Zondag 30 november vindt in Lissabon de loting plaats voor het EK volgend jaar in Portugal. Organisatorisch zit het toernooi op schema.

Met 51 waren ze, de kandidaten om Frankrijk op 4 juli 2004 op te volgen als Europees kampioen. Vijftig werden er door loting ondergebracht in tien groepen van vijf die een voorronde moesten spelen. Het 51ste land, vrijgesteld van de voorronde, was gastland Portugal. De tien groepswinnaars plaatsten zich rechtstreeks. De ploegen die als tweede eindigden, maakten vorige week via dubbele barragewedstrijden uit wie recht had op de laatste vijf tickets voor het grote voetbalfeest komende zomer (van 12 juni tot 4 juli).

De vooruitzichten voor het toernooi zijn goed : de tickets vliegen de deur uit, de stadions zijn allemaal zo goed als af en de Uefa rekent op een flinke winst. Twee jaar geleden zag het er nochtans vrij slecht uit. FC Porto liet toen de bouw van het stadion stilleggen omdat de nieuwe burgemeester van de havenstad de voor de club beschikbare commerciële ruimte in de arena fors liet inperken. Daarmee kon de voorzitter van Porto niet akkoord gaan. Hij vreesde door de maatregel de exploitatie van het complex niet rond te krijgen.

Het was al het vierde bouwprobleem in de aanloop naar het EK en het bracht de Uefa aan het twijfelen. Eerder was in Lissabon immers hetzelfde gebeurd. De werken aan het nieuwe stadion van Benfica, dat half op, half naast het oude moest verrijzen, werden onderbroken toen de nieuwe burgemeester van die stad ermee dreigde de subsidies voor de bouw terug te schroeven. En ook Faro en Coimbra hadden hun problemen. Geld- en politieke problemen : bij de gemeenteraadsverkiezingen in december 2001 had de sociaal-democratische partij de regerende socialistische partij verslagen en het eerste wat de nieuwe burgemeesters deden, was een aantal besluiten van hun voorgangers herroepen of bijsturen.

Net als in België wilde Portugal van de boost die zo’n EK met zich brengt, gebruikmaken om zijn stadions te moderniseren. Het zag het meteen groot : acht steden was voor de Uefa voldoende, maar er zouden tien stadions verrijzen. 550 miljoen euro was daarvoor aanvankelijk begroot. Twee jaar geleden bleek evenwel dat het budget ruim zou worden overstegen, er werd zelfs geopperd dat de werken het dubbele zouden kosten. Dus trokken de burgemeesters aan de noodrem en zat de Uefa plots met een probleem.

In Zwitserland losten ze dat snel op. Naar de buitenwereld dreigde voorzitter Lennart Johansson ermee Portugal de organisatie te ontnemen, waarna de politieke oppositie overstag ging. En intern werd er een waarnemer naar Portugal gestuurd om er permanent de gang van zaken te bewaken. Martin Kallen heette de man : een veertiger, gepokt en gemazeld in marketing en al sinds 1994 werkzaam bij de Europese voetbalfederatie. Michel Sablon kent hem goed, want hij was zijdelings ook al betrokken bij Euro 2000. Kallen werd met een permanente opdracht naar Portugal gestuurd, waar hij als Chief OperatingOfficer de zaak scherp hield.

Een mens leert uit het verleden. De Uefa ook. Kort na het vorige EK ging ISL failliet, de firma die de marketingrechten had. Gelukkig had Euro 2000, dat geregeld met de mensen van ISL in de clinch ging over commerciële zaken, nog net zijn geld geïncasseerd. De Uefa zat met de strop en trok conclusies : de marketing werd voortaan in eigen beheer genomen. Naast tal van andere zaken : de Uefa ging intern meer en meer professionaliseren, veradministratiseren zo u wil. De Europese voetbalbond was daarom al de facto de belangrijkste partner bij de organisatie van zijn eigen uithangbord. Iemand als de penningmeester zat al in het organisatiecomité, weliswaar als ondervoorzitter. Vier jaar geleden was dat nog ondenkbaar.

De bezettingsgraad in de stadions zal uitstekend zijn : vanaf 87 procent draait het toernooi break even en dat cijfer wordt vrijwel zeker gehaald. Euro 2000 klokte af op 94 procent. De winst is vooral voor de Europese voetbalbond, want de Portugezen moeten voor de infrastructuurkosten instaan, terwijl de Uefa de commerciële exploitatie van de stadions in handen houdt. Alleen als de ticketverkoop onverwacht toch zwaar tegenvalt, worden de verliezen bijgepast.

Neen, organisatorisch zit het allemaal wel snor, al zal de laatste lik verf of de laatste asfaltlaag allicht pas enkele uren voor de eerste aftrap droog zijn.

Maar hoe zit het sportief met een elftal dat zich twee jaar lang slechts met vriendschappelijke duels voorbereidt ? Ook daar is het nog zoeken en tasten. Portugal kende een slecht WK met een uitschakeling na de eerste ronde. Het kostte de kop van bondscoach Antonio Oliveira. Hij werd opgevolgd door een andere Oliveira, Agostinho. Die hield het precies vier (!) wedstrijden uit, vooraleer aan de dijk te worden gezet ten voordele van LuizFelipe Scolari, die in Japan wereldkampioen werd met Brazilië.

Scolari maakte meteen komaf met de interne strubbelingen in het team, waar de ene speler niet met de andere overweg kan. Vitor Baía en Joao Pinto werden aan de kant gelaten en het systeem bijgesteld tot eentje dat geïnspireerd was op Braziliaans model. Vier verdedigers, twee verdedigende middenvelders : het etiket een verdedigende coach te zijn dat Scolari op het WK kreeg, kleefde hij ook op Portugal. Voor die zes defensief denkende mensen mogen vier offensieve krachten hun gang gaan. Dat zijn meestal Pauleta, Figo, die komende zomer stopt als international, Rui Costa en Portospelmaker Deco, een genaturaliseerde Braziliaan die debuteerde tegen zijn ex-vaderland in een vriendschappelijke interland die Portugal won.

De resultaten worden stilaan beter, met in de laatste maanden slechts twee nederlagen : in Italië en thuis tegen buur Spanje. Maar door de drie treffers daar, net als de drie goals die Albanië onlangs maakte, sloeg de twijfel toch toe. Overigens zit good oldFernando Couto ook nog steeds bij de selectie. Couto heeft intussen al meer dan honderd interlands achter zijn naam.

Vraag is ten slotte of een klein land als Portugal, dat van Europa 4 miljoen euro ter beschikking kreeg om zijn infrastructuur te moderniseren – en daarmee worden niet de stadions bedoeld – ,wel baat heeft bij deze monsterorganisatie.

Ja, meent VascoLynce, voorzitter van Portugal 2004. Tegenover het Spaanse Don Balón verwoordde hij het twee jaar geleden als volgt : “Ten eerste toont dit aan dat ook een klein land in staat is om zo’n evenement te organiseren. Ten tweede is dit een uiting van het geloof in het kunnen van onze eigen mensen, die deze immense onderneming tot een goed einde brengen, en is het goed voor ons zelfvertrouwen en het vertrouwen in de Portugees. En ten derde hebben we de modernisering van dit land hierdoor met zo’n tien jaar vervroegd.”

door Peter T’Kint

De tickets vliegen de deur uit en alle stadions zijn zo goed als af.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content