Duitser, geboren op 17 mei 1987 in Monte-Carlo (Monaco). 1,86 meter – 84 kilo. Profiel: de talenknobbel.

T orben Joneleit: “Ik voel me erg goed in mijn vel bij Racing Genk. Er is een hemelsbreed verschil met mijn eerste Belgische club, Charleroi. De stad Genk is een stuk properder en ik vind de mensen hier ook hartelijker. Vorig jaar voelde ik me soms wat eenzaam, maar intussen woont mijn vriendin, een Gentse die opgegroeid is in Monaco, hier bij mij.

“Ik heb een internationale achtergrond. Mijn ouders zijn allebei Duitsers, afkomstig uit Hamburg. Door de job van mijn vader zijn ze vrij snel naar Monaco verhuisd. Ikzelf ben in het prinsdom geboren, maar bezit wel de Duitse nationaliteit. Doordat ik altijd in Monaco heb gewoond, ben ik perfect tweetalig. Op school praatte ik Frans, thuis spraken we Duits.

“Opgroeien in Monaco valt een stuk beter mee dan je zou verwachten: er zijn scholen op hoog niveau, sportveldjes, voldoende plaats om te spelen, een goed klimaat, de zee dichtbij… Alleen is het natuurlijk allemaal wel erg klein en compact. ( lacht) Vooral als je wat ouder wordt en al eens graag op stap gaat met wat vrienden, dan begint Monaco te vervelen. Er is niet veel te doen voor jonge mensen en betaalbaar is het al helemaal niet.

“Ik speelde zelf bij de jeugdreeksen van AS Monaco en was ook een hevige supporter. Helaas was ik een van de weinige, want veel fans heeft de club nooit gehad. De beste herinneringen houd ik over aan de legendarische finaleplaats in de Champions League in 2004. Spelers als Fernando Morientes, Sébastien Squillaci, Patrice Evra en natuurlijk Ludovic Giuly waren stuk voor stuk mijn idolen.

“Zelf ben ik nooit echt doorgebroken bij Monaco. Op mijn twintigste werd ik uitgeleend aan Hibernians in Schotland om ervaring op te doen. John Collins was er toen trainer. Ik begon vol goede moed aan de voorbereiding, maar sukkelde met een blessure aan mijn hamstrings. Toen ik min of meer hersteld was, stond Hibernians aan de leiding van het klassement. Dan raak je niet zomaar in de basis. Daarenboven liep ik tijdens een match met de U21 van Duitsland nog eens een breukje op aan mijn enkel. In eerste instantie hebben ze dat in Schotland niet gediagnosticeerd, maar toen de pijn tijdens de trainingen te erg werd, heb ik me in Monaco opnieuw laten onderzoeken. Conclusie: een zware operatie en opnieuw maanden uit.

“Op die manier heb ik bijna een volledig jaar verloren. Enkele maanden ervoor had ik nog aanbiedingen gekregen uit Duitsland, maar nu moest ik me plots afvragen of ik ooit nog zou kunnen voetballen op hoog niveau. Uiteindelijk ben ik, andermaal op uitleenbasis, opnieuw bij John Collins terechtgekomen, in Charleroi. Bij Hibernians had hij me door die blessures niet veel aan het werk gezien, maar blijkbaar was hij wel echt overtuigd van mijn kunnen.

“Ik mag dan wel even goed Frans spreken als Duits, toch voel ik me honderd procent Duitser. Nederlands spreek ik nog niet zo goed, al begrijp ik het meeste wel. Als ik vanuit Genk even de Duitse grens oversteek, naar Aken of naar Düsseldorf, dan voel ik me helemaal thuis. Zelfs in Eupen, waar het vol hing met Duitstalige borden, had ik het gevoel dat ik thuiskwam. In mijn vrije tijd lees ik graag Duitse nieuwsmagazines: Focus, Handelsblatt, Kicker, … Het is mijn ambitie om ooit in de Bundesliga te spelen, maar je moet als speler soms wat geluk hebben.”

door bregt vermeulen

“Zelfs in Eupen voelde ik me thuis.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content