De Jupiler League wordt de jongste jaren vaak een podium voor jong talent en tweede garnituur buitenlanders genoemd, maar er zaten altijd uitschieters bij. In de eerste decennia van het Belgische profvoetbal stonden er zelfs heel wat toppers van internationaal formaat op onze velden. Dit is onze top 40.

1. ROB RENSENBRINK

GEBOREN: 3 JULI 1947

1969-1971: CLUB BRUGGE

1971-1980: ANDERLECHT

De Nederlander Rob Rensenbrink domineerde in de jaren zeventig de Belgische velden en bezorgde Anderlecht eindelijk Europese erkenning. Hij was met telkens twee goals beslissend in de finales van de Beker voor bekerwinnaars van 1976 en 1978.

Linksbuiten Rensenbrink voetbalde bij DWS Amsterdam en leek voorbestemd voor Ajax of Feyenoord. Met Piet Keizer en Coen Moelijn was er echter geen behoefte aan een nieuwkomer. Rensenbrink zocht dan maar zijn heil in België en belandde bij Club Brugge. Hij won in 1970 de beker met blauw-zwart en kreeg er de bijnaam ‘de Slangenmens’.

Een jaar later stapte bestuurslid Constant Vanden Stock over van Club naar Anderlecht en nam het dribbelwonder mee. Aan de hand van Rensenbrink was Sporting vooral sterk in de beker, met winst in 1972, 1973, 1975 en 1976. Alleen in 1972 en 1974 zat er een landstitel in.

Rensenbrink was vooral de man van de grote gelegenheden. Op Europese gala-avonden was hij vaak ongrijpbaar. Paars-wit stond drie keer op rij in de eindstrijd van Europacup II en zowel in 1976 (4-2 tegen West Ham United) als in 1978 (4-0 tegen Austria Wien) lag hij aan de basis van de winst. Robbie bezorgde Sporting ook twee keer de Europese supercup.

De Nederlander kreeg in 1976 de Gouden Schoen. In 1980 verkaste hij naar Amerika (Portland Timbers), maar hij keerde vrij snel naar Europa terug (de Franse tweedeklasser Toulouse).

2. JUAN LOZANO

GEBOREN: 30 AUGUSTUS 1955

1973-1979: BEERSCHOT

1981-1983: ANDERLECHT

1985-1989: ANDERLECHT

Juan Lozano was in de jaren zeventig de sensatie van het Kiel. Hij belandde op z’n zevende in ons land en Beerschot was de ideale club voor deze begenadigde voetballer. De schoonheid van het spel was er veel belangrijker dan resultaten. Al werd in 1979 toch een beker gepakt.

De Spaanse balkunstenaar voetbalde bij de Washington Diplomats aan de zijde van Johan Cruijff en Wim Jansen en koos dan voor Anderlecht, waar hij voor prijzen kon spelen. Lozano speelde een hoofdrol in de dubbele UEFA Cupfinale tegen Benfica (1983), waarin hij het beslissende doelpunt maakte.

Twee jaar later won hij opnieuw de UEFA Cup. Dit keer met Real Madrid, maar in de finale stond hij aan de kant. Michel Verschueren lokte hem naar het Astridpark terug, met twee landstitels als gevolg (1986, 1987). In april 1987 liep hij een dubbele beenbreuk op na een tackle van Yvan Desloover (Waregem). Lozano werd nooit meer de oude en stopte in 1990 bij tweedeklasser Eendracht Aalst.

3. WLODEK LUBANSKI

GEBOREN: 28 FEBRUARI 1947

1975-1982: LOKEREN

Wlodzimierz Lubanski was de beste centrumspits die ooit in ons land speelde. Hij was begiftigd met een buitengewone techniek en zowel aangever als afwerker. Lokeren was begin jaren tachtig de beste ploeg van de competitie en het blijft een raadsel waarom het team niet verder kwam dan de tweede plaats in de competitie en een verloren bekerfinale (1981).

Wlodek was pas zestien toen hij met Polen debuteerde en hij is met 48 goals in 75 interlands nog steeds topschutter aller tijden in zijn vaderland. In 1972 won hij met Polen goud op de Olympische Spelen, maar scheurde de ligamenten van zijn knie na een smerige tackle in een interland.

Lubanski werd nooit meer helemaal de oude, maar hem zien voetballen bleef een lust voor het oog. Na tien jaar bij Gornik Zabrze kwam hij bij Lokeren terecht. De aanval van de Waaslanders met zijn landgenoot Grzegorz Lato en de Deen Preben Larsen maakte brandhout van vele verdedigingen. Gentleman Lubanski scoorde in ons land gemiddeld bijna één keer in twee matchen.

4. SIMON TAHAMATA

GEBOREN: 26 MEI 1956

1980-1984: STANDARD

1987-1990: BEERSCHOT

1990-1996: GERMINAL EKEREN

De Molukker Simon Tahamata ontpopte zich tot de kwelduivel van ontelbare Belgische verdedigingen. De linksbuiten met de Nederlandse en later ook Belgische nationaliteit deed dit tot op z’n 40e. Tahamata groeide op bij Ajax, waarmee hij drie keer kampioen werd (1977, 1979, 1980) en een Nederlandse beker won. Hij was nadien ook ongrijpbaar op de Belgische velden. De kleine vleugelspits dribbelde Standard naar landstitels (1982, 1983), bekerwinst (1981) en een Europese finale (1982). Na de omkoopaffaire Standard-Waterschei trok hij naar Feyenoord, maar in 1987 stond hij opnieuw op de Belgische velden. Met Beerschot en Germinal Ekeren speelde hij bij clubs uit de subtop, maar bleef het de grote jongens lastig maken. Met Germinal bereikte hij zelfs een bekerfinale (1995).

5. ARIE HAAN

GEBOREN: 16 NOVEMBER 1948

1975-1981: ANDERLECHT

1981-1983: STANDARD

Arie Haan speelde op het middenveld van het grote Ajax naast Johan Neeskens en achter Johan Cruijff. ‘Slimme Arie’ won in Amsterdam drie titels, drie Nederlandse bekers en drie keer de Europacup I (1971, 1972, 1973). Hij scoorde in de eindstrijd van 1971 tegen Panathinaikos. Zijn transfer naar Anderlecht was een heuse sensatie. Hij was in Brussel bijna even succesrijk als in Amsterdam: kampioen (1981), bekerwinnaar (1976) en Europacup II (1976 en 1978). Hij volgde Raymond Goethals naar Standard en promoveerde de Rouches tot de nieuwe nummer een (1982, 1983).

6. JEAN-PIERRE PAPIN

GEBOREN: 5 NOVEMBER 1964

1985-1986: CLUB BRUGGE

Jean-Pierre Papin werd verkozen tot de beste buitenlander van Club Brugge en is de enige speler die in ons land actief was die later de Ballon d’Or won (1991). Papin werd op advies van Raoul Lambert weggeplukt bij Valenciennes. Hij was een echte goalgetter en scoorde 32 keer in zijn enige seizoen in ons land. Club won daarmee de beker, maar kwam in de competitie niet verder dan een verloren testwedstrijd tegen Anderlecht. De Fransman won nadien vier Franse titels met Marseille, twee Italiaanse en de Champions League (1994) met Milan en de UEFA Cup (1996) met Bayern München.

7. JAN BOSKAMP

GEBOREN: 21 OKTOBER 1948

1974-1982: RWDM

1982-1984: LIERSE

Jan Boskamp behoorde tot de roemrijke Hollandse lichting van de jaren zeventig, maar zijn speelstijl deed niet aan Cruijff en co denken. ‘Bossie’ was meer het type Neeskens, dat de tegenstander figuurlijk en letterlijk bij de ballen grijpt.

Na drie titels met Feyenoord (1969, 1971, 1974) maakte hij zijn opwachting in ons land. Hij werd het boegbeeld van RWDM, dat de nummereenpositie van Anderlecht in de hoofdstad bedreigde. Boskamp loodste de ploeg uit Molenbeek naar de titel (1975) en werd dat jaar de eerste buitenlander die de Gouden Schoen won.

8. PREBEN LARSEN

GEBOREN: 11 SEPTEMBER 1957

1978-1984: LOKEREN

Preben Larsen vulde de linkerflank in van de fabelachtige aanval van Sporting Lokeren eind jaren tachtig met Wlodek Lubanski en Grzegorz Lato. Hij werd door de Waaslanders weggeplukt bij kersvers kampioen 1. FC Köln, waar hij echter meestal bij de invallers had gespeeld.

Preben Elkjær, zoals hij in Denemarken bekendstaat, was de sensatie van het EK 1984 en werd op dat moment als een van de beste aanvallers van Europa beschouwd. Hij trok naar de Serie A en pakte met het bescheiden Hellas Verona de ‘scudetto’ (1985). Hij liet het doek in 1990 zakken bij het Deense Vejle.

9. MORTEN OLSEN

GEBOREN: 14 AUGUSTUS 1949

1972-1976: CERCLE BRUGGE

1976-1980: RWDM

1980-1986: ANDERLECHT

Morten Olsen was een stijlrijke centrale verdediger die zelden of nooit een overtreding nodig had. Hij brak bij ons door bij Cercle Brugge en verhuisde nadien naar de toenmalige topclub RWDM. Op z’n 31e maakte hij nog de overstap naar buur en concurrent Anderlecht en beleefde er de mooiste jaren van zijn voetballeven met drie titels (1981, 1985, 1986) en een UEFA Cup (1983). De Deense heer speelde na zijn vertrek bij paars-wit nog drie jaar voor de 1. FC Köln en stopte op z’n 40e.

10. ASGEIR SIGURVINSSON

GEBOREN: 8 MEI 1955

1973-1981: STANDARD

Asgeir Sigurvinsson begon in IJsland bij ÍB Vestmannaeyja, waarmee hij de beker won. Hij werd dan de patron op het middenveld van Standard en maakte zelfs Wilfried Van Moer overbodig op Sclessin.

‘Sigi’ won met de Rouches de beker (1981) en verkaste naar Bayern München. Met de ploeg uit Beieren won hij opnieuw de beker en bereikte hij de finale van Europacup I. Na één seizoen verhuisde hij echter naar VfB Stuttgart, waarmee hij de Bundesliga won (1984). Hij verliet de Bundesliga in 1990 en werd uitgeroepen tot beste IJslandse voetballer aller tijden.

11. KARL KODAT

GEBOREN: 10 FEBRUARI 1943

OVERLEDEN: 29 FEBRUARI 2012

1971-1977: ANTWERP

De ‘Blanke Parel’ speelde in Oostenrijk bij Austria Wien en Salzburg voor hij zijn opwachting maakte op de Bosuil. Karl Kodat was een (hangende) centrumspits met veel technisch vernuft én een echte doelpuntenmaker. Hij maakte in zes seizoenen 115 goals in 233 wedstrijden voor Antwerp. Hij zorgde er daarmee voor dat de ‘Great Old’ een van de attractiefste teams van het land werd, twee jaar op rij vicekampioen werd (1974, 1975) en in Europese bekermatchen voor sensatie zorgde door Aston Villa te elimineren en het grote Ajax op de rand van de uitschakeling te brengen.

12. ULRIK LE FÈVRE

GEBOREN: 25 JUNI 1946

1972-1977: CLUB BRUGGE

Met Ulrik le Fèvre haalde Club Brugge een nieuwe Rensenbrink binnen. Zijn komst was een echte sensatie, want de Deense dribbelaar was na Vejle naar Borussia Mönchengladbach getrokken. Op dat moment een heuse topclub waarmee hij twee keer de Bundesliga had gewonnen (1970, 1971). De nieuwe linksbuiten gidste ook Club naar nationale roem: drie titels (1973, 1976, 1977) en een beker (1976). In 1976 speelde hij met blauw-zwart de dubbele UEFA Cupfinale tegen Liverpool. Een jaar later keerde hij terug naar Vejle en werd Deens kampioen.

13. HEINZ SCHÖNBERGER

GEBOREN: 30 DECEMBER 1949

1975-1977: RACING MECHELEN

1977-1985: SK BEVEREN

Heinz Schönberger voetbalde in Duitsland bij Kickers Offenbach en Tasmania Berlin. Hij arriveerde via Tilleur bij Racing Mechelen, waarmee hij uit eerste klasse donderde. De offensieve middenvelder met de geniale steekpasses werd echter opgemerkt door SK Beveren, waarmee hij de nationale voetbaltop bestormde: bekerwinst in 1978, kampioen in 1979 en een halve finaleplaats in EC II op de koop toe. Veel sterkhouders verlieten het Waasland, maar de Duitser bleef en herhaalde de successen: bekerwinst in 1983 en kampioen in 1984.

14. PÄR ZETTERBERG

GEBOREN: 14 OKTOBER 1970

1989-1991: ANDERLECHT

1991-1993: SP. CHARLEROI

1993-2000: ANDERLECHT

2003-2006: ANDERLECHT

Pär Zetterberg werd een jaar na zijn aankomst in het Astridpark (1988) opgenomen in de A-selectie. Trainer Aad de Mos geloofde niet in de jonge Zweed, die aan suikerziekte leed. Zetterberg werd uitgeleend aan Charleroi en overtuigde daar vriend en vijand. Met zijn techniek, spelinzicht en vista loodste hij Anderlecht naar zes titels (1991, 1994, 1995, 2000, 2004, 2006) en won hij twee keer de Gouden Schoen (1993, 1997). Van 2000 tot 2003 speelde hij bij Olympiacos, waar hij telkens kampioen werd.

15. PAUL OKON

GEBOREN: 5 APRIL 1972

1991-1996: CLUB BRUGGE

2004-2005: KV OOSTENDE

De Australische Marconi Stallions bezorgden Club Brugge een libero van wereldformaat. Paul Okon verdedigde met flair en won met blauw-zwart de titel (1995) en de beker (1995 en 1996). In 1996 veroverde hij ook de Gouden Schoen. Dino Zoff kwam persoonlijk naar Brugge om Okon voor Lazio te laten tekenen. In Rome was hij vaak geblesseerd. Hij won er de Coppa (1998) en de UEFA Cup (1999). Via Fiorentina trok hij naar Engeland, bij Middlesbrough en Leeds United. Hij speelde nog een seizoen bij het pas gepromoveerde KV Oostende, dat de degradatie niet kon afwenden.

16. KHALILOU FADIGA

GEBOREN: 30 DECEMBER 1974

1994-1995: CLUB LUIK

1995-1997: LOMMEL SK

1997-09/2000: CLUB BRUGGE

2007-2008: AA GENT

2008-2009: G. BEERSCHOT

De Senegalees Khalilou Fadiga verzeilde als kleine jongen in Parijs. Hij begon bij PSG en Red Star, maar de vleugelspits bouwde in ons land een fraaie carrière uit: via Club Luik en Lommel naar Club Brugge, waar het publiek smulde van zijn onnavolgbare acties. België werd te klein voor Fadiga. Na Auxerre trok hij naar Inter, maar in Milaan kreeg hij hartproblemen. Hij speelde nog in Engeland, o.a. bij Bolton, maar zijn gezondheid liet het afweten. Zijn terugkeer naar België loste die problemen niet op.

17. BIRGER JENSEN

GEBOREN: 1 MAART 1951

1974-1988: CLUB BRUGGE

1988-1989: LIERSE

Birger Jensen werd opgeleid bij B1903 Kopenhagen en groeide in Brugge tot een legende uit. De Deen was in alle opzichten een fantastische doelman. Hij stond meer dan een decennium onder de lat van Club en speelde bijna 400 officiële matchen voor blauw-zwart. Jensen werd vijf keer kampioen met Club (1976, 1977, 1978, 1980, 1988) en won twee keer de beker (1977, 1986). Hij verdedigde ook het Brugse doel in de twee Europese finales tegen Liverpool. Hij sloot zijn carrière af bij Lierse en het Nederlandse RKC.

18. JAN KOLLER

GEBOREN: 30 MAART 1973

1996-1999: LOKEREN

1999-2001: ANDERLECHT

De boomlange Jan Koller werd door Lokeren weggehaald bij Sparta Praag. De Belgische verdedigingen wisten zich geen raad met zijn 202 cm en hij scoorde aan de lopende band. In 1999 werd hij nationaal topschutter en dwong een transfer af naar Anderlecht. Zijn twee seizoenen in het Astridpark leverden twee titels op en een plaats in de tweede ronde van de Champions League. De Tsjech versierde daarmee een overstap naar Borussia Dortmund en won de Bundesliga (2002). Hij droeg nadien nog de kleuren van Monaco en Nürnberg en stopte in 2011 bij de Franse derdeklasser Cannes.

19. JOHN BOSMAN

GEBOREN: 1 FEBRUARI 1965

1988-1990: KV MECHELEN

1991-1996: ANDERLECHT

Johnny Bosman scoorde met de ogen toe, waar hij ook speelde. Desondanks stond hij vaak ter discussie. Het was nauwelijks te geloven dat hij van Ajax naar KV Mechelen overstapte. In Amsterdam had hij een titel, twee bekers en EC II (1987) gewonnen. Zijn terugkeer naar Nederland (PSV) was geen echte meevaller en na één seizoen stond Bosman weer in België. Met Anderlecht werd hij drie keer kampioen (1993, 1994, 1995) en won een beker (1994). In eigen land speelde hij nadien nog bij FC Twente en AZ en hield er in 2002 mee op.

20. EDHEM SLJIVO

GEBOREN: 16 MAART 1950

1978-1981: CLUB LUIK

1983-1987: CLUB LUIK

Edhem Sljivo was een begenadigde spelmaker. Hij had er al tien seizoenen bij FK Sarajevo in de Joegoslavische competitie op zitten toen hij op Rocourt arriveerde. Hij werd snel de man waar alles rond draaide bij Club Luik. De Bosniër verliet de Vurige Stede voor OGC Nice en de 1. FC Köln, maar ondanks Duitse bekerwinst (1983) keerde hij snel naar Luik terug. Tot ieders tevredenheid en met een bekerfinaleplaats als beloning (1987). Een zwaar auto-ongeval betekende echter het abrupte einde van zijn carrière.

21. ELI OHANA

GEBOREN: 1 FEBRUARI 1964

1987-1990: KV MECHELEN

De voorzet van Eli Ohana die door Piet den Boer werd binnengekopt in de EC II-finale tegen Ajax (1988) staat voor altijd in het geheugen van alle Belgische voetballiefhebbers gegrift. Een jaar later won de Israëliër met de fluwelen linkervoet met KV Mechelen ook de landstitel. De stille Ohana verliet ons land voor Braga, maar keerde na een seizoen al terug naar zijn oorspronkelijke club: Beitar Jeuzalem. Daar speelde hij nog acht seizoenen, won drie titels en schopte het nog tot Voetballer van het Jaar (1997).

22. BWALYA KALUSHA

GEBOREN: 16 AUGUSTUS 1963

1985-1989: CERCLE BRUGGE

De Zambiaan Bwalya Kalusha was een heuse revelatie op de linkerflank van Cercle Brugge. Hij vormde een eenmansvoorhoede en schopte het in groen-zwarte loondienst zelfs tot Afrikaans Voetballer van het Jaar (1988). Nadien speelde hij vijf seizoenen bij PSV en werd twee keer kampioen van Nederland (1991, 1992). ‘King Kalu’ vertrok daarna naar Mexico en droeg het shirt van een hele rist teams, zoals America en Necaxa. Hij zette in 2000 een punt achter zijn indrukwekkende spelerscarrière.

23. CHARLY MUSONDA

GEBOREN: 22 AUGUSTUS 1969

1986-1987: CERCLE BRUGGE

1987-1997: ANDERLECHT

‘Champagne Charly’ zette zijn eerste voetbalpasjes bij Mufulira Wanderers. De Zambiaan belandde al op jonge leeftijd bij Cercle Brugge en kon meteen Anderlecht overtuigen van zijn kwaliteiten. Musonda was een voetballende centrale middenvelder, maar chronische knieproblemen zaten hem dwars. Hij won met Anderlecht vier titels (1991, 1993, 1994, 1995) en twee bekers, maar kwam steeds minder aan voetballen toe vanwege zijn knie. Hij stopte al op z’n 28e. Hij probeerde het nog eens in de tweede Bundesliga bij Energie Cottbus, maar een jaar later was alles voorbij.

24. EDI KRIEGER

GEBOREN: 16 DECEMBER 1946

1975-12/1978: CLUB BRUGGE

De Oostenrijker Edi Krieger speelde maar drie seizoenen bij Club Brugge, maar dat waren wel de succesrijkste jaren uit de geschiedenis van de West-Vlaamse topclub. Met zijn landgenoot Ernst Happel op de bank won Krieger als libero – en met Georges Leekens voor hem – drie titels op rij en speelde een finale van de UEFA Cup (1976) en van de Beker voor landskampioenen (1978), die telkens verloren werd van Liverpool. Na het ontslag van Happel verdween hij ook snel. Eerst naar het Nederlandse VVV uit Venlo, nadien naar LASK Linz in eigen land.

25. FRANS VAN ROOIJ

GEBOREN: 3 JULI 1963

1986-1991: ANTWERP

1991-1994: STANDARD

De Nederlander Frans van Rooij had er twee landstitels met PSV op zitten toen hij aan Antwerp werd uitgeleend. De fans brachten kort nadien heel wat geld samen om de linksvoetige spelmaker, de nieuwe lieveling van de Bosuil, definitief naar de ‘Great Old’ te halen. Trainer Arie Haan lokte hem enkele jaren later naar Standard, waarmee hij de beker won (1993). Hij verliet Sclessin voor PAOK Saloniki, maar een jaar later stond hij opnieuw in ons land. Hij speelde nog een seizoen voor VC Westerlo in tweede klasse.

26. RALF EDSTRÖM

GEBOREN: 7 OKTOBER 1952

1979-1981: STANDARD

Ralf Edström was al een gelouterde centrumspits toen hij zijn opwachting maakte op Sclessin. Hij had met PSV twee titels (1975, 1976) en twee bekers (1974, 1976) en met IFK Göteborg een beker (1979) op zijn palmares staan. De boomlange Zweed maakte ook bij Standard indruk met zijn kopspel en torinstinct en nam met een beker (1981) afscheid van de Rouches. Hij koos voor AS Monaco, waarmee hij meteen een Franse titel mocht vieren (1982). Deze voorbeeldige voetballer zette een punt achter zijn carrière in eigen land, bij Örgryte.

27. HANS-PETER LEHNHOFF

GEBOREN: 12 JULI 1963

1987-1994: ANTWERP

Hans-Peter Lehnhoff was vele jaren de lieveling van de Bosuil. De aanvallende middenvelder met de grote actieradius kwam overgewaaid van de 1. FC Köln, waarmee hij de finale van de UEFA Cup bereikte (1986). In de eindstrijd tegen Real Madrid kwam hij evenwel niet in actie. Met Antwerp won Lehnhoff de Belgische beker (1992) en was hij de grote aanjager van het Europese avontuur dat eindigde met de verloren EC II-finale tegen Parma op Wembley. De Duitser keerde een jaar later naar eigen land terug en werkte met Bayer Leverkusen verscheidene campagnes in de Champions League

af.

28. DIEUMERCI MBOKANI

GEBOREN: 22 NOVEMBER 1985

2006-2007: ANDERLECHT

2007-2010: STANDARD

2011-2013: ANDERLECHT

Anderlecht plukte Dieumerci Mbokani weg bij TP Mazembe. De jonge Congolees had in de slotweken nog een bijdrage aan de titel (2007), maar trainer Frankie Vercauteren vond hem te weinig gedisciplineerd. Standard geloofde wel in de sterke spits. Hij beloonde de Rouches daarvoor met twee titels (2008, 2009). Zijn verhuizingen naar Monaco en Wolfsburg bleken geen succes. Hij keerde terug naar Anderlecht en behaalde weer twee titels (2012, 2013). In 2012 kreeg hij ook de Gouden Schoen. Sinds 2013 speelt hij voor Dinamo Kiev.

29. DANIEL AMOKACHI

GEBOREN: 30 DECEMBER 1972

1990-1994: CLUB BRUGGE

De vele goals van centrumspits Daniel Amokachi bezorgden Club Brugge een paar mooie successen begin jaren negentig: de titel (1992) en de beker (1994). De beresterke Nigeriaan waagde nadien zijn kans in het buitenland, maar noch zijn verblijf bij Everton (waarmee hij als wisselspeler nochtans de FA Cup won in 1995) noch dat bij Besiktas bleek een onverdeeld succes. Blessures speelden hem steeds meer parten en hij werd al vrij jong gedwongen zijn schoenen op te bergen (1999).

30. YAYA TOURÉ

GEBOREN: 13 MEI 1983

2001-01/2004: SK BEVEREN

Yaya Touré excelleerde begin deze eeuw op het middenveld van het Ivoriaans gekleurde SK Beveren. Als hij en zijn maats hun dagje hadden, werd elke tegenstander tureluurs getikt op de Freethiel. In 2004 werd zelfs de finale van de Belgische beker bereikt. Touré was enkele maanden voordien getransfereerd. Niet naar een Belgische topper, maar naar Metalurh Donetsk. Via Olympiacos en Monaco bereikte hij in 2007 de top bij Barcelona (twee Spaanse titels en de Champions League in 2009). Drie jaar later versaste hij naar Manchester City (twee Engelse titels).

31. GRZEGORZ LATO

GEBOREN: 8 APRIL 1950

1980-1982: LOKEREN

Grzegorz Lato had er al een rijke carrière bij Stal Mielec opzitten toen hij naar Lokeren kwam. Hij was twee keer Pools kampioen (1973, 1976) en twee keer nationaal topschutter geworden (1973, 1975). Lato was ook de topschutter op het WK 1974. Opmerkelijk voor een rechtsbuiten, die het vooral van zijn snelheid moest hebben. Bij Lokeren vormde hij een gevreesd aanvalstrio met zijn landgenoot Wlodek Lubanski en de Deen Preben Larsen. Nadien voetbalde hij nog een paar seizoenen bij het Mexicaanse CF Atlante.

32. LÁSZLÓ FAZEKAS

GEBOREN: 15 OKTOBER 1947

1980-1984: ANTWERP

László Fazekas had er al een rijke carrière op zitten toen hij als 33-jarige bij Antwerp belandde. Met Ujpest Dosza, de club waarbij hij opgroeide, had de Hongaar acht kampioenschappen en drie bekers gewonnen. Hij was ook drie keer nationaal topschutter geworden. Op de Bosuil bewees hij nog lang niet versleten te zijn. Met zijn fraaie techniek en vele doelpunten was hij meteen een publiekslieveling. Na Antwerp speelde hij nog een seizoen bij tweedeklasser STVV en scoorde hij op z’n 37e nog steeds vlotjes.

33. ANDRÉ CRUZ

GEBOREN: 20 SEPTEMBER 1968

1990-1994: STANDARD

01/1999-06/1999: STANDARD

André Cruz was een technisch sterke verdediger die aanvankelijk als linksachter speelde, maar vrij snel in het hart van de defensie terechtkwam. De Braziliaan stapte van het roemrijke Flamengo (bekerwinst in 1990) over naar Standard, waar hij onder andere bij standaardsituaties indruk maakte met zijn gave traptechniek. Na bekerwinst met de Rouches (1993) stond hij onder contract bij topclubs als Napoli, Milan (kampioen in 1999) en Torino. In 1999 keerde hij even naar Luik terug (tien wedstrijden) en trok toen naar Sporting Lissabon (bekerwinst in 2002).

34. MBARK BOUSSOUFA

GEBOREN: 15 AUGUSTUS 1984

2004-2006: AA GENT

2006-2011: ANDERLECHT

Mbark Boussoufa doorliep de jeugdrangen van Ajax, maar werd al snel ontdekt door Chelsea. Hij kreeg er geen kansen in het eerste elftal en koos voor AA Gent, waar hij alle harten veroverde. De kleine Marokkaan speelde meestal vanaf de linkerflank, maar hanteerde desondanks de regiestok. Bij Anderlecht bereikte hij zijn hoogtepunt, met twee titels (2007, 2010), een beker (2008) en twee Gouden Schoenen (2007, 2011). De Europese topclubs zaten niet op hem te wachten en hij zocht noodgedwongen zijn heil in Rusland. Eerst bij Anzji, momenteel bij Lokomotiv Moskou.

35. ARNÓR GUDJOHNSEN

GEBOREN: 30 APRIL 1961

1978-1983: LOKEREN

1983-1990: ANDERLECHT

Sporting Lokeren haalde Arnór Gudjohnsen al als 17-jarige weg bij Víkingur. Hij speelde op het middenveld van Daknam met René Verheyen en Raymond Mommens. De IJslander werd bij Anderlecht ook als spits en zelfs als rechtsachter uitgespeeld. Met de Brusselaars won hij drie titels (1985, 1986, 1987) en twee bekers (1988, 1989). Hij werd ook nationaal topschutter (1987). In de UEFA Cupfinale tegen Tottenham Hotspur (1984) miste hij de beslissende strafschop. Na Anderlecht speelde hij nog voor de Girondins de Bordeaux en tot op z’n 40e voor een aantal Scandinavische clubs.

36. MARIO STANIC

GEBOREN: 10 APRIL 1972

1995-1996: CLUB BRUGGE

Mario Stanic speelde maar één seizoen bij Club Brugge, maar dat was een van de mooiste campagnes uit de geschiedenis van blauw-zwart. De West-Vlamingen wonnen de dubbel (1996), dankzij de doelpunten van de Kroaat die nationaal topschutter (twintig goals) werd. ‘Supermario’ had er al een mooi verleden op zitten toen hij op Olympia aanbelandde: Zeljeznicar, Croatia Zagreb (kampioen in 1993), Sporting Gijón en Benfica. Zijn successen bij Club openden nog mooiere perspectieven: Parma (beker- en UEFA Cupwinst in 1999) en Chelsea.

37. HORST HRUBESCH

GEBOREN: 17 APRIL 1951

1983-1985: STANDARD

‘Das Ungeheuer’ (het monster) was een laatbloeier. Hij was al 24 toen hij met Rot-Weiss Essen in de Bundesliga debuteerde. HSV nam hem over en de kopbalsterke spits groeide uit tot de schrik van het Duitse voetbal. Met de Hamburgers vierde hij drie titels (1978, 1982, 1983) en won hij – onder Ernst Happel – de Europese beker voor Landskampioenen (1983). Hrubesch scoorde 136 keer in 224 wedstrijden in de Bundesliga. Voor Standard trof hij 23 keer raak in 52 wedstrijden. Hij verliet Sclessin voor Borussia Dortmund, maar een zware blessure schakelde hem al snel definitief uit.

38. SÉRGIO CONCEIÇÃO

GEBOREN: 15 NOVEMBER 1974

2004-2007: STANDARD

Sérgio Conceição belandde in de nadagen van zijn carrière bij Standard. De Portugese rechtsbuiten had al lof geoogst bij FC Porto (kampioen in 1997, 1998, 2004), Lazio (kampioen in 2000, bekerwinst in 2000 en 2004, Europacup II-winnaar in 2000), Parma en Inter. In Luik leidde hij een jong team naar de tweede plaats in de competitie (2006). Hij kreeg in 2005 de Gouden Schoen. Conceição kon zich soms echter niet beheersen op het veld en voor zijn uitsluiting in de verloren halve finale van de beker tegen Zulte Waregem (2006) kreeg hij een schorsing van vier maanden.

39. MILAN JOVANOVIC

GEBOREN: 18 APRIL 1981

2006-2010: STANDARD

08/2011-2013: ANDERLECHT

Het voetballeven van Milan Jovanovic begon bij Vojvodina. De Serviër speelde nadien voor Sjachtar Donetsk en Lokomotiv Moskou. Hij ontbolsterde pas echt bij Standard. De linksbuiten veroverde niet alleen harten met zijn dribbels en doelpunten, maar ook met zijn charmes buiten het veld. Hij kreeg een Gouden Schoen (2009) en gidste de jonge Rouches naar twee landstitels (2008, 2009). Jovanovic waagde zijn kans bij Liverpool, maar zat er vaak zelfs niet op de bank. Na één seizoen koos hij voor Anderlecht. Ook de Brusselaars bezorgde hij twee titels (2012, 2013).

40. ARUNA DINDANE

GEBOREN: 26 NOVEMBER 1980

2000-2005: ANDERLECHT

Aruna Dindane kreeg, zoals de meeste Ivoriaanse toppers, zijn opleiding in de befaamde voetbalschool van ASEC Mimosas in Abidjan. Anderlecht kon hem daar strikken en met zijn snelheid had de spits een belangrijke inbreng in twee titels (2001 en 2004). Zijn prestaties werden ook door de pers gesmaakt en hij kreeg de Gouden Schoen (2003). Na Anderlecht koos Aruna voor het Franse Lens, maar kon er zijn Belgische prestaties niet herhalen. Hij speelde nog kortstondig bij het Engelse Plymouth, maar verdwaalde dan in het Midden-Oosten.

DOOR DE REDACTIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content