Volgende week woensdag start in België het EK voor min-17-jarigen. Blikvangers zouden Bojan Krkcic en Tony Kroos moeten worden. En als het een beetje meezit ook het Belgische collectief. Inzet is een ticket voor het WK in Zuid-Korea.

De kans dat u nog niets over dit EK hebt gehoord is reëel, want de campagne van de voetbalbond laat een beetje op zich wachten. Hieronder kan u uw schade inhalen. Toernooidirecteur Michel Sablon en bondscoach Bob Browaeys vertellen u alles wat u dient te weten om met kennis van zaken aan de aftrap te komen.

1. Het toernooi

Het concept is eenvoudig : acht ploegen, netjes verdeeld over twee poules, spelen in vijf dagen drie kwalificatiewedstrijden. De nummers een en twee van elke poule gaan door naar de halve finales en krijgen sowieso een ticket voor het WK later op het jaar in Zuid-Korea. Een vijfde ticket gaat naar de winnaar van een play-offwedstrijd tussen de twee ploegen die als derde eindigen.

Wedstrijden worden gespeeld in Eupen, Doornik, Verviers, Visé, Ronse en Tubeke. Toernooidirecteur Michel Sablon licht die selectie toe. “We hebben geopteerd voor stadions met een beperkte capaciteit. Op die manier kunnen de spelertjes voor een vol huis spelen, wat toch een extra dimensie aan de wedstrijden moet geven. Daarnaast bepaalde ook de UEFA-reglementering onze keuze. De tijd om van de trainingsvelden naar de verblijfplaats te gaan mag bijvoorbeeld maximaal een kwartier zijn. Oorspronkelijk wilden we ook Tongeren en Denderleeuw in het project betrekken, maar dat is om uiteenlopende redenen niet doorgegaan.”

Volstaat het vooruitzicht om voor volle stadions te spelen niet om de vedetten van morgen te motiveren, dan houdt Sablon nog een andere troef achter de hand : alle wedstrijden worden uitgezonden op televisie. Sablon : “Eurosport zendt negen wedstrijden uit. Die overeenkomst is gesloten met de UEFA, dat was ook al zo op voorgaande toernooien. De overige wedstrijden zullen lokale zenders verslaan. Elke wedstrijd zal dus door een tv-ploeg worden gevolgd. Dat is zo overeengekomen met de bondscoaches van de verschillende landen. Op die manier garanderen wij hen dat ze een uur na het laatste fluitsignaal de wedstrijd op dvd krijgen. Die kunnen ze dan gebruiken voor analyses en scouting.”

De laatse stimulans die Sablon achter de hand houdt om het enthousiasme van de jeugd aan te wakkeren is Marc Wilmots. Hij is de peter van het toernooi. “Een weloverwogen keuze”, zo zegt Sablon. “Marc is de recentst gestopte aanvoerder van de Rode Duivels. Hij heeft de loting gedaan en zal ook een aantal wedstrijden bijwonen. Bovendien heeft Marc internationale faam en is hij een uitstekend rolmodel voor jonge spelers.”

Goedkoop is de organisatie van het toernooi allerminst, maar Sablon hoopt dat het project break-even kan draaien. “Ergens is het een financieel risico. We proberen dat in te dekken door voor de grootste uitgavenposten met partners te werken. We zoeken dan bijvoorbeeld een wagensponsor die ons kan helpen om het vervoer geregeld te krijgen. Dat systeem moet samen met de subsidies van de UEFA en de steun van de verschillende gewesten volstaan om het budget rond te krijgen.”

Over inkomsten uit de ticketverkoop zijn de verwachtingen minder hoog gespannen. Sablon wil liever goed gevulde stadions dan een goed gevulde portemonnee. “Twee of drie euro vragen we voor een ticket”, aldus Sablon. “Geef toe, dat zijn zeer schappelijke prijzen. Op die manier kan iedereen een wedstrijd bijwonen. Met minder dan twintigduizend bezoekers zijn we niet tevreden.”

De reclamecampagne rond het toernooi draait voorlopig nog op een laag pitje, maar Sablon belooft dat daar verandering in komt. “Momenteel ( twee weken voor de eerste wedstrijd, nvdr) worden de flyers en banners gedrukt. Bovendien hebben we wel al panelen geplaats in de stadions waar de wedstrijden worden gespeeld.”

2. De Belgen

Het zal u niet verbazen, maar de Belgische spelersgroep teert vooral op een stevig collectief. “Van alle lichtingen die ik al onder mijn hoede heb gehad, is dit degene die het best aan elkaar hangt”, zo beweert bondscoach Bob Browaeys. “Echte uitschieters zitten er niet in de groep, maar dat is geen groot probleem. Het kan zelfs een troef zijn. De verschillen tussen de spelertjes zijn minimaal, dus ik kan makkelijk roteren. Een pluspunt, aangezien we drie wedstrijden spelen op vijf dagen. De grote cohesie heb ik voor een stuk te danken aan mijn aanvoerder Dimitri Daeseleire ( RC Genk, nvdr). Een rechtsachter type Gerets, ontegensprekelijk de leider van de ploeg. Ook meegenomen is dat deze groep bestaat uit negen Vlamingen en negen Walen. Toeval natuurlijk, maar wel handig. De spelers slapen met twee op een kamer, we leggen dan bewust een Vlaming samen met een Waal. Zulke kunstgrepen zijn enkel in het begin nodig. Wanneer deze groep samenkomt, merk je nog dat die taal een barrière is, maar na verloop van tijd lopen ze allemaal door elkaar.”

Dat er geen individuele uitschieters in deze groep zitten, betekent volgens Browaeys niet dat er geen degelijke spelers uit voort kunnen komen. “Ik heb destijds samengewerkt met onder meer Moussa Dembele. Niemand beschouwde hem toen als een groot talent. ( lacht) Eigenlijk was dat een pannenkoek, hij stond maar slap op de benen. Nu heeft Moussa natuurlijk een enorme progressie gemaakt.”

De kwaliteiten van de ploeg mogen dan de traditionele Belgische waarden zijn, de opstelling is dat minder. Browaeys opteert voor een 4-3-3 en daar heeft hij een grondige reden voor. “We willen onze aanvallers creativiteit bijbrengen. In een 4-4-2 heb je vooraan ruimte in de hoeken, dan kunnen twee lopers nog het een en ander klaarmaken. Wanneer je met drie vooraan speelt, neem je die ruimte weg en is een individuele actie eigenlijk onontbeerlijk.”

Andere vaststelling : de Belgische groep telt bijzonder veel allochtone spelers. Ook daarvoor heeft Browaeys een sluitende verklaring. “Bij de autochtone Belgen krijgt het voetbal stevige concurrentie van bijvoorbeeld PlayStation. Bij die groep is er stilaan sprake van bewegingsarmoede. Spelers van vreemde origine komen vaak uit minder welvarende milieus en leggen zich in hun vrije tijd volledig op het voetbal toe. Ze spelen ook vaker op straat en dat zien wij toch als een onmisbare basis voor een voetballertje.”

3. Het supertalent

Eén speler moet er straks bovenuitsteken. Bojan Krkcic. Een Spanjaard met Servische roots die momenteel uitkomt voor Barcelona B in de Segunda División B, het equivalent van onze derde klasse. De zestienjarige spits scoorde er voorlopig negen keer in vijftien wedstrijden. Niet onaardig natuurlijk, maar Bojan kan nog sterkere cijfers voorleggen. De legende wil dat hij tijdens zijn jeugdopleiding bij Barça niet minder dan 899 keer scoorde in zeven seizoenen, een gemiddelde van 3,5 goals per wedstrijd. Voetbalcommentatoren prijzen zich nu al gelukkig dat de Spaanse wonderboy bij zijn voornaam wordt aangesproken, want niemand die eraan twijfelt dat Bojan binnen afzienbare tijd een gevestigde waarde wordt in het internationale voetbal. Ook Bob Browaeys is een fan. Hij zag de kleine Spanjaard aan het werk op het EK vorig jaar in Luxemburg en was meteen verkocht. “Een fenomenaal talent. Hij is een echte doelpuntenmaker. In Luxemburg was hij nog een jonkie. Hij startte geen enkele wedstrijd, maar had aan zijn invalbeurten wel genoeg om topschutter van het toernooi te worden. Hij is een type Messi, een dribbelaar. Zeker geen speler die het van zijn fysieke kwaliteiten moet hebben.”

Ook Duitsland heeft een internationale vedette in spe in de rangen. Toni Kroos is de naam en net als Bojan schitterde ook hij vorig jaar al op het EK. Kroos doorliep de jeugdrangen van het Oost-Duitse Hansa Rostock. Hij trok er de aandacht van onder meer Chelsea en Manchester United, maar uiteindelijk bleek Bayern München over de grootste overtuigingskracht en transfersom te beschikken. Browaeys : “Kroos is een stevige kerel, een type Ballack. Hij en Bojan zijn spelers die we over twee jaar in de Champions League aan het werk zullen zien. Het probleem is dat wij zulke talenten op dit niveau onmogelijk aan banden kunnen leggen. Eigenlijk kan je niet veel meer doen dan hopen dat ze een mindere dag hebben ( lacht).”

Ook Nederland heeft een bekende naam in de rangen. Centraal in de verdediging staat daar ene Daley Blind, de zoon van voormalig Ajaxtrainer Danny. Blind junior tekende recentelijk nog een profcontract bij de Amsterdammers en werd door technisch directeur Martin van Geel een van de grootste talenten van de club genoemd.

Bij de Belgen zou dus vooral het collectief de vedette moeten zijn, maar na enig aandringen wil Browaeys toch één spelertje in de spotlights zetten. “Als ik toch één iemand uit onze selectie moet noemen, dan ga ik voor Eden Hazard. Hij is eigenlijk een jaartje jonger dan de rest, maar hij stak er bij zijn lichting met kop en schouders bovenuit en dus hebben we hem doorgeschoven. Hij speelt bij Rijsel en is de enige in de selectie die voor een buitenlandse club speelt. Het is een pingelaar, snel met de bal aan de voet en dribbelvaardig.”

4. De favorieten

Bij de loting deed peter Marc Wilmots alvast meer dan zijn best voor het vaderland. Frankrijk, Duitsland en Spanje, de drie favorieten voor Browaeys, plaatste het Kampfschwein vakkundig in de andere tabelhelft. Dat betekent allerminst dat een plaatsje in de halve finales een makkie wordt voor de jonge Belgen. Ook tegenstanders Nederland en Engeland, twee keer te sterk voor de Belgen in de voorbereiding, en zelfs IJsland zijn allerminst watjes, zo weet ook Browaeys. “IJsland schakelde Portugal en Rusland uit in de voorrondes, beide landen wonnen het EK nochtans de voorbije jaren. De kwaliteiten van de Engelsen kennen we, een paar van hun spelers proefden al van de Premier League. Sterke tegenstanders dus, maar toch acht ik de halve finales niet onhaalbaar.

“Op zo’n EK speelt natuurlijk de top van Europa en ik ga niet beweren dat wij technisch en tactisch even ver staan als bijvoorbeeld Spanje en Frankrijk, maar het verschil is niet zo groot. Het grote nadeel dat wij hebben ten overstaan van die landen is dat van de biologische rijpheid. Die landen hebben een enorme vijver aan voetbaltalent, zij kunnen spelers selecteren die technisch én fysiek sterk zijn. Het is geen toeval dat hun selectie voornamelijk bestaat uit spelers die in januari en februari zijn geboren en dus al verder staan in hun groei dan spelers die pakweg een halfjaar jonger zijn. In deze leeftijdscategorie kan dat een immens verschil maken. Bekijk een foto van het Spaanse elftal en je denkt dat je de min-19-jarigen voor je hebt. Wij hebben die luxe niet. Wij selecteren puur op basis van talent, maar dat betekent wel dat er in onze ploeg nog echt jongetjes spelen.”

Door Jan-Pieter de Vlieger

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content