Hans Somers en Filip Daems, drie jaar geleden samen de linkerflank van de gouden generatie van Lierse, spelen al twee jaar in Turkije. Met plezier. ‘Mensen die vinden dat het voetbal te veel aandacht krijgt in België, zouden eens in Turkije moeten wonen.’

‘Turkije. Nu beter dan ooit. Laat je meedrijven op het ritme van de zon. ‘ Slogans van touroperators om toeristen naar het exotische Turkije te lokken. Evengoed hadden het woorden uit de mond van Hans Somers (24) of Filip Daems (24) kunnen zijn. Beide voetballers hebben net hun tweede seizoen in de Turkse competitie achter de rug. Van hun respectievelijke clubs – Daems speelt voor Gençlerbirligi, Somers voor Trabzonspor – kregen ze een maandje vakantie, tijd die ze benutten om de familie en de vrienden in België te komen opzoeken. Maar vakantie willen ze het niet noemen. Want, zegt Somers : “Vakantie, dat hebben wij al elf maanden in Turkije”. “Hoho,” roept Daems zijn maat meteen tot de orde, “straks staat dat in grote letters boven het artikel !” Waarop Somers : “Ja, maar misschien komt er dan nog eens wat volk naar Turkije”.

De toon is gezet voor een rondje stevige verhalen.

Hoe is het voorbije seizoen verlopen ?

Filip Daems : Met Gençlerbirligi kenden we een goed seizoen. We streden lang mee voor een Champions Leagueticket, maar gaven onze uitstekende positie nog weg in de laatste vijf wedstrijden. Uiteindelijk werden we derde, achter Besiktas en Galatasaray, maar vóór Fenerbahce en Trabzonspor. Voor aanvang van de competitie hadden we een Europese plaats vooropgesteld en dat is gelukt, dus is iedereen tevreden. Op persoonlijk vlak viel het ook bijzonder goed mee. Ik miste maar een stuk of drie wedstrijden, maakte zeven goals en gaf acht assists. Ik heb alleen spijt van de verloren bekerfinale (tegen het Trabzonspor van Somers, nvdr).

Hans Somers : Ik zit met gemengde gevoelens. In het begin van het seizoen lag ik overhoop met de trainer. Daardoor miste ik toch een pak wedstrijden. Maar ik heb teruggevochten en in januari stond ik weer vast in de ploeg. Vanaf dan is het beter beginnen lopen. We wonnen de beker en in de competitie eindigden we als zevende. Lange tijd stonden we vierde, maar eens we de beker binnen hadden en het bijhorende Europees ticket, verdween de motivatie helemaal.

Is Besiktas de verdiende kampioen ?

Somers : Ik vond ze niet altijd even overtuigend, maar als je elke wedstrijd met 1-0 of 2-0 wint, dan ben je verdiend kampioen. Vooral kampioen van de regelmaat. In feite vond ik Gençlerbirligi de best voetballende ploeg van de competitie.

En dat zeg je nu helemaal niet omdat Filip naast je zit ?

Somers : Ja, straks, na het interview, zal hij me zeker geëmotioneerd vastpakken. Hans, nu effe tussen ons… Neen, serieus : iedereen dacht er zo over. Gençlerbirligi en Trabzonspor werden in alle kranten de revelaties van het seizoen genoemd.

Daems : Zeker na de bekerfinale. Op dat moment waren wij twintig wedstrijden ongeslagen, maar Trabzonspor was gewoonweg super die dag. Daar hebben we toen even een mentale dreun van gekregen : we verloren tweemaal op rij en kostte ons een Champions Leagueticket.

Welke speler liet op jullie de beste indruk ?

Daems : Sergen van Besiktas vond ik bijzonder sterk.

Somers : En Haim Revivo van Galatasaray.

Daems : Vorig jaar was dat Hasan Sas.

Somers : En Filip Daems ! Ik vind echt wel dat je een sterk seizoen achter de rug hebt.

Wat moeten we ons bij het Turkse voetbal voorstellen ?

Somers : Aanvallend. De meeste ploegen spelen in een 3-5-2. Die offensieve instelling geeft vaak problemen voor de tactische afspraken. Maar ik merk dat ze op dat gebied aan een inhaalbeweging zijn begonnen. Op technisch vlak daarentegen hoef je de Turken niets te leren.

Op het WK in Japan en Korea verbaasde de Turkse spits Ilhan Mansiz de wereld met een subliem dribbelnummer, waarbij hij de bal met zijn hak over de tegenstander lepelde. Is dat normaal in de Turkse competitie ?

Daems : Ilhan ? Ja, die doet dat geregeld !

Somers : Maar het zal toen toch één van de weinige keren geweest zijn dat het lukte ( lacht).

Daems : Een paar weken geleden heeft hij het nog in een wedstrijd tegen ons gedaan.

Heeft de derde plaats van Turkije op dat WK iets teweeggebracht ?

Somers : Je voelt dat ze zelf meer in hun kunnen zijn gaan geloven. In de Europese competities zie je de Turkse ploegen steeds ver doorgaan. Dat is geen toeval. Waarom ? Omdat Turkije goed betaalt, hé. Na het behalen van de beker stelde de voorzitter ons voor de keuze : een stukje grond, een appartement of een premie. De buitenlanders werd aangeraden voor de premie te kiezen. Ariel Ortega, de Argentijnse vedette, is zes maanden geld komen rapen in Turkije. Als je zou horen wat die verdiende, daar keert je maag van om.

Daems : Hij werd gehaald voor 22 miljoen dollar.

Somers : Het succes van het WK is hier heel uitgelaten gevierd. Ik liep gewoon over straat en ineens begon er op vijf meter van mij een Turk met zijn geweer in de lucht te schieten. Onze voorzitter heeft nu een huisreglement opgesteld dat bepaalt dat je geen geweren meer in de kleedkamers mag meepakken. Je mag ook geen vreugdeschoten meer lossen na een wedstrijd. Vroeger kon dat allemaal wel. Daar kan ik mij wel eens kwaad om maken. Laatst nog kwam één van onze jongere spelers met een grote karabijn de kleedkamer binnengewandeld en richtte dat om te plagen op mij. Toen ben ik serieus uitgevlogen.

Daems : Wij hadden ook zo’n doelman. Op een dag verscheen hij op training met een revolver en bedreigde daar de keeperstrainer mee. Wij waren allemaal een beetje geschrokken, maar dachten : och, het zal wel niet geladen zijn. Knalt hij me daar twee kogels in de lucht !

Turks voetbal : dan denken we ook aan temperament.

Somers : Het eerste jaar laat je dat allemaal wat over je heen komen, je bent te veel onder de indruk. Zeker in Trabzon, dat één van fanatiekste supporterskernen heeft.

Daems : Vooral hun muziek is fanatiek. Zo nerveus, man !

Somers : Horun. Typische Zwarte Zee-muziek, en dan staan ze daar de hele tijd nerveus op te dansen… (Filip bescheurt zich van het lachen) Op den duur word je er zelf nerveus van.

Voetbal leeft er meer dan in België ?

Somers : Dat is zelfs geen vergelijking waard. Voetbal leeft enórm in Turkije. Mensen die vinden dat het voetbal te veel aandacht krijgt in België, zouden eens in Turkije moeten wonen.

Als ik het zo hoor, lijken jullie clubs wel elkaars tegenpolen.

Somers : Dat is zo. Het zegt genoeg dat wanneer wij bij hen op verplaatsing spelen, er meer supporters van Trabzonspor zijn dan van Gençlerbirligi. En Ankara (waar Gençlerbirligi ligt, nvdr) en Trabzon liggen zeshonderd kilometer van elkaar, hé.

Daems : Wij hebben gemiddeld slechts vier- à vijfduizend supporters. Tegen Galatasaray zit het stadion wel vol, met enkel achter het doel een klein vakje voor onze fans. De rest allemaal Galatasaray. Als we dan het veld opkomen, worden wij uitgefloten… op ons eigen veld !

Somers : Wij tellen gemiddeld dertigduizend toeschouwers. Onze populariteit hebben we te danken aan het feit dat Trabzonspor de enige club buiten Istanbul is, die er ooit al in slaagde de titel te winnen. Gezien het mooie voetbal dat Gençlerbirligi brengt, verdienen zij eigenlijk de meeste supporters.

Maar het is sowieso altijd opboksen tegen de clubs uit Istanbul ?

Daems : Ja, die haat zit diep.

Somers : Bij ons heerst vooral een grote rivaliteit met Fenerbahce. Als die bij ons op bezoek komen, is het een hel. En als wij naar daar gaan, ontvangen ze ons in een hel die twéé keer zo groot is.

Daems : Fenerbahce heeft het mooiste stadion. Zestigduizend man.

Somers : En daar zít dus effectief zestigduizend man, hé ! Soms worden er gewonden afgevoerd. Echt hectische toestanden.

Daems : Wat die mensen daar allemaal op het veld gooien… Werkelijk álles wat ze in hun handen kunnen krijgen !

Somers : Munten, flessen, stoeltjes…

Daems : Stenen. Het ergste is wanneer je een corner moet geven, dat is werkelijk onmogelijk. Daar probeer je zo snel mogelijk van af te zijn.

En, vaak corners getrapt ?

Daems : Ja.

Somers : Ja. (Trekt zijn hoofd diep tussen zijn schouders) Maar als het niet moet… ( algemene hilariteit). Meestal let je niet zo op die supporters, maar als je een muntstuk op je hoofd of rug krijgt, weet je het wel, hoor. (Tot Filip) Heb jij eigenlijk al eens iets tegen je hoofd gehad ?

Daems : Een muntje.

Somers : Doet dát zeer, jong !

Let je daar dan op wanneer je naar de zijlijn moet ?

Somers : Ja maar, je kán dat niet zien. Als daar tienduizend man staat, met allemaal muntjes in hun handen, op wie moet je dan letten ?

Daems : Met gsm’s smijten ze ook al eens.

Somers : Ja, onze trainer heeft er vorig jaar nog ene tegen zijn hoofd gekregen ! Briegel was dat. In de laatste wedstrijd, en na een volledig mislukt seizoen, kreeg die daar een Nokia of een Eriksson naar zijn hoofd.

Welke zaken hebben jullie verrast bij de eerste kennismaking met Turkije ?

Somers : Toen ik in Istanbul landde om mijn contract te tekenen, stond daar kweenie hoeveel volk mij op te wachten, en die staken mij daar meteen de lucht in… Dat was wel straf, ik had nog niet eens getekend !

Daems : Toen ik landde in Istanbul, stond alleen de chauffeur van de club mij op te wachten. ( Hans lacht hem uit) Het complex van Gençlerbirligi verbaasde me wel : twee oefenvelden, synthetisch veld, ieder zijn eigen kamer, restaurant, een zwembad, sauna… álles !

Veel aanpassingsproblemen gekend ?

Daems : De eerste maanden erger je je aan alles. Je kent de taal niet, er is de hitte, er zijn de moskees…

Somers : Om vier of vijf uur ’s morgens beginnen ze te zingen in die moskees. En daar word je dus echt wakker van, hé.

Daems : Bof, zoveel last heb je daar ook weer niet van.

Somers : Euh, Fille, in het begin zette ik mijn radio toch een stuk harder als dat begon, hoor, maar je went eraan.

Kennen de Turken België ?

Somers : Jean-Marie Pfaff, Georges Leekens en Urbain Braems zijn bekende namen. Maar als er gepraat wordt over de buitenlandse competities, gaat het meestal over Spanje, Italië en Engeland. Er is één ploegmaat die af en toe eens iets over de Belgische competitie komt vragen omdat hij op buitenlandse wedstrijden gokt. De laatste keer vroeg hij mijn mening over Lokeren. Ik zeg : “Die zijn heel goed bezig”. Verliezen ze uitgerekend toch wel die match, zeker (lacht). Die kerel heeft daar pakken geld mee verloren, ik durf niet goed te zeggen hoeveel, want het was echt schandalig ! En hij had zo’n mooie auto. Ik wist niet goed of ik me daar nu schuldig over moest voelen. Maar de dag erna wonnen we de beker.

Daems : Dan zal het wel geen probleem meer geweest zijn.

Hoe is de financiële situatie van het Turkse voetbal ? Want, Hans, jij bent een tijdje niet betaald geweest.

Somers : Dat is geregeld. Uiteindelijk word je wel altijd betaald, maar je moet er soms wat achter zitten.

Daems : In Gençlerbirligi zijn ze wel stipt.

Somers : Je went eraan. Wij weten nu dat we meestal pas een maand later ons geld zullen zien. Je leert geduld te hebben.

Bekijken jullie de Turkse gemeenschap in België nu anders ?

Somers : Neen, ik zie niet in wat ik daar nu anders aan zou moeten vinden. Ik heb nooit iets tegen die mensen gehad. Ze zijn zeer hulpvaardig en dat is misschien iets wat wij, Belgen, niet vaak genoeg zien. Het zijn goede mensen. Misschien af en toe iets te emotioneel.

Daems : Maar dat is dan weer omdat wij zo’n rustige types zijn. Tegen mij zeggen ze vaak : you calm, cold.

Waarin uit hun emotionaliteit zich ?

Somers : Door, zoals vorig jaar is gebeurd, de helft van het stadion in brand te steken ( lacht).

Daems : Ook de spelers op het veld zelf reageren nogal snel.

Somers : Ja, het is heel gemakkelijk om iemand een gele kaart aan te smeren. Van zodra je er beetje op begint in te praten… Maar hoewel ze lichtontvlambaar zijn, valt er wel mee te praten.

Daems : Vind je dat ? Als je daar ambras zoekt met ene, komt direct heel die ploeg op je af.

Somers : Dat is wel waar. Maar daar wordt veel minder over gesproken. Als je in België een fout maakt en je reageert, krijg je meteen een kaart. In Turkije is het een normale zaak dat je reageert. Bij rellen vliegt iedereen daar op iedereen !

Daems : Het liefst komen ze hoofd tegen hoofd staan.

Somers : Bij de buitenlanders doen ze dat iets minder vaak, omdat ze ook weten dat wij kalmer zijn en meteen zeggen : hoho, jongens, rustig !

Daems (kijkt Hans fronsend aan) : Dat helpt niet, hoor.

Is het moeilijk om je niet te laten meeslepen ?

Somers : Mja, ik merk bij mezelf dat ik meer dan vroeger met de scheidsrechter in discussie ga.

Daems : Als ik op de televisie naar de wedstrijdverslagen kijk, zie ik Hans constant tegen de scheidsrechter zagen. Dan vraag ik mij toch dikwijls af : wat is díe nu weer aan het zeggen ?

Jullie tekenden beiden een contract voor vier jaar en zitten nu dus halfweg. Tevreden tot nu toe ?

Daems : In het begin is het moeilijk en denk je : oei, wat heb ik nu gedaan ?

Somers : Dat is normaal. Ik herinner me nog de eerste dag nadat ik mijn contract had getekend. Dan denk je ook even : vier jaar, doeme, da’s lang ! (lacht) Maar ik beklaag het mij zeker niet. Onlangs zei iemand uit het voetbalmilieu mij dat het de beste keuze uit mijn leven was. Zeker als je ziet wat er nu allemaal in de Belgische competitie gebeurt.

Laatste vraagje : biefstuk friet of kebab ?

Daems : Ik heb hier gisteren nog een kebab gegeten.

Somers : Dat meen je niet ? ! Echt waar ?

Daems : Ja. Allez, doe mij dan toch maar een biefstuk met friet.

door Matthias Stockmans

‘De voorzitter heeft wapens nu verboden in de kleedkamers.’

‘Een muntstuk tegen je hoofd krijgen : doet dát zeer, zeg.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content