Vrijdag stelde Club Brugge Jan Ceulemans officieel als trainer voor. Even voordien had het nog Timmy Simons laten vertrekken en hem vervangen door Sven Vermant. ‘Er zal dus wel íets veranderen, maar wát ?’

Eerst moet er een grap uit : dag Jan en of hij het gemakkelijk gevonden heeft ? Dan kan Michel D’Hooghe zijn nieuwe trainer officieel introduceren : “Vandaag is de hemel boven Club Brugge weer een stukje meer blauw en zwart geworden. Vandaag is Club weer een stukje meer Club geworden. De kreet van duizenden fans is waar geworden. Er wachten ons enorm veel nieuwe challenges en we weten dat het niet altijd hoera, hoera zal zijn, maar dat is zo als iemand met zoveel palmgeruis en lofzangen het terrein betreedt.”

Erudiete woorden verwelkomen de koning van het gewone volk, verwijzen als de voorzitter met zijn beeldspraak ongetwijfeld niet per toeval doet naar Christus’ blijde intrede op palmzondag.

“In het begin”, zegt Marc Degryse, “was Jan er niet zelf van overtuigd of het trainersvak iets voor hem was, maar de voorbije tien jaar heeft hij bewezen dat hij het onder de knie heeft. Hij is, heeft hij mij in vertrouwen gezegd, klaar voor een topclub. Dus dit is ook een overwinning op zichzelf. Bovendien wilden we – toen we nadachten over de opvolging van Sollied – dat het effect direct zwart-wit zou zijn. Trond werkte op een losse manier, dus een ijzeren discipline en een heel andere wereld leek ons voor de spelers niet aangewezen.”

Veel tijd om zich beter dan van op afstand te verdiepen in de kern van Club Brugge kreeg Jan Ceulemans door de snelle gang van zaken vorige week niet. “We zullen dat nu bekijken in de voorbereiding. In grote mate ken ik de kern natuurlijk wel, maar hoe alle spelers persoonlijk in elkaar zitten – wat ik niet onbelangrijk vind – moet ik nog leren.”

In één transfer van Club heeft Ceulemans alvast wel een stem gehad : voor Sven Vermant werd aangetrokken om het vertrek van Timmy Simons te compenseren, had hij daarover een gesprek met Marc Degryse. “Voor de rest heb ik er honderd procent vertrouwen in omdat Marc iets van voetbal kent. Als ze allemaal lukken, de transfers, zal ik mij er volgend jaar zeker niet mee bemoeien ( lacht).”

Joos Valgaeren is “een snelle verdediger in de plaats van David Rozeh- nal“, weet Ceulemans, Grégory Dufer, “een talent”, Ivan Leko “ken ik niet, maar dat moet een goeie zijn als vervanger voor Nastjah Ceh“, en ook Vermant is “een goeie voetballer.” Alleen : is Vermant ook een goeie vervanger voor Simons ?

“Timmy is moeilijk te kopiëren”, zegt Marc Degryse, “maar Sven maakt in het veldspel wel meer doelpunten dan Timmy en hij kan het, zoals bij Schalke, alleen als verdedigende middenvelder of met twee. Het zal moeten blijken hoe Jan hem wil gebruiken.”

Hoe goed was Vermant als verdedigende middenvelder bij Schalke, Eddy Achterberg, de voorbije twee seizoenen zijn assistent-trainer aldaar ? “Nou”, zegt Achterberg, “driekwart jaar heeft hij zeker goed gespeeld vóór de verdediging. Hij zou ook nog altijd naar zijn oude plek kunnen, achter de spitsen, maar de omschakeling naar zijn andere positie heeft hij goed gemaakt. Hij maakte zelfs slidings en pakte ballen af, hoewel hij zo’n type helemaal niet is, maar hij heeft loopvermogen genoeg. We speelden in een 4-2-4 in aanvallend opzicht en een 4-4-2 in verdedigende situaties, zeg maar, omdat de twee buitenste spelers naar voren of achteren gingen. Sven was dan doorgaans de meest linkse van het centrale middenveldersduo, naast Poulsen. Hij is technisch heel vaardig, dus het gebeurde dan wel eens dat hij naar voren ging en Poulsen het verdedigende overnam. Dat ging heel goed, al moest je wel eens fluiten om ze in positie te houden. Maar als achterste punt van een driehoek moet hij het ook perfect kunnen.”

Dat Vermant zich terug in België in een competitie van lager allooi dan de Duitse begeeft “zou wel eens de bottleneck kunnen worden”, zegt Achterberg, “dat Sven daardoor denkt dat het te gemakkelijk zal gaan. Want Sven moet wel eens achter z’n broek gezeten worden. Dat is ook een beetje de cultuur van België, denk ik ( lachje).”

De verdedigende middenvelder die Simons was, is Vermant dus niet, beseffen ze ook in Brugge. Niet in het minst Jan Ceulemans. “Wie Simons nog het dichtst benadert”, zegt hij, “is Wim Mennes : goed in de recuperatie, loopvermogen, kan voetballen, maar ja, hij is geblesseerd tot eind augustus en dan nog blijft het afwachten.”

Mennes, die met Guy Bonny dezelfde zaakwaarnemer heeft als Simons, wist dat zijn naam bijgevolg was gevallen in Brugge, zonder dat er rechtstreeks contact met Degryse of Ceulemans is geweest. Onder Ceulemans was hij naast en achter Chris Janssens de verdedigende middenvelder van Westerlo. “Belangrijk voor Ceulemans, net als voor veel andere trainers, is”, zegt Wim Mennes, “dat de verdedigende middenvelder de schakel kan zijn tussen de verdediging en de aanval. Zoveel mogelijk vrij lopen, de bal van achteren uit opeisen en aan de creatieve spelers doorspelen. Goed voetballen over de grond op die positie, dat zal Ceulemans bij Club ook wel zeggen. Het spel vooral naar de flanken verleggen, vroeg hij ook altijd. De centrale man is de as van de ploeg, een belangrijke pion in zijn systeem. Je moet daar, met andere woorden, iets kunnen. Timmy Simons opvolgen, is geen lachertje.”

Mennes werd het dus niet. “Mennes is iemand die zou groeien als hij mag spelen in functie ván”, weet Ceulemans, “maar Vermant is als voetballer al beter. Met Timmy had je iemand die er honderd procent met zijn gedachten bij was en die weet wat hij kan : in één tijd voetballen, vanuit de positie voetballen. Dat was een zekerheid, dat wíst je. Dus dan was de vraag : ga je voor zo’n type of ga je voor een ander type en pas je je systeem aan ?”

Het werd dus het laatste, want Ceulemans is ook, zo vinkte Degryse aan, tactisch flexibeler dan Sollied. “Er zal dus wel íets veranderen”, zegt Ceulemans, “maar wát ? Concreet kan ik dat nu nog niet zeggen. In elk geval ben ik Jan Ceulemans en was de vorige trainer de vorige trainer. Alleen qua resultaten zal alles wel hetzelfde blijven, hoop ik ( grijnst).”

Zijn werkwijze, zegt de nieuwe trainer, zal hij in elk geval niet veranderen. “De grootste fout zou zijn het nu helemaal anders te willen doen dan bij mijn vorige clubs.” Maar veel kans wel dat de heilige 4-3-3 van Sollied wijzigingen ondergaat. “Ik hoor veel over het systeem van Sollied praten, maar vóór Trond Sollied waren er ook trainers met andere systemen én goeie resultaten. Als je trainer van Club Brugge bent, mag je álle systemen spelen, normaal zal je altijd de betere ploeg zijn in België. Wat je wel anders gaat hebben dan in Westerlo – behalve dat je hier twintig, dertig telefoontjes per dag krijgt in plaats van tien ( grijnst) – is dat er hier een kern van vijfentwintig is en dat die niet allemaal kunnen meedoen. Vijfentwintig min veertien is elf : als je slim bent weet je dat je je best zal moeten doen. Een speler, vind ik nog altijd, bepaalt voor tachtig procent zelf of hij meespeelt of niet.”

Waarna Ceulemans kon beginnen te denken aan de voorbereiding, met in de eerste week drie oefenwedstrijden. “Daarin zal ik overleggen met de mensen die hier al waren en die ik ken van toen ik nog speelde ( René Verheyen, Dany Verlinden en Cedomir Janevski, nvdr) hoe we het verder aanpakken. Maar dit wordt in elk geval een van de belangrijkste voorbereidingen in mijn carrière. In het begin zal het een beetje spannend zijn, maar na twee, drie minuten valt dat van je af. Als je schrik hebt, moet je er zelfs niet aan beginnen. Maar ik weet : ik ben er, terwijl er veel zijn die er niet eens geraken.”

Verwees Michel D’Hooghe in zijn openingswoorden naar de met wuivende palmen gevierde blijde intrede een week voor Pasen, weten we meteen wat het volk een paar dagen later riep : kruisig hem !

“Ik wil het waarmaken in de wetenschap dat ik de ambitie heb en met de steun die er in de club is”, zegt Ceulemans. “Ik zal goeie momenten kennen en negen kansen op tien ook mindere. Dan zullen we zien hoe we eruit geraken en hoe sterk we staan. Ze zijn hier allemaal nogal nuchter, ze zullen dus ook wel beseffen dat het niet alleen de trainer is die resultaten brengt. Dat doen meestal voetballers. Maar ik weet als het iets minder gaat, dat er nog veel mensen achter mij zullen blijven staan.”

“Jan geniet gezag en ontzag bij spelers, supporters en bestuur”, wist Marc Degryse.

“We gaan ervoor in goede en kwade dagen”, verzekerde Michel D’Hooghe.

Kortom, binnen en buiten de club apostelen genoeg om – laten we ons door de gezwollen beeldspraak van de voorzitter tegen beter weten in dan maar helemaal meeslepen – Ceulemans te steunen, maar met ook de vraag in het achterhoofd of een van hen straks de judas wordt.

door Raoul De Groote

‘De grootste fout zou zijn het helemaal anders te willen doen dan bij mijn vorige clubs.’ (Jan Ceulemans)

‘Sven Vermant moet wel eens achter z’n broek gezeten worden.’ (Eddy Achterberg)

‘Als je trainer van Club Brugge bent, mag je álle systemen spelen, normaal zal je altijd de betere ploeg zijn in België.’ (Jan Ceulemans)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content