De clásico tussen Real en Barcelona van zaterdag krijgt er nog een extra attractie bij. Voor het eerst na zijn lange schorsing is ook Barça-aanwinst Luis Suárez inzetbaar. Hoe heeft hij zijn zomer beleefd? Op bezoek in Barcelona, bij de Europese Gouden Schoen van vorig seizoen.

Ongeveer een jaar geleden verscheen in Spanje en Engeland een boek over de clásico en de mythes daarrond. Auteur is Sid Lowe, een Londenaar die dertien jaar geleden naar Madrid verhuisde. In opdracht van The Guardian mocht hij er verslag doen van het Spaanse voetbal. Geld was toen geen probleem voor de socialistische krant, die benieuwd was naar het reilen en zeilen van Los Galácticos en het wedervaren van Barcelona, de ex-club van een icoon als Terry Venables. En dus pendelde Sid met de ave (de Spaanse tgv) geregeld tussen de twee steden.

Eén seizoen ging hij er blijven, anno 2014 is hij er nog. DavidBeckham kwam, Cristiano Ronaldo stapte over, Spanje werd Europees kampioen, Barça domineerde Europa, Spanje werd wereldkampioen, Gareth Bale de duurste voetballer ooit. Altijd was er wel een reden om zijn verblijf te verlengen. Inmiddels is hij er zo gesetteld dat een terugkeer steeds moeilijker wordt. Geld is wel een probleem geworden, ook in de Engelse media, en dus heeft hij elke week ook twee Spaanse radioshows over voetbal en schrijft hij nog voor andere media. En dus ook boeken.

In dat over de clásico – bij geschiedkundigen niet onomstreden, omdat Lowe het verzet van Barcelona tegen het regime van Franco in hun ogen iets te veel minimaliseert – haalt hij wat mythes over de twee teams onderuit. Al vindt hij onderuit zelf een té zwaar woord, Lowe heeft het liever over ‘nuanceren’. Het nationaal gevoel onder meer. In deze tijden van de Catalaanse roep naar onafhankelijkheid – al komt er uiteindelijk toch geen écht referendum – vindt hij het wel speciaal om te benadrukken dat beide clubs wat meer gemeen hebben met elkaar dan wij denken. Real (nota bene gesticht door twee Catalanen)-Barça is méér dan het Spaanse establishment versus de topclub uit die regio die (nog) geen eigen land is. Meer dan rechts (Real) versus links (Barça).

Gemeen hebben ze dat ze beiden in handen zijn van socio’s. Het volk. Barça noch Real is het speeltje van Amerikaanse, Aziatische, Russische of Arabische miljardairs. Dat maakt hen toch speciaal, vindt Sid, die in zijn Engeland andere dingen ziet. Authentieker misschien. Beide zijn ook clubs die hun faam bouwden op de rug van ‘buitenlandse’ werknemers. Cristiano Ronaldo versus Lionel Messi, dat zijn de twee blikvangers van dit decennium. Maar allicht de meest legendarische voetballer van Real is een Argentijn, Alfredo Di Stéfano. En voor Camp Nou staat een standbeeld van László Kubala, de Hongaar die, verkleed als Russisch soldaat, zijn land ontvluchtte, terwijl zijn vrouw de Donau overzwom richting vrijheid.

Ook de clásico van komend weekend staat in het teken van een buitenlander. Het is de eerste wedstrijd waarin de Uruguayaan Luis Suárez inzetbaar is. De eerste sinds de beet, in het duel tegen Italië. De speler kon er zelf om glimlachen, want in toeval gelooft hij niet. “Neen. Ik ben iemand die gelooft dat de dingen gebeuren om een reden. Van de uitgerekend negentien tegenstanders die we konden treffen na het aflopen van mijn schorsing botsen we op Real Madrid. Daar moet een reden voor zijn.” Zo stond het vorige week in Barça Magazine, als opwarmertje voor de aankondiging van een groot evenement: de presentatie van de Europese Gouden Schoen. Tien dagen voor de clásico, evenmin toeval qua timing.

Fábrica Damm

Barcelona in oktober, het valt aan te raden. Mild herfstzonnetje, minder druk dan in de vakantie op de toeristische hotspots, heerlijke tapas onder de luifels van de markt in de buurt van La Rambla, vrolijke mensen, de mengeling van Catalaans en Spaans. Weinig politie en geen betogers. De angel is uit de voet, het referendum over de onafhankelijkheid komt er niet. Hier geen op de spits gedreven discussies zoals in Schotland drie weken terug. Je ziet in de straten nog wel een paar verwijzingen, pleidooien voor en más independencia, maar discreet. Catalonië legt zich neer bij het confederalisme, zo lijkt.

Meer spanning is er in de Carrer Rosselló, vlak bij de Sagrada Familia, waar bouwkranen vergroeid lijken met de gevel. Het project van Antoni Gaudí is nog niet af, maar het lijkt alsof de restauratie al is begonnen. Net als vorig jaar, toen Lionel Messi hier de prijs van beste topschutter in Europa van het seizoen voordien overhandigd kreeg, koos Barcelona voor de oude fabrieken van de brouwerij Damm in deze wijk als spektakelzaal. Buiten, op de stoep, verdringen fans elkaar om een glimp van Xavi, Iniesta, Busquets en het feestvarken op te vangen. Messi is er niet, Neymar evenmin. Wel ook Carles Puyol. En de fine fleur van voetballend Barcelona.

Het is de tweede keer dat de Uruguayaan, die vorige zomer voor 81 miljoen euro naar Spanje verhuisde, aan de openbaarheid wordt vrijgegeven en dat zorgt uiteraard voor commotie. Niet zo veel als vorig seizoen – Messi is nog van een andere categorie – maar toch. Ruim honderd journalisten hebben laten weten dat ze erbij wilden zijn. Slechts een paar kunnen/mogen een vraag stellen. De rest moet het vooral doen met indrukken.

Barcelona is als thuiskomen voor de familie Suárez. Het oudste dochtertje, Delfina, werd hier vier jaar geleden geboren. Vrouw Sofía, een ranke, blonde verschijning die wat onverwacht ook moet speechen en door de emotie moeilijk uit haar woorden komt, groeide hier op tijdens haar tienerjaren. Zij en Luis kennen elkaar al een eeuwigheid. Toen zij dertien was en hij vijftien werden ze een koppel. Een koppel dat uit elkaar werd gerukt door de crisis, toen de papa van Sofía om economische redenen Uruguay ruilde voor Catalonië. De familie ging in de buurt van Barcelona wonen. Het inspireerde Luis om zijn voetbal wat serieuzer te nemen, zodat een Europese profclub hem zou komen halen. Dat werd Groningen, waar Ron Jans (ex-Standard) hem introduceerde in het Europese profbestaan. Op een dag nam hij het vliegtuig naar Barcelona, en vroeg hij Sofía ten huwelijk.

Suárez, attent, in het Nederlands: “Bent u Belg? Welkom in deze prachtige stad.” En tot de Nederlander in ons gezelschap, een journalist van De Telegraaf: “Welkom. Hebt u toevallig het nummer van Ron Jans? Ik zou hem graag nog eens bellen.”

Hij zal de Nederlander later nog een keer noemen, als een van de trainers die hem het meest hebben beïnvloed. Jans, KennyDalglish en zijn eerste coach bij Nacional in Montevideo.

BBC

Toen Suárez deze zomer weg wilde uit Liverpool – dat wilde hij bijna elke zomer wel – werd zijn naam eerst gelinkt aan Real Madrid. Toen dook ook Barça op, altijd wel geïnteresseerd om iemand voor de neus van de concurrent weg te snoepen. Denk maar aan Neymar een jaar geleden.

Barcelona? De keuze van Luis en Sofía was snel gemaakt. Haar ouders wonen er nog steeds, de stad kent hij op zijn duimpje. Suárez: “Daarom was de aanpassing er eigenlijk geen. Tenzij op het veld, aan de ploegmaats.”

La Liga de las Estrellas, het kampioenschap van de sterren. Zo omschrijven ze hier de Primera División. Zaterdag staan de grootste tegenover mekaar. BBC aan de ene kant – Bale, Benzema, Cristiano – de man met wie Suárez zijn trofee van Europees topschutter moet delen. De spits van Real krijgt de zijne op 6 november. Niet in Madeira, in zijn eigen voetbalmuseum zoals hij zelf zo graag had gewild, maar in de Spaanse hoofdstad. Ronaldo reist al genoeg, vinden de Madrilenen.

Barça kan komend weekend uitpakken met LLN: Luis, Lionel, Neymar. Of SMN: Suárez, Messi, Neymar. Ze zijn er in Spanje nog niet uit. Het bekt ook minder vlot dan BBC. In elk geval heeft Barça op twee jaar tijd gewerkt aan zijn Messidependencia. De afhankelijkheid van de veelvoudige Europese Gouden Schoen werd op het einde te groot, zoals Barça merkte in de Champions League, toen Messi, geblesseerd, op nagenoeg één been de ploeg uit de nood moest helpen. Zelfs een toptrainer als Pep Guardiola, die onlangs in een opmerkelijk boek schuld bekende voor de tactische aanpak van het duel tussen Bayern en Real (0-4 in eigen huis), zag geen oplossingen meer. “Ik had geen nieuwe tactische ideeën meer, daarom ben ik bij Barcelona weggegaan.”

Maar het is verholpen. Eerst kwam Neymar, nu is er Suárez. Twee bliksemafleiders, zoals Cristiano die bij Real ook heeft, waardoor Messi plots ook andere kwaliteiten in zichzelf ontdekt. De Argentijn had voor de interlandbreak in zeven matchen zes keer gescoord en acht assists gegeven. Acht! Vorig seizoen had hij er ‘amper’ twaalf in 31 wedstrijden. De kritiek die met name de Brazilianen vorig seizoen hadden, dat Neymar te weinig ballen van de Argentijn kreeg, mag dus naar de prullenmand.

Zaterdag komt er nog een Zuid-Amerikaan bij in de voorlinie van Barcelona. Suárez is een garantie voor goals: 91 in 139 wedstrijden in de Nederlandse Eredivisie (Groningen en Ajax), 69 in 110 wedstrijden in de Engelse Premier League (Liverpool). Eén goal in de Champions League, zes in de Europa League. Dat is een pak minder dan Messi of Ronaldo, maar Suárez zat op dat vlak nog niet bij de beste clubs. De Uruguayaan heeft op zijn 27e nog niet eens de kaap van 20 Europese matchen gehaald en trad slechts 5 keer aan in de Champions League. Ter vergelijking: Messi heeft al 88 wedstrijden in de CL gespeeld, Cristiano zit aan 105…

Tussen die groten der aarde moet Suárez zijn plaats afdwingen. Op zijn 27e mag hij volwassen worden genoemd, en nu hij “thuis” is in Barcelona, zal de gejaagdheid misschien verdwijnen.

Of hij voldoende fit is, wil uiteraard iedereen weten. In september doken nog verhalen op van overgewicht, maar Barcelona deed er alles aan om zijn dure aankoop tijdig in vorm te krijgen. Dat hij graag snoept, zien we zelf. Als de overhandigingsceremonie is afgelopen en het korte, nietszeggende interview met de ESM-bladen (waaronder Sportmagazine) erop zit, doet een overijverige vent van de managementgroep die zijn zaken behartigt bijzonder druk om ons uit het zaaltje te werken. Het is al laat geworden door de vertraging die Kenny Dalglish opliep en Suárez wil nog wat bespreken met zijn manager Pere Guardiola, de broer van Pep. Een ober kan nog net binnenglippen met een schotel dessertjes, het is een zoete receptie geweest. De ogen van de spits glinsteren, wanneer hij een stuk chocola in de mond kan stoppen. Maar als net dan iemand nog een selfie met hem wil maken, stopt hij de restanten snel weg.

Of hij fit is? Eerlijk antwoordt hij: “Een voetballer doet er alles aan om op het moment dat hij inzetbaar is, fit te zijn. Had u mij deze vraag gesteld voor ik de twee vriendschappelijke interlands met Uruguay speelde, dan had ik zeker ook ‘ja’ geantwoord. Het bleek wel dat ik die twee matchen nodig had. Ik vind dus van wel, maar of ik ga spelen moet de trainer uitmaken.”

Zomer

Het zullen zaterdag zijn eerste officiële minuten van het seizoen worden. Hij voetbalde al even voor Barcelona, vriendschappelijk, tegen onder meer een Indonesische jeugdselectie. En met Uruguay trad hij aan tegen Oman en Saudi-Arabië. Allemaal wedstrijden zonder inzet, andere mocht hij niet spelen, de bijter. Zijn derde incident van die aard al, na eerdere avonturen in Nederland (met Ajax tegen PSV), of Engeland (met Liverpool tegen Chelsea, als gevolg daarvan miste hij begin vorig seizoen ook al de eerste vijf competitiematchen). Er was ook al eens een incident met Patrice Evra, tijdens een duel met Manchester United. Evra beschuldigde hem van racisme, iets wat Suárez altijd ontkende.

Uiteraard werpen we hem deze dingen voor de voeten, tijdens het gesprek. Maar zoals verwacht – Barcelona was een tikkeltje zenuwachtig voor de vragenronde en wilde al onze vragen op voorhand, maar schrapte er uiteindelijk toch geen enkele, het was aan de speler om ze te beantwoorden – dribbelde hij er zeer snel omheen. Het verleden was het verleden, hij maakte daarin fouten en geeft die toe. Basta, nu is het aan de toekomst.

Het was een rare zomer, geeft hij wel toe. Geschorst worden, alleen maar mogen trainen. Hij vreesde dat het saai zou zijn, maar “eenmaal in het dagelijkse ritme van trainingen, viel het al bij al nog mee.” Barcelona stuurde hem naar de psycholoog en werkte aan zijn fysiek. Niet vergeten, zo signaleert iemand van de club, dat zijn voorbereiding op het WK ook geen gewone was. Na afloop van de competitie ging de Uruguayaan nog snel onder het mes, voor een meniscusletsel. Hij miste daardoor de eerste match van Uruguay. Scoorde er vervolgens twee tegen Engeland. Toen kwam Italië, een match die Uruguay won, maar wel dus met dat incident. Een beet die Suárez geen kaart kostte, maar wel in beeld kwam en hem op een schorsing kwam te staan. Wat Barça niet tegenhield om hem voor 81 miljoen euro weg te halen en tot 2019 aan de Catalanen te binden.

Laconiek deed hij het allemaal af met: “Ik heb geduld moeten oefenen, maar het is bijna zover… En als ik stop met voetballen, dan ga ik wel een keertje alles wat mij in mijn carrière overkwam, analyseren.”

Of hij nog leuke hobby’s ontdekte tijdens die pauze? Suárez: “Geen tijd voor. Een boek? Ik raad u het mijne aan. Binnenkort verschijnt het.”

Aan Luis Enrique, de nieuwe sportieve baas van Barcelona, om de individuele onvoorspelbaarheid van Suárez, die als hij met de kop naar de grond is gericht soms amper zélf lijkt te weten waar hij uitkomt, tot rendement te laten komen. Kenny Dalglish twijfelt er niet aan: “Hij is een garantie voor goals. Dat zag je bij Ajax en bij Liverpool en dat zal ook hier lukken.”

Suárez: “Soms heb ik de indruk dat ik nog niet goed besef dat ik straks die trui van Barça mag dragen. Ik ga proberen ervan te genieten, want nu, nu ligt het écht binnen handbereik.”

Afspraak zaterdag 25 oktober, om 18 uur. In Santiago Bernabéu, Madrid. Suárez: “Ik hoop dat de mensen van de show zullen kunnen genieten.” ?

DOOR PETER T’KINT IN BARCELONA

Suárez trad op zijn 27e slechts vijf keer aan in de Champions League. Bij Messi staan er al 88 wedstrijden op de teller, Cristiano zit aan 105.

“Hobby’s? Geen tijd voor. Een boek? Ik raad u het mijne aan.” Luis Suárez

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content