Jan Hauspie
Jan Hauspie Voormalig redacteur bij Sport/Voetbalmagazine.

Is Tom Soetaers nog voetballer? Vijf minuten speeltijd is alles wat de 28-jarige middenvelder van RC Genk nog maar is gegund sinds de winterstop. Een korte invalbeurt tegen Bergen was dat. De laatste twee competitiewedstrijden, ook afgelopen vrijdag tegen KV Mechelen, zat hij niet eens meer op de bank. Eerder voor de beker tegen AA Gent ook al niet.

“Zonder uitleg”, vertelt hij. “Het papier hangt uit en dan zie je het. Kijk, de trainer heeft het recht om die keuzes te maken. Hij móét ze zelfs maken, met een kern van 26 man. Het gaat hem om de manier waarop. Je bent met mensen bezig, mensen die zo veel hebben betekend voor de club. Daarom vind ik dit jammer. Als Genk echt tot de top drie van België wil gaan behoren, zal er nog veel moeten gebeuren.”

Soetaers’ contract in de Cristal Arena loopt af na dit seizoen. Hij kan dan gratis weg. “Om die reden krijgen andere spelers boven mij de voorkeur. Dat signaal heb ik gekregen. Ik kan gaan waar ik wil straks, maar als ik de wedstrijden zie, denk ik dat ze me nog zouden kunnen gebruiken.”

Midden december stond hij plots nog twee keer in de basis. “Vlak voor de winterstop riep Willy Reynders me bij zich. ‘Is het nog aan de orde om eventueel bij te tekenen of te luisteren naar een voorstel van ons?’, vroeg hij. Ik antwoordde dat dit moeilijk lag, maar dat ik altijd wilde luisteren. ‘Teken nergens,’ zei hij, ‘misschien komen we er wel uit voor nog twee of drie jaar.’ Zo ben ik de winterstop ingegaan. Toen ik terugkwam, was Willy Reynders er niet meer. Jos Vaessen en Harry Lemmens heb ik nooit gehoord. Qua interne communicatie heeft Genk nog een weg af te leggen, zo te zien.”

Hij stapte naar trainer Ronny Van Geneugden. ‘”Voor mij ben je een speler als alle andere’, zei die. ‘Je moet niet weg, maar zoals je ziet zal je hard moeten werken als iedereen fit is.’ We hebben een goede werkrelatie. Ik geef hem een hand ’s morgens, ik train en ik ga naar huis. Het is een beetje frustrerend: als er een paar geblesseerd zijn, mag ik misschien op de bank. Meer niet. Ivan Bosnjak en ik worden zeker niet behandeld als ‘een speler als alle andere’. En toch is er mij nooit gezegd: jij moet weg. Echt, communicatief is Genk nog verre van top.”

Als er een goede club kwam, mocht hij weg in januari. “Ze wisten immers dat ik niet veel meer zou spelen. Maar de clubs waar ik mee afkwam, daar wilden zij niet mee samenwerken. Ondertussen zat Harry Lemmens wel te bellen naar andere clubvoorzitters. Hij wilde mij verpatsen, dat weet ik uit heel goede bron. Van Club Brugge heb ik nooit iets gehoord, maar STVV was erg concreet. Die gesprekken waren verregaand. Achteraf kwam het over alsof ik me er te goed voor voelde, maar dat is absoluut niet zo. Het was alleen te kort dag. Hadden we twee, drie dagen extra gehad, was het zeker in orde gekomen.”

Over zijn toekomst zegt hij zich geen zorgen te maken. “Ik heb al twee heel mooie aanbiedingen. Eén Belgische en één buitenlandse. Nee, niet uit Nederland. Eigenlijk meer dan twee, maar er zijn dingen die ik uitsluit. Die clubs zeggen mij: neem je tijd. Beter wat wachten en dan alle opties naast elkaar leggen. Eind april, begin mei beslis ik.

“Ik ben ontgoocheld”, besluit hij. “Na vier jaar en wat ik allemaal voor deze club heb gedaan, verwacht je meer respect. Ik verlies een half jaar nu, maar dat is geen ramp. Ik vind nog altijd dat ik in een luxesituatie zit: ik ben einde contract en kan straks vrij kiezen. Het belangrijkste is dat ik een ploeg vind waar ik weer plezier heb. Dat zal belangrijker zijn dan hoeveel geld ik kan verdienen.”

JAN HAUSPIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content