Dertien jaar geleden tekende David Rozehnal (35) zijn contract bij Club Brugge, zondagnamiddag de tegenstander in het Albertpark. De centrale verdediger houdt zijn twee blauw-zwarte jaren tegen het licht, met zijsprongetjes naar zijn ‘nieuwe’ leven.

David Rozehnal schiet in de lach. Op tafel ligt het eerste verhaal dat ooit van hem in Sport/Voetbalmagazine, 25 juni 2003, verscheen. ‘Kijk, mijn naam. Verkeerd geschreven.’ Club Brugge legde vorige week David Rozenahl vast, jonge Tsjechische centrale verdediger van Sigma Olomouc. ‘En die foto!’ 22 jaar, in de armen van zijn vriendin Petra, brede glimlach. ‘Daar moet ik een foto van nemen en doorsturen naar Petra, die ondertussen mijn echtgenote is.’

Even later loert Joseph Akpala over de schouders mee. ‘Dertien jaar geleden?’ De Nigeriaan ligt in een deuk. ‘Ik was een mooie jongen, niet?’ Een monoloog over twee seizoenen Club Brugge, die begonnen met de welkomstwoorden van Timmy Simons. ‘Hello, how are you? Welcome at Club Brugge.

‘En ik begreep amper Engels…. (lacht) Toen ik de eerste keer met mijn vriendin en Paul Courant, de Brugse spelersmakelaar die mij enorm veel geholpen heeft, de stad verkende, zei hij dat ik zo snel mogelijk Engels moest leren. Dat deed ik. Als ze je in het water gooien, dan moet je beginnen te zwemmen. Doe je dat niet, dan verdrink je.

‘Ik vond het een eer dat ik naar Club kon. Bruges en Anderlecht, dat waren de enige clubs die ik in België kende. Ik speelde bij een middenmoter in Tsjechië, die elk jaar Europees voetbal probeerde te halen maar daar nooit in slaagde. Ik was jong en kende er alleen Marek Spilar, met wie ik in Olomouc zes maanden samen had gespeeld en die een jaar ervoor naar Club was vertrokken.

‘De eerste trainingsweken waren verschrikkelijk. Zware benen, vreselijk. Ik had een hoger niveau verwacht, dat wel, maar het was een enorme stap, een groot verschil met wat ik in Tsjechië gewend was. Ik heb het niveau vrij snel opgepikt, denk ik, ook al was het niet gemakkelijk om met Trond Sollied te communiceren. De taal…

‘Alles was anders. De kwaliteit van het trainingen en de matchen, het oefenterrein, de stadions. Fantastisch! Een andere sport bijna. Voor een jonge speler die droomde van een voetbalcarrière was dat wat ik op dat moment nodig had. Het begin van alles waar ik altijd van gedroomd had. Voetballen in het buitenland, Champions League, de nationale ploeg… En na dat eerste seizoen had ik het alle drie bereikt. Het ging ongelofelijk snel.

‘In augustus, een van onze eerste wedstrijden, speelden we al meteen tegen Borussia Dortmund, een topteam uit de Bundesliga. Mijn familie zat in Brugge in het stadion, toen we aan de rust met 2-0 leidden (het werd 2-1, nvdr) en een geweldige match speelden. Zware duels tegen Jan Koller, toen al Tsjechisch international, en Márcio Amoroso. Op het middenveld Tomás Rosicky, een fantastische voetballer.

‘En dan die terugwedstrijd, voor meer dan 60.000 toeschouwers, terwijl ik een paar maanden ervoor nog voor 3000 man liep te voetballen. Ik was zenuwachtiger dan nu, dat wel, maar zeker niet bang. Ik weet niet meer waarom Dany Verlinden toen niet in het doel stond, maar we waren wel verbaasd toen we zagen dat Tommy (Tomislav Butina, nvdr) zou starten. Een foutje in het begin, op een terugspeelbal, maar de dag erna stond in de kranten: Butina,from zero to hero. In de verlengingen kreeg ik rood, maar we wonnen met de strafschoppen. Unbelievable!

‘De ontgoocheling bij de spelers van Dortmund is me ook altijd bijgebleven, ze waren zeker dat ze zich zouden kwalificeren. Achteraf heb ik amper met Koller en Rosicky gesproken. Ik kende hen wel, van matchen op televisie, maar wie was ík? En wie was Club Brugge in Europa? Na de match belde ik meteen naar mijn ouders, die de wedstrijd in een pub in Tsjechië op televisie hadden gevolgd. Door de telefoon hoorde ik mijn vriendin wenen… Achteraf doken we in de kleedkamer de jacuzzi in.’

DE IDEALE MIX

‘We speelden onder andere tegen Ajax, met Zlatan Ibrahimovic, nadat ik een paar dagen ervoor een elleboogstoot had gekregen en mijn oogkas op drie plaatsen was gebarsten. Ik droeg een beschermend masker, dat veel zwaarder en minder comfortabel is dan de maskers van nu. Ik weet nog dat ik in sommige Tsjechische kranten op de voorpagina stond: The Mask, Hannibal Lecter… (lacht)

‘Aan al die duels heb ik geen enkel shirt overgehouden, nooit aan gedacht. En als we verloren hadden, zoals op Ajax, had ik al helemaal geen zin om truitjes te wisselen. Ik dacht toen alleen maar aan voetbal, achteraf bekeken een vergissing. Zeker na de 0-1 op AC Milan, dat het jaar ervoor nog de Champions League had gewonnen. Ik genoot wel, maar vooral binnenin, zonder emoties te tonen. Ik probeerde mij vooral op de match te concentreren, niet op de viering achteraf. (lacht)

‘Een goede campagne. Gewonnen in Milaan, thuis tegen Ajax… En, opvallend: de trainer roteerde niet, terwijl we toen ook al heel veel wedstrijden speelden. Vermoeidheid zit vooral in je hoofd. Zondag, woensdag, zondag: ideaal, denk ik, want spelers moeten elkaar voelen op het veld. Een team dat goed speelt, moet je laten staan, ook al is dat allesbehalve leuk voor de jongens die op de bank zitten. Maar ik zou net hetzelfde zeggen mocht ik níét spelen. Spelers die na een mindere wedstrijd mogen blijven staan, krijgen meer vertrouwen. En wie niet in de ploeg stond, moest harder werken en geduldig zijn.

‘We hadden een ideale mix van Belgen – Timmy, Gert Verheyen, Philippe Clement, Dany Verlinden – en goede buitenlanders – Rune Lange, Marek, Nastja Ceh, ik… -, die bereid waren om voor elkaar te vechten. Het werkte, ook al kan je dat niet altijd verklaren. Soms haalt een club betere spelers en zijn de resultaten toch slechter.

‘Het was goed dat ik met vragen bij sommige spelers terechtkon, zonder dat we daarom beste vrienden waren. Nu, op mijn 35e, heb ik andere interesses dan de jonge spelers, maar op het veld moeten we wel een groep vormen. Er zaten toen ook enkele karaktertjes in het team, maar zo lang ze presteren en het verschil maken, stoorde niemand zich daaraan.

‘Iedereen volgde Timmy, voor de jonge spelers een voorbeeld omdat hij altijd hard werkte en gedisciplineerd was. Daarom is het niet verrassend dat hij op zijn leeftijd, 39 jaar, nog altijd speelt. Gert vond ik nog net iets meer de leider, die alleen iets zei als het nodig was. Een stille leider in een groep waarin amper ego’s zaten. Anders dan de huidige generatie voetballers, zonder te willen veralgemenen. Hier, bijvoorbeeld, valt het nog mee in vergelijking met de mentaliteit van jonge spelers in Frankrijk, waar ze al heel snel een goed contract en een mooie auto krijgen en vooral pronken met hun bling bling things

‘Mijn zoon is acht jaar en heeft een totaal ander leven dan ik op die leeftijd. Ik had een fiets en een bal, ging naar school en speelde ’s avonds op straat. Voetballen, basketbal, soldaatje spelen… Geen PlayStation, geen uren voor de televisie hangen… We waren veel minder materialistisch ingesteld, dat wil ik mijn zoontje ook bijbrengen.’

CHAMPAGNE IN DE NEK

‘De bekerfinale, in mijn eerste seizoen, kan ik mij nog goed herinneren. Een schitterend stadion, 40.000 man in de tribune… 4-2 tegen Beveren, dat met tien donkere jongens speelde. Toen ze mij dat voor de match vertelden, geloofde ik het niet. ‘Hoe kan dat nu?’ 4-2, we hebben zelfs alle doelpunten (owngoals van Birger Maertens en Dany Verlinden, nvdr) gescoord. (lacht)

‘In 2002 Europees kampioen met de Tsjechische U21, twee jaar erna de beker van België met Club en in 2005 de landstitel, na een beslissende wedstrijd tegen Anderlecht. Geweldige sfeer! Achteraf goot Rune een fles champagne in mijn nek. Maar twee weken later verloren we wel de bekerfinale, ook al waren we favoriet (Germinal Beerschot Antwerpen won met 2-1, nvdr). Mooie herinneringen… Ik was niet van plan om al na twee seizoenen te vertrekken, tot er plots belangstelling van Paris Saint-Germain was. Een grote naam in Europa, betere competitie, een schitterende stad… Dat kon ik niet laten passeren.’

DOOR CHRIS TETAERT – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Ik droomde van het buitenland, de Champions League en de nationale ploeg… En na dat eerste seizoen had ik het alle drie bereikt.’ – DAVID ROZEHNAL

‘Gert Verheyen was de stille leider, in een groep waarin amper ego’s zaten.’ – DAVID ROZEHNAL

‘Toen ik na de kwalificatie in Dortmund naar mijn ouders belde, hoorde ik mijn vriendin door de telefoon wenen.’ – DAVID ROZEHNAL

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content