De jonge Nigeriaan Olufemi Oladapo testte bij Westerlo, kreeg een contract bij Anderlecht en raakte nadien verstrikt in de klauwen van gewetenloze ‘zakenlui’. Ergens in de stille Kempen vreest men negatieve publiciteit, de Westerlo Academy staat in vraag. Reconstructie van een schokkende odyssee.

Het in opdracht van de Europese Commissie gemaakte makelaarsonderzoek waarover Sport/Voetbalmagazine vorige week een artikel publiceerde, gaat voor een deel over de handel in ‘wegwerp-Afrikanen’. Illegale schooltjes schieten als paddenstoelen uit de grond. We lezen: ‘Zo zijn er momenteel in Accra vijfhonderd voetbalfilialen en in de rest van het land nog eens duizenden.’

Duizenden scholen alleen al in Ghana. Met mooie namen als Zonen van Moses en Liefde voor Christus. Maar zonder trainingsfaciliteiten. Om de academies enige geloofwaardigheid te geven, staan aan het hoofd vaak lokale beroemdheden en ex-spelers. Zeldzaam zijn de scholen waar de kinderen ook buiten het veld een opleiding krijgen. De meeste worden geleid door louche agenten die jongens zo van de straat plukken en contracten laten tekenen.

In andere landen is het al niet veel beter. De EU rapporteert hemeltergende toestanden. Zo werden in 2007 34 Ivoriaanse tieners vastgehouden in een villa in de Malinese stad Sikasso. Ze kregen slecht te eten en moesten op een vloer slapen. Hun ouders waren opgelicht door een tussenpersoon, die had beloofd om in ruil voor 450 euro de kinderen bij Europese clubs te stallen. Na drie maanden werden de tieners bevrijd door de Malinese politie.

Of wat te denken van de zeventienjarige Bernard Bass? Hij vertrok in datzelfde jaar uit Guinee en scheepte in voor de beruchte bootroute van de Afrikaanse westkust naar Tenerife. De Libanese tussenpersoon die de reis had geregeld, beloofde hem een proefperiode bij FC Metz in Frankrijk. Om de reis te kunnen betalen verkocht zijn moeder het huis. Na een bootreis van twee weken nam de politie de speler gevangen op de Canarische Eilanden. Daar zat hij een maand achter de tralies, waarna hij er alsnog in slaagde om in Metz te komen. Daar wist niemand waar hij het over had en dreigden vertegenwoordigers van de club de politie erbij te halen als hij niet snel opkraste. Voor een terugreis was geen geld. Verder dan de illegaliteit in de straten van Parijs kwam hij niet.

Euro Millions

De realiteit is dat hoe meer Kalous, Drogba’s of Essiens doorbreken, hoe meer obscure schooltjes er verrijzen. Het rapport concludeert: ‘Het zijn vaak lokale beroemdheden die een belangrijke rol spelen in het werven van jongens uit kansarme milieus.’ Zelfs de beste talenten gaan ten onder aan de zwendel. Zo viel op een dag ook de Nigeriaanse jeugdinternational Olufemi Oladapo in handen van een louche bende. Piet de Visser, senior scout van Chelsea en Afrikakenner, heeft hem nog op zijn netvlies. “Hem ken ik goed”, zegt de Nederlander. “Een van de beste talenten in Nigeria. Helaas is hij slecht begeleid.”

In de zomer van 2006 is Oladapo op proef bij VC Westerlo. Dat telt op dat moment al drie Nigerianen – Sarki, Ntuka en Modubi – via een samenwerking met Chelsea. De Kempense club wordt getipt om ook deze rijzige Nigeriaan in de gaten te houden. Al spoedig blijkt waarom. Oladapo blinkt uit in het met 1-0 gewonnen invallersduel tegen Anderlecht. Glen De Boeck, de Anderlechtse T2, is laaiend enthousiast. Hij belt meteen Oladapo’s makelaar, de in Antwerpen woonachtige Ton Poldner.

Poldner begeleidde zijn landgenoot Jo Bonfrère toen die in de jaren negentig Nigeriaans bondscoach was. De Nederlander verblijft geregeld in Nigeria, waar zijn door de FIFA gelicentieerde makelaarskantoor Universal Soccer is gevestigd. Hij heeft Oladapo leren kennen via Joseph Dosu, de doelman van het Nigeriaanse team dat in 1996 olympisch kampioen werd. Dosu stond nadien onder contract bij de Serie A-club Reggiana, tot een auto-ongeval een vroegtijdig einde maakte aan zijn carrière. Sinds 2002 leidt hij een van de vele voetbalscholen in Lagos: de Cardiff Football Academy, soms ook Crystal Football Club genoemd. Het heeft er alle schijn van dat Dosu als oud-international zijn reputatie misbruikt. Precies waar het recente EU-rapport over spreekt.

Olufemi krijgt toegang tot de academie. In Afrika rust de hoop van een hele familie vaak op de schouders van de jongens in de opleidingen, want een profcontract in Europa is het equivalent van de hoofdprijs bij Euro Millions. Verbindingsmannetjes kopen kinderen van families en gaan vervolgens met hen de boer op. Voor de familie Oladapo ziet het er goed uit als Olufemi in 2005 op proef mag bij Ajax Cape Town. Daar krijgt hij echter geen contract.

Achtste wereldwonder

Anderlecht durft het wel aan. Vijf minuten na De Boeck hangt ook Herman Van Holsbeeck bij Poldner aan de lijn. “Zegt hij: ‘Ton, wat is dat? Het achtste wereldwonder?’ Al hun scouts waren vol superlatieven.” Westerlo laat niets van zich horen en Poldner overlegt met Dosu. Overeengekomen wordt dat Oladapo in Brussel een contract zal tekenen wanneer hij achttien wordt in november. Anderlecht betaalt een huursom van 50.000 euro. Het contract loopt zes maanden, maar er hangt een optie van vier jaar aan vast.

Na enkele weken al staat Oladapo in de basis voor het duel om de supercup tegen Zulte Waregem. Anderlecht wint met 3-1. In het kampioenschap komt hij echter niet in actie en Anderlecht licht de optie niet. Omdat, zo verneemt Poldner van Van Holsbeeck, Frankie Vercauteren de kern wil afslanken tot twintig spelers plus vier jongeren. Oladapo is daar niet bij.

En dan gaat het pas goed mis. Wanneer de jonge middenvelder na dat seizoen terugkeert van het WK onder 20 jaar in Canada, heeft Poldner weet van de belangstelling van clubs als FC Keulen, Benfica en München 1860. Oladapo noch Dosu echter is bereikbaar. Tot Dosu zelf belt. “Hij gaat naar Real Mallorca.” Poldner valt uit de lucht. Pas veel later zal hij ontdekken dat Dosu de speler bij een andere makelaar heeft laten tekenen, de in Madrid woonachtige Nigeriaan Peter Obiora Ejiasi. Een paar dagen later hangt opnieuw Dosu aan de lijn. “Het wordt Portugal. Hij heeft getekend bij Boavista.” De ex-keeper probeert Poldner nog te paaien en maakt een kwart van zijn commissie van 100.000 euro over aan de Nederlander. Daarna wordt het stil.

Tot op een dag in het voorjaar van 2009 de telefoon gaat in huize Poldner in Antwerpen. Moses Adams aan de lijn. “Mister Ton, Olufemi heeft me gebeld. Hij zit diep in de problemen, maar durft u niet zelf te bellen. Please, help hem!” De transfer van Adams naar Westerlo in 2007 is de eerste die Poldner deed samen met Dosu. De ranke middenvelder en Oladapo waren ploegmaats op het jeugd-WK in Canada.

Wurgcontract

Poldner besluit Oladapo te bellen. Hij krijgt een ontredderde speler aan de lijn. “Olufemi vertelde me dat Dosu hem had verkocht aan een investeringsmaatschappij. Hij kon geen kant op. In geen maanden had hij nog gespeeld. Ik vroeg hem me zijn contract op te sturen, maar dat lag thuis in Nigeria. Ik ben het daar bij zijn moeder gaan ophalen.”

Wat Poldner te lezen krijgt, schokt hem diep. Hij kan niet anders dan het een schoolvoorbeeld van mensenhandel noemen. Olufemi is door Dosu verkocht aan de in Zwitserland opgerichte, maar voornamelijk vanuit Spanje opererende investeringsmaatschappij Investfootball GmbH. De voormalige keeper heeft 250.000 euro voor hem ontvangen en zal van iedere volgende transfer voor vijftig procent meeprofiteren. Tenminste, zo staat het in de originele Spaanse overeenkomst. In de Engelse vertaling die voor Olufemi is opgesteld, is vreemd genoeg sprake van 200.000 euro en vijftien procent.

Sport/Voetbalmagazine kon het contract inkijken. Poldners vergelijking met mensenhandel is nauwelijks overdreven. Een contract kun je de vijf A4’tjes moeilijk noemen, een dwangbevel is een beter woord. Oladapo heeft zijn handtekening gezet onder een wurgcontract dat zijn weerga niet kent. Hij signeerde voor vier jaar en heeft al zijn rechten afgestaan. Eruit stappen is geen optie: de boeteclausule bedraagt – schrik niet – zes miljoen euro. De investeringsmaatschappij, gerund door een Italiaan en een Spanjaard, wordt voor honderd procent eigenaar van hem en bepaalt waar hij gaat spelen. De speler zal een salaris ontvangen van het bedrijf, variërend van 90.000 euro wanneer hij in de Portugese competitie speelt, tot 200.000 euro als hij het schopt tot de Spaanse of Italiaanse liga. De rest verdwijnt in de zakken van de firma.

Het dient gezegd: een hongerloon is het niet. Maar geen club die Oladapo wil. “Logisch,” zegt Poldner, “die investeringsmaatschappij behield alle rechten. Dan is er voor geen club nog wat aan te verdienen. Dus haakten ze allemaal af.”

Nachtclubs en disco’s

Behalve Boavista dus. Meer dan een paar wedstrijden speelt Oladapo echter niet voor de Portugezen. De club wordt door de Portugese bond veroordeeld wegens omkooppraktijken en teruggezet naar de tweede klasse. In december 2007 keert de speler ten einde raad terug naar Nigeria. Zonder verder competitievoetbal in de benen behoort hij een half jaar later toch tot de selectie voor de Olympische Spelen in Peking. Daar buigt Nigeria pas in de finale voor Argentinië, na in de halve eindstrijd België met 4-1 te hebben verslagen. Oladapo komt geen minuut in actie.

Na het toernooi keert hij niet terug naar Portugal omdat zijn werkvergunning is verstreken. In december 2008 pas zet hij weer voet op Iberische grond, in Spanje dit keer. Investfootball stalt hem bij een derdedivisieclub op Majorca. De Spaanse magnaat achter de maatschappij runt ook nachtclubs en discotheken op het Spaanse eiland en zit met zijn geld in Real Mallorca, club uit de Primera División. Olufemi moet zich tevredenstellen met het veel kleinere Atlético Baleares. “Toevallig zitten daar nóg een stuk of vijf spelers van dezelfde investeringsmaatschappij”, weet Poldner. “En allemaal uit de academie van Dosu.”

Salaris ontvangt Oladapo maar mondjesmaat van de firma en hij is doodongelukkig. Hij weigert een addendum bij zijn contract te tekenen dat zijn loon halveert naar 4500 euro. En hij zoekt contact met Poldner. Die legt zijn dossier voor aan een bekende Belgische jurist. Die stelt hen gerust: een speler kan geen eigendom zijn van een firma. Hij verwijst onder meer naar artikel 4 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens (verbod van slavernij en dwangarbeid).

Gesterkt hierdoor schrijft Oladapo Investfootball een brief waarin hij stelt zich niet langer aan hun overeenkomst gebonden te voelen. De brief verstuurt hij aangetekend naar drie adressen, één op Majorca en twee in Zwitserland. Er komt geen reactie en een zware last valt van Oladapo’s schouders: hij is weer vrij. Poldner slaagt erin hem een contract te laten tekenen bij IK Start in Noorwegen. Bij die club heeft hij al een speler lopen: Solomon Owello, net als Oladapo en Moses Adams een talent uit de Nigeriaanse U20 op het WK in Canada. Over tien dagen begint het nieuwe Noorse seizoen. Met nog steeds een gelukkige Oladapo.

Westerlo Academy

Eind goed, al goed. Of toch niet? Het geweten van Poldner knaagt. De Nederlander kan zich nu wel voor het hoofd slaan dat hij aan de basis ligt van de samenwerking tussen Dosu’s academie en VC Westerlo. “Ik was overtuigd dat hij als oud-voetballer het beste voorhad met zijn spelers. Toen we de transfer van Moses Adams hadden gedaan, zei ik Herman Wijnants: waarom zou je zijn academie niet sponsoren? Ik heb hem daar warm voor gekregen.”

Westerlo en Dosu tekenden een overeenkomst die vorige zomer afliep, maar werd verlengd. Ze verleent de Kempense club ‘exclusief recht of first choice‘. Daarvoor betalen ze 30.000 euro per jaar in de vorm van materiaal. Per speler uit de academie die door hen onder contract wordt genomen, leggen ze daar 20.000 euro bovenop. De bedragen zijn peanuts, maar in Lagos zijn ze er blij mee. Voor Westerlo is het een risicoloze ‘investering’. Bij een latere doorverkoop vloeit veertig procent van de meerwaarde terug naar de Cardiff Football Academy, inmiddels omgedoopt tot Westerlo Academy. Het grootste deel van de koek gaat naar Westerlo.

Onlangs woonde Dosu Westerlo-Germinal Beerschot bij in Het Kuipje. “Wijnants heeft nog steeds contacten met hem”, zegt Poldner. “Voor iemand met een functie bij de bond die graag tegen heilige huisjes aantrapt, is dat onbegrijpelijk. Toen ik Wim Van Hove(jurist en bestuurslid, nvdr) waarschuwde voor de praktijken van Dosu, deed die een beetje lacherig. Terwijl Dosu hen gewoon ook voor de gek houdt. Westerlo heeft het eerstekeuzerecht, maar achter hun rug verkoopt hij zijn zogenaamde talenten aan Spaanse en Portugese clubs. Van Olufemi hoorde ik dat Raphael Ademola ook aan die investeringsmaatschappij is verkocht. Raphael stond nochtans op de lijst die door Dosu aan Westerlo was bezorgd. Toevallig speelt hij nu ook bij Atlético Baleares. Westerlo laat dat gebeuren. Barry Hulshoff(jeugdcoördinator en beloftetrainer, nvdr) is een keer of twee in Lagos geweest. Zo werkt het niet natuurlijk. Westerlo weet niet wat daar gebeurt.”

Niet recht-door-zee

Aanvankelijk, vertelt Poldner, zou hij hun contactpersoon zijn in Lagos. “Ik had een goed contact met Herman Wijnants. We belden elkaar twee, drie keer per week. Tot ik met hem gebrouilleerd raakte naar aanleiding van de transfer van Ogunsoto. Datzelfde seizoen brachten wij Bart Van den Eede van NEC naar Westerlo. Die was aan de achillespees geopereerd in Nijmegen en einde contract. Wijnants wilde hem absoluut. Hij werd medisch doorgelicht en bleek helemaal in orde te zijn.”

Toch verviel de aanvaller na drie maanden in zijn oude blessure. “Ondertussen had ik Ogunsoto met de hulp van Owolabi, een oud-speler van Antwerp, naar Westerlo gebracht. Een prima zaak voor Westerlo, want Ogunsoto was een transfervrije speler. Op dat moment raakte Van den Eede geblesseerd. Wijnants was razend. Volgens hem was het mijn schuld en had ik hem een geblesseerde speler aan de hand gedaan. Hij wilde me niet meer betalen voor Ogunsoto. Sindsdien neemt hij zijn telefoon niet meer op.”

De sleutel voor de vele misstanden ligt óók bij de clubs, besluit Poldner. “Wijnants is een man die zich graag voordoet als recht-door-zee, maar alleen als het hem uitkomt. Ik heb een tomeloos respect voor wat hij doet met een clubje als Westerlo, maar hij is niet altijd straight. Makelaars krijgen altijd te horen dat zij de oplichters en de criminelen zijn. Ik zeg je: in vele gevallen is dat niet zo.”

door jan hauspie, m.m.v. tom knipping & iwan van duren

Toen ik Westerlo waarschuwde voor de praktijken van Dosu, deed men daar een beetje lacherig over.

Ton Poldner

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content