Het leven van Franck Berrier begon in Argentan, een dorpje in Basse-Normandie, en speelt zich momenteel af in Waregem. ‘Gelukkig lukte het in België, want ik zie niet in waar hij daarna anders nog aan de slag kon’, aldus een opgeluchte vader Berrier.

Ik voel me goed in Waregem, het is er rustig, net zoals mijn geboortestreek in Normandië”, vertelt Franck Berrier (25). En dus tekende de assistkoning van de Jupiler Pro League bij SV Zulte Waregem een contractverlenging tot 2013, ondanks interesse van Genk, Standard en FC Keulen.

‘Rustig’ blijkt het understatement van het jaar wanneer we in Sées, regio Basse-Normandie, arriveren na een rit van zowat vijf uur. Vijf uur door het glooiende Franse platteland, langs uitgestrekte weiden en groene valleien. We passeren de Camembertstreek en … Dury, een onooglijk dorpje net voorbij Amiens. Op weg naar Berrier langs Dury: dit kan geen toeval zijn.

In Sées, gelegen aan de bron van de Orne en amper 4500 inwoners rijk, woont de familie Berrier. Twintig kilometer verder ligt Argentan, het dorpje waar Franck opgroeide. Sées is een oase van rust, van parkeertickets hebben ze hier nog nooit gehoord en files behoren tot het rijk der fabeltjes. Sinds 2007 baten de Berriers in Sées een restaurant annex traiteurszaak uit genoemd naar de wijk waar het zich bevindt, Les Cordeliers. Op de binnenkoer loopt een dynamisch baasje heen en weer: Mathis, Francks petekindje van twee jaar. Zijn ouders, Francks oudste zus Jessica en haar man Samuel, wonen bij de ouders in. Onder hun vieren houden ze de zaak draaiende.

“Onlangs stonden hier opeens supporters van Zulte Waregem voor het restaurant.” Gérard (51), de vader van Franck, glundert wanneer hij het vertelt. “Dat wil toch zeggen dat onze zoon blijkbaar iets betekent in België.”

België klinkt uit zijn mond alsof het l’autre bout du monde betreft. Hij had toch wel wat schrik toen zijn zoon in ons land een contract tekende, moet Gérard bekennen. “Zeker omdat hij er de eerste competitiewedstrijden niet aan de bak kwam. Was de situatie zo gebleven dan was hij meer dan waarschijnlijk in januari weer vertrokken. Maar waarheen? Indien hij niet zou slagen bij Zulte Waregem, restte Franck wellicht enkel nog de mogelijkheid om in de lagere afdelingen van Frankrijk te gaan voetballen. Zelfs al is de Belgische competitie niet zo gekend bij ons, als je ziet vanwaar hij komt – tweede klasse in Frankrijk – was het zowel financieel als sportief een stap vooruit. België is een goede keuze gebleken.”

Een sprookje met angels

Zoals vader Berrier het vertelt, was Zulte Waregem voor Franck in feite een alles of niets poging om zijn carrière op het juiste spoor te krijgen. Een carrière die nochtans veelbelovend startte. Nadat hij van zijn dertiende tot zijn zeventiende in het befaamde centre de formation van Stade Rennes was opgeleid, mocht Franck bij eersteklasser Caen aan de slag, waar hij Patrick Remy (ex-AA Gent) als coach boven zich kreeg. So far, so good. Maar dan kwamen de problemen.

Caen hoefde hem niet meer en Franck moest met hangende pootjes terugkeren naar Argentan. Hij stond er vier maanden aan de dop. Tot hij heropgevist werd door Bruno Roux, een trainer die hem nog kende van bij de jeugd van Caen en hem naar Beauvais haalde. Franck speelde er twee goede seizoenen en loodste Beauvais in 2006 naar de titel in de CFA, vergelijkbaar met onze vierde klasse. Hij ging in op een aanbod van derdeklasser AS Cannes. Ook daar presteerde hij naar behoren, maar de club kon hem toch geen nieuw contract garanderen. En toen verscheen André Van Maldeghem op het schouwtoneel, de ex-scout van KV Kortrijk was net in dienst getreden bij Zulte Waregem en haalde de technisch begaafde maar frêle Fransman naar het Regenboogstadion.

Dat is in een notendop het carrièreverloop van Franck Berrier, vorig seizoen warempel een van de revelaties in de Belgische competitie. Er zitten echter meerdere angeltjes aan het sprookje …

Geboren met een bal in de maag

Gérard: “Franck was de jongste van de drie ( zijn zussen Jessica en Jennifer zijn respec-tievelijk 29 en 27, nvdr) en toegegeven, hij werd behoorlijk verwend. Niet dat hij een kwajongen was, integendeel, je moest er weinig aandacht aan schenken. Gaf je hem een bal dan kon hij soms urenlang in zijn kamertje bezig zijn met die tegen de muur te gooien en weer op te vangen. Een voetbal, meer had hij niet nodig. Elk jaar kreeg hij voor Kerstmis een nieuwe.

“In feite kreeg hij bijna alles wat hij wilde. Ik speelde zelf ook voetbal: op zaterdag in het arbeidersverbond en op zondag met de ploeg van Argentan, in DH ( Division d’Honneur, te vergelijken met ons provinciaal niveau,nvdr). Franck volgde me overal. Zelfs naar de trainingen. Soms gebeurde het dat hij daar tot middernacht op het oefenterrein stond te voetballen, terwijl wij al lang in de kantine zaten. En ja, de volgende ochtend moest hij dan naar school.”

Het minste wat je daarvan kan zeggen, is dat de studies niet zo primordiaal waren. Franck bleek ook geen erg gemotiveerde student. “Daar viel weinig aan te doen”, zucht mama Isabelle (49). “In de eerste jaren konden we hem nog wel wat aansporen iets voor school te doen, maar in de latere jaren was hij maar met één ding bezig: voetbal.”

Gérard: “Het was ook duidelijk dat hij daar talent voor had. Bij Argentan stak hij er in elke categorie boven uit. Tennis en veldlopen kon hij ook aardig – zo eindigde hij als twaalfjarige ooit tweede in een regionaal kampioenschap crosscountry – maar een keuze maken was niet aan de orde. Iedereen zag dat hij iets kon met een bal. Vooral technisch kon hij aardig uit de voeten. Volgens mij het gevolg van de uren die hij spendeerde op het veldje dat vlak naast onze woonst lag.”

Omdat hij voor een regionale selectie uitkwam, werd Franck opgemerkt door talentscouts. Onder meer van Caen en Rennes, twee clubs met een gereputeerd opleidingscentrum. Het werd Rennes. “Omdat hij daar in een centre de formation werd opgevangen, in Caen zou hij in een gastgezin terechtkomen en dat zag ik niet zitten. Ik wilde dat hij tussen de andere jongens zou opgroeien en niet in een andere familie”, legt Isabelle de keuze uit.

Het centre de formation van Stade Rennes werd al vier jaar op rij bij de beste drie opleidingscentra van Frankrijk genomineerd. Namen als Yoann Gourcuff, Sylvain Wiltord en Mickaël Silvestre versleten er hun eerste voetbalschoenen. Dat Franck Berrier binnenraakte in een centrum dat maximaal vijftien spelertjes per jaar toelaat op zijn schoolbanken, bewees dat er mogelijkheden lagen. Hij verbleef er van zijn dertiende tot zijn zeventiende, zonder noemenswaardige problemen, maar op het einde ook zonder profcontract, wat toch de bedoeling is van de opleiding.

Patrick Rampillon, al ruim twintig jaar hoofd van het centre de formation in Rennes, verklaart die beslissing: “Geen klachten over Franck. School was niet echt zijn ding, maar dat zien wij wel eens door de vingers als er op het veld gepresteerd wordt. Af en toe beging hij des conneries, welke tiener doet dat niet? Sylvain Wiltord haalde destijds de ene onnozelheid na de andere uit, het komt eropaan die jongens op een bepaald moment de grenzen te laten ontdekken. Het probleem van Franck was zijn gestalte: klein en tenger. Bovendien was zijn snelheid niet van die aard dat hij dat gebrek aan fysiek kon compenseren. Aangezien wij met het oog op de Ligue 1 opleiden, moeten we soms harde keuzes maken. Cru gesteld: alles wat onder het niveau van de Ligue 1 zit, kunnen we niet gebruiken.”

Club Med

En zo belandde Franck Berrier met enige vertraging toch bij de jeugd van Stade Malherbe de Caen, bij de -18. Trainer van de eerste ploeg Patrick Remy zag wel iets in hem en bood de kleine Berrier een profcontract aan. Eindelijk mocht hij van de Ligue 1 proeven. Even. Want hoewel Remy hem voortdurend prees om zijn technische kwaliteiten, kwam Franck zelden van de bank af. Na drie jaar, waarin hij in Caen een appartementje deelde met zijn zus Jennifer, die in de stad een opleiding tot kapster volgde, moest Franck met lege handen terugkeren naar het ouderlijke huis. Een keerpunt in zijn leven.

Gérard: “Ik denk dat zijn ogen zijn opengegaan na zijn ontslag bij Caen.”

Isabelle: “Hij is pas laat volwassen geworden, op zijn 20e dacht hij nog steeds als een kind.”

Gérard: “In feite was hij te snel tevreden. Bij Rennes bijvoorbeeld nam hij de opleiding soms te licht op. Il croyait qu’il etait au Club Med, quoi. Hij was te jong. Wij zaten te ver af om daar nog vat op te hebben. Later, bij Caen, dacht hij met zijn profcontract al gearriveerd te zijn. Hij reed met een mooie wagen – een Audi TT – en hij trakteerde graag. De meisjes cirkelden in zijn buurt, hij was tenslotte een profvoetballer, nietwaar? Maar dan moest hij weg bij Caen en keerde hij terug naar Argentan.”

Isabelle: “Hij leefde hier vier maanden van zijn stempelgeld.”

Gérard: “Na Caen had het eigenlijk gedaan kunnen zijn met zijn voetbalcarrière. Toen waren we toch bezorgd, want wat dan? Waarschijnlijk zou hij bij ons in het restaurant aan de slag gegaan zijn. Maar eerlijk gezegd zie ik niet goed in wat hij anders had kunnen doen dan voetballen. Een bricoleur is hij zeker niet en zelfs wanneer hij bij ons meehielp in de keuken lukte het hem amper om wortels te snijden. Nee, geloof me, gelukkig heeft hij dat voetbal. En gelukkig gaf Bruno Roux hem een nieuwe kans bij Beauvais.”

Isabelle: “Daar moest hij in een klein kamertje in het centre de formation slapen, hij als profspeler tussen de jongeren. Volgens mij heeft hij daar ook zijn lessen uit getrokken.”

Een sluw baasje

In de Belgische competitie staat Franck Berrier te boek als een gesloten en introvert persoon. Liefst ver weg van de schijnwerpers en journalisten. Volgens zijn ouders en zussen een imago dat maar ten dele klopt.

Isabelle: “Timide was hij niet echt, zeker niet als kind. Hij durfde wel eens te chanteren: als een vriendje met hem wilde voetballen, moest die in ruil zijn boekentas dragen. Later is hij zich meer gaan schikken naar de wensen van oversten.

“Naar buiten uit lijkt hij teruggetrokken en timide, maar in besloten kring weet hij heel goed wat hij wil. Zijn zussen moesten vroeger ook altijd zijn zin doen”, schokschoudert Gérard, die dat duidelijk amusant vindt.

Jessica is erbij komen zitten en bevestigt: “Voetballen deed hij dikwijls met mij. En als het buiten te hard regende, gingen we binnen op de PlayStation spelen. Franck was een sluw baasje, hij wist perfect hoe hij mensen naar de mond moest praten om toch zijn zin door te drukken. Als we bijvoorbeeld met de kaarten speelden voor geld, zorgde hij ervoor dat we net zo lang doorspeelden tot hij aan de winst stond.”

Jessica lacht even en wil dan het beeld dat ze van haar geliefde broertje dreigt te geven meteen nuanceren: “Ach, hij blijft mijn kleine broertje. In feite is hij heel erg gehecht aan zijn familie, hij zou alles voor ons doen. Daarom weet ik ook dat het hem soms zwaar valt om zo ver van huis te zitten. Hij was inderdaad een verwend kind, maar dat begrijp ik ook wel: hij trok al op zijn dertiende het huis uit om alleen in Rennes in een centre de formation te gaan leven. Telkens als hij dan in de weekends naar huis kwam, was het logisch dat hij in de watten gelegd werd. Ook ik miste hem toen hij in Rennes zat, hij was mijn speelkameraadje.”

Met Jennifer klikte het vroeger minder. Jessica: “Jennifer was echt een meisje dat met de poppen speelde, Franck plaagde ons graag door wild te doen of poppen te verstoppen. Iets waar Jennifer moeilijk mee om kon. Later is dat gebeterd.”

“Hij is lang een kind gebleven”, bevestigt Jennifer de eerdere woorden van haar moeder. “Maar we hebben in Caen drie jaar samen gewoond en dat ging best. Daar is hij een stuk volwassener geworden.”

De Ribéry aan de Gaverbeek

Na een reeks tegenslagen en mindere momenten raakte Franck Berrier toch op het schavotje dat hij ambieerde: dat van gewaardeerde profvoetballer. Hij is nu de Ribéry aan de Gaverbeek. De zaken te licht opnemen zal hij niet meer doen, weet ook zijn familie in Sées. De reden? Vader Gérard knipoogt: “Toen hij bij Caen voetbalde, heeft hij daar een goed vrouwtje gevonden. Die houdt hem wat in het gareel. Want als je Franck laat doen, vliegt het geld erdoor en durft hij geregeld een casino te bezoeken.

“Ik heb er vertrouwen in dat hij nu gelanceerd is. Franck heeft toch een aantal klappen te verwerken gekregen, hij is veel volwassener geworden. Liefst van al zit hij gewoon rustig thuis. Volgens mij komt dat omdat hij vroeger die huiselijke warmte heeft gemist in het centre de formation. Als je het zo bekijkt, heeft Franck toch het een en ander moeten laten voor zijn voetbaldroom.”

door matthias stockmans – beelden: gf/reporters

Hij was een sluw baasje dat wist hoe hij zijn zin moest krijgen.

Jessica Berrier

Hij leefde vier maanden van zijn stempelgeld. Isabelle Berrier

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content