Volgende speeldag neemt AA Gent het op tegen Charleroi, de vorige ploeg van Tim Smolders. De ploeg ook waar hij door de supporters met applaus opnieuw werd verwelkomd. Smolders moest het toen na een reeks van 9 wedstrijden in de basis stellen met een invalbeurt van 12 minuten; de laatste weken is de bank vaker zijn deel dan de basis. Hoewel hij tijdens de afwezigheid van Bernd Thijs zelfs kapitein was.

“Daar heb ik heel wat moeite mee gehad. Je probeert een voorbeeld te stellen voor de groep en dan word je als kapitein toch in je eer gekrenkt. Maar je moet verder. Ze zeggen dat elke voetballer wel periodes meemaakt waarin het minder gaat,” zegt Smolders, “dus ik maak me geen grote zorgen. Ik ben wel strijdlustig, ik wil zo snel mogelijk mijn plaats herwinnen.”

En strijden voor de derde plaats.

“Er is bij Gent een beeld gecreëerd waar we nu de gevolgen van dragen: iedereen verwacht veel meer. De publieke opinie is helemaal gedraaid naar: een outsider voor de titel. Maar je mag geen stap overslaan. Je moet ook beseffen dat die derde plaats nooit eerder gehaald is. Als we hadden gezegd dat we gingen proberen play-off 1 te halen, had er meer positiviteit gezeten in het feit dat we nu derde staan. En we zitten nog in de beker. Die moeten we dit jaar proberen te winnen. We moeten ons niet verstoppen: het moet haalbaar zijn.”

Bij AA Gent kon hij nog niet zijn beste niveau halen.

“Ik heb me hier nog niet zo op mijn gemak gevoeld als bij Charleroi. Het is een andere manier van spelen ook. Bij Gent is het directer, sneller naar voren zonder te veel tussenstations. Bij Charleroi had je meer Franse, technisch onderlegde voetballers, die eerst nog eens draaiden, die kant of die kant, dat is een aanpassing geweest.

“Ik heb nog geen weken na mekaar de continuïteit van bij Charleroi kunnen brengen. Dat verwondert mij. Bij Charleroi was de passing een van mijn sterkste punten en sprak men er mij altijd op aan dat ik de bal nooit verloor. Hier gaat het soms wel fout en daar stel ik mij vragen bij. Ben ik niet geconcentreerd genoeg? Dan ga je bij de pass- en trapvormen meer geconcentreerd zijn op training, maar ik denk niet dat het daaraan ligt.

“Bij Charleroi speelde ik op dezelfde positie als de laatste zes maanden van vorig seizoen: met Grondin achter mij en ikzelf iets hoger. Dit seizoen ben ik begonnen met defensief op het middenveld te spelen. Ik heb mij dus voor een deel opgeofferd voor de ploeg.”

Het drong zich op door de lange afwezigheid van Thijs.

“Ik denk dat het voor elke speler een genot is om zo iemand achter je te hebben staan: hij weet waar hij moet lopen én hij loopt ook veel. Het werk wordt helemaal verdeeld. Dat hebben we gemist, dat is bekend. Daarom, denk ik, heb ik nog niet de vorm gehaald die ik zou moeten halen. Als verdedigende middenvelder stel je je toch vragen: hoe moet ik hier of daar spelen? Die twijfel zag je op een gegeven moment in mijn spel. Nu is Bernd terug, Grondin hoeft niet meer rechtsachter te staan omdat Myrie en Rosales terug zijn: dus als ik speel, zal het als aanvallende middenvelder zijn.

“Ondankbaar dat ik nu op de bank zit, is niet het juiste woord, want de trainer heeft me wel gezegd dat hij weet dat ik opofferingen heb gedaan voor de ploeg en dat hij dat niet zal vergeten. Dat vond ik wel belangrijk. Maar het blijft een ploegsport: ik ben maar één stuk van het elftal. Ik moet gewoon geduldig zijn. Bernd Thijs zegt dat mijn kans nog wel zal komen. En dat geloof ik ook. Als de kapitein het al zegt …” ( grijnst) S

RAOUL DE GROOTE

‘Ik heb mij voor een deel opgeofferd voor de ploeg.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content