‘TOEN CLUB DE BEKER WON, HEB IK EVENTJES GEVLOEKT’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

In de lagere regionen van het voetbal bots je soms op verrassende verhalen. Deze week: Sven Dhoest, doelman van Koninklijke Sint-Eloois-Winkel Sport (Tweede Amateurliga) die vijf jaar geleden in zijn enige invalbeurt bij Club Brugge een strafschop tegen Anderlecht stopte.

Een vrijdagmorgen op De Platse in Sint-Andries. Het moet nog tien uur worden, maar in café Den Comptoir heeft het leven zich al op gang getrokken. Sven Dhoest (22) begroet de klanten met de voornaam – ‘Dag Roger‘, ‘Goedemorgen Wouter‘… – en serveert verse koffie of thee. Anderhalf jaar geleden, in juni 2015, werd het contract van de jonge doelman bij Club Brugge ontbonden. Medisch ongeschikt voor het profvoetbal, na vier jaar blessureleed. Gescheurde kruis- en mediale banden aan de knieën, kapotte meniscus, een donorpees…

‘In vier jaar was ik geen vijf maanden volledig fit, terwijl ik tot aan mijn 17e nooit geblesseerd was. Stoppen met profvoetbal leek op dat moment, ook voor mij, de beste oplossing. Een serieuze tik, natuurlijk, maar ik begon onmiddellijk in het café te werken om mijn zinnen te verzetten.’

Hij staat er nog altijd. Elke dag, van 9 uur ’s morgens tot een uur of vijf in de namiddag. Een bocht van 180 graden. Patrick Nys, de keeperstrainer met wie hij bij de nationale jeugdploegen samenwerkte, noemde hem ooit ‘een van de grootste keeperstalenten die in ons land hebben rondgelopen’.

Geboren als doelman, net als zijn vader Nick, die bij de jeugd van Club had gespeeld. Op zijn vijfde tekende hij een aansluitingskaart bij FC Varsenare, waar blauw-zwart hem zes jaar later wegplukte. Het ging snel voor de Bruggeling, die bij de nationale jeugdploegen ook bij de oudere leeftijdscategorie een vaste waarde was. Real Madrid, Barcelona, Ajax en PSV waren geïnteresseerd, een testweek bij Everton werd pas in extremis afgeblazen omdat de luchthaven van Heathrow door een sneeuwstorm was gesloten. ‘Soms dacht ik weleens: ik ben de beste doelman van mijn leeftijd én van de jongens die een jaar ouder zijn. Misschien kan ik ooit wel eerste doelman van Club worden.’

Oudejaarsavond 2010, een avond die Sven Dhoest – zestien jaar – nooit meer zal vergeten. ‘Henk Mariman, hoofd van de jeugdopleiding, liet weten dat ik twee dagen erna met de eerste ploeg op winterstage naar Marbella mocht. Ik heb nog snel iets gegeten en ben meteen in bed gekropen. (lacht) Een prachtig nieuwjaarscadeau, zeker toen ik na de stage van Adrie Koster hoorde dat ik bij de A-kern mocht blijven.’

In maart 2011, een paar weken nadat Stijn Stijnen werd ontslagen, tekende hij zijn eerste profcontract, vijf maanden later debuteerde hij in het eerste elftal. In het café, naast de toog, herinneren enkele foto’s aan die legendarische 28 augustus 2011, toen in het Jan Breydelstadion de topper tussen Club en Anderlecht werd gespeeld.

In de eerste helft had Colin Coosemans een strafschop van Milan Jovanevic gestopt, een kwartier voor tijd ging de bal opnieuw op de stip en werd de 19-jarige doelman met rood van het veld gestuurd. Tweede doelman Vladan Kujovic zat geblesseerd in de tribune, de amper 17-jarige Dhoest – het seizoen ervoor nog ballenjongen – stond op de doellijn te molenwieken en bokste de trap van Sacha Kljestan uit de linkerbenedenhoek.

De tribunes zinderden, het café was tot uren na de match een gekkenhuis. Vijftien minuten in het eerste elftal, voor altijd onsterfelijk. ‘Ik word nog wekelijks aan die match herinnerd. Mooi, maar ik had liever méér gespeeld’, zegt Dhoest, die in het café af en toe een ex-ploegmaat over de vloer krijgt. ‘Timmy Simons en Bockie (Laurens De Bock, nvdr), met wie ik nog samen speelde, springen geregeld eens binnen.’

Sven blijkt bezeten van voetbal. In de zomer- en paasvakantie organiseert Dhoest met Peter Van Der Heyden en Kristof Arys voetbalkampen. Toen hij zich tijdens een uitleenbeurt aan Moeskroen-Péruwelz nog maar eens door een lange revalidatie worstelde, was hij even trainer van minivoetbalclub De Zotte Mutse en van de doelmannen van Eendracht Brugge. In 2014 richtte hij bedrijfsvoetbalclub FC Den Comptoir op, waarvan hij voorzitter is. ‘De hele week rondbellen om in het weekend aan elf spelers te geraken.’ (lacht)

BLIJVEN DROMEN

Toen de wegen van Dhoest en Club Brugge scheidden, wilde hij een sabbatjaar inlassen. ‘Eerst volledig herstellen, daarna misschien op lager niveau herbeginnen.’ Dat was het plan, maar een paar weken erna belde Henk Houwaart, trainer van vierdenationaler RFC Wetteren. ‘Ik was onzeker. Sinds december had ik niet meer op een voetbalveld gestaan, maanden niet meer op een bal getrapt… En de eerste drie weken speelde de knie weer op. Vocht, opnieuw ontstekingsremmers moeten nemen, een paar dagen rusten. Tot ik plots geen last meer had en twintig matchen op rij onder de lat stond.’

Volledig pijnvrij. En dat is hij nog altijd. Het ambitieuze Koninklijke Sint-Eloois-Winkel Sport (Tweede Amateurliga A) haalde hem in het tussenseizoen naar het Sportpark Terschueren, waar hij dit seizoen nog geen enkele training of wedstrijd miste. ‘Onvoorstelbaar, toch? Zeker omdat ik een hele dag in het café moet rechtstaan en rondlopen… Een zwaarder leven dan als profvoetballer. Als ik nu na de training thuiskom, dán ben ik moe.’

Maar het blijft wennen. Vorig jaar, net voor hij een oefenwedstrijd zou spelen, moest zijn vader met zijn identiteitskaart in allerijl naar Wetteren rijden. ‘Ik kan me niet herinneren dat ik die op Club ooit moest tonen. Voor de eerste keer met een voetbaltas naar de training vertrekken, ook dat was vreemd, want op Club lagen de schoenen en kleren klaar en kón je niets vergeten. Nu moet ik altijd nog eens goed kijken: ‘Heb ik alles mee?’ De kleren worden wel op de club gewassen, tegen 20 euro per maand.’

Hij kan opnieuw lachen. ‘Ik heb weer iets om elk weekend naar uit te kijken. Soms, na een zware dag, is het niet vanzelfsprekend om ’s avonds nog naar Sint-Eloois-Winkel te rijden. Maar zodra ik op het veld sta, wint het plezier voor het voetbal. En elke week spelen is leuker dan bij Club op de bank zitten. Maar soms denk ik wel eens: ben ik niet te vroeg afgeschreven? Ik speel tennis, ga geregeld nog extra lopen… Ik ben nog máár 22 jaar, misschien mag ik hopen op meer. De weg terug zal moeilijk zijn, dat weet ik, maar waarom niet proberen? DanyVerlinden heeft tot zijn 40e in het doel gestaan.’ (lacht)

In de tribunes van het Jan Breydelstadion zit hij nog zelden, al beleefde hij de veertiende titel van Club Brugge vorig seizoen vanop de eerste rij. Een zware en lange dag. ‘Om 7 uur ’s morgens begon ik in het café alles klaar te zetten, pas rond 3 uur ’s nachts hebben we gesloten. Een redelijk heftig dagje. Veel geld verdiend. (lacht) Spijt dat ik er niet meer bij was? Eigenlijk niet, neen. Twee jaar geleden, toen Club tegen Anderlecht de beker van België won, heb ik wel eventjes gevloekt. Al die jaren geen prijs gepakt… Ik was enorm blij, dat wel, maar ik had toch graag ook zo’n klein bekertje gekregen.’

DOOR CHRIS TETAERT – FOTO BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Soms dacht ik: misschien kan ik ooit wel eerste doelman van Club worden.’ – SVEN DHOEST

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content