de uitschakeling door Maria Sharapova stelde zij zichzelf de vraag of het allemaal nog wel zin had. Ben ik nog wel in staat om een groot toernooi te winnen ? Nee ? Dan moet ik misschien maar stoppen !

Het heilige vuur ontbrak volledig. En het liefst wilde ze ver verwijderd zijn van het tenniswereldje. Van dat eeuwige reizen, leven uit de koffer. Ze wilde weer genieten van het leven, het getrouwde leven welteverstaan. Dan zou ze lekker veel tijd kunnen doorbrengen met haar echtgenoot Jon Leach en haar twee rottweilers. In haar villa in Laguna Beach, Californië, waar de tuin ook wel wat onderhoud zou kunnen gebruiken. En anders : lekker met de voeten omhoog of misschien wel een gezinnetje stichten. Dat lukt wel met een paar miljoen dollar op de bankrekening.

Haar echtgenoot wist haar toch weer te motiveren om vooral even door te bijten. Natuurlijk, als geen ander wist hij van al het blessureleed dat Davenport de laatste jaren heeft moeten doorstaan. De operaties aan knie en voet, in 2002 en 2003, hebben sporen achtergelaten. De revalidaties waren zwaar. Juist dáárom moest ze het nog een keer proberen.

Het plezier kwam weer terug. Davenport ging weer winnen. Het hardcourtseizoen werd een groot succes. Liefst 22 overwinningen op rij, inclusief vier toernooizeges. Tijdens de US Open haalde ze zelfs de halve finale. En dus keerde Lindsay Davenport terug aan de top van de WTA-lijst. Ze beëindigde 2004 als nummer 1 en bevestigde dit jaar die status. Het huwelijk, in 2003, bleek wel een goede stap. Het leerde haar te relativeren. Ze speelt minder wedstrijden dan voorheen en bouwt meer rust in : “Van vijf, zes weken van huis zijn word ik niet vrolijker. Dan krijg ik last van heimwee en als ik niet lekker in mijn vel zit, worden mijn prestaties er ook niet beter op.”

Het zijn woorden van een stabiele vrouw, die weet wat ze wil. Die terug is op het juiste spoor en weet hoe het wereldje in mekaar zit. Opvallen deed ze eigenlijk nooit. De Amerikanen noemen haar the girl next door. Wars van de glamour en glitter. En daarom ook populair bij het grote publiek. Zij is degene die altijd tijd maakt voor haar fans. Door journalisten werd ze ooit uitgeroepen tot best benaderbare speler in het circuit.

Misschien nietszeggend, voor Lindsay Davenport is die vorm van waardering heel belangrijk. Zo is ze opgevoed. Als dochter van vader Wink en moeder Ann werd ze geen Tracey Austin of Jennifer Capriati. Die reisden als tieners al tennissend de wereld over. Fulltime. Lindsay niet. Voor haar geen privé-docenten mee op reis, zij ging gewoon naar de Murietta Valley Highschool in Californië. En als ze dan al eens op reis ging om toernooien te spelen, deed ze dat vaak in haar eentje. Haar ouders hadden besloten om géén tennisouders te worden. Want vader was directeur van een architectenbureau, moeder had haar handen vol als districtsvoorzitter van de volleybalbond in het zuiden van Californië en met de opvoeding van een tweede dochter, Leiann.

Davenport werkt nu alweer ruim twee jaar samen met Adam Peterson. Die vindt dat ze vooral mentaal sterk vooruit is gegaan. “Ze laat zich niet meer uit het veld slaan door een verloren punt”, zegt hij. “Door die rustige houding lijkt het soms dat ze niet helemaal bij de les is. Nou, neem maar van mij aan dat ze zichzelf voortdurend op scherp zet. Bovendien is ze sinds haar blessure aanvallend beter geworden. En hebben de extra trainingen haar sterker gemaakt.”

Met extra trainingen bedoelt Peterson hard werken in het krachthonk. Op die manier houdt ze haar gewicht, 79 kilo, ook op peil. Dat gewicht, gecombineerd met haar lengte van 1 meter 89, laat meteen zien dat ze niet een fraai modepoppetje is. Minder interessant voor de commercie ? Het zij zo, vindt Davenport. Ze laat op de baan wel zien waartoe ze in staat is.

door Jelle Kleinen

Davenport bouwt meer rust in.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content