‘Zulte Waregem, grensverleggend’, het devies van de fusieclub lijkt niet lukraak gekozen. Met een professionele werking en een multifunctioneel stadion wil de club straks de daad bij het woord voegen.

Het is halfdrie in de namiddag en de spelersgroep van Zulte Waregem loopt het oefenterrein op voor de tweede trainingssessie van de dag. Vorig jaar viel zo’n gezicht niet te aanschouwen. Toen werden op dat uur volop muren gevoegd, kasseien gelegd en schoenen verkocht. Maar de fusieclub werkt dit seizoen professioneel en dus maakt voetbal nu de dagtaak uit van de spelers. Eenzelfde evolutie in de bestuurskamer : sponsordeals en spelerscontracten worden er tegenwoordig afgesloten tussen negen en vijf. Niet langer na de uren door enthousiaste vrijwilligers, wel door een professionele equipe van zeven mensen die fulltime in dienst zijn. Een van hen is Luc Dhaenens. Zeggen dat hij vroeger bij Zulte Waregem het manusje-van-alles was, is misschien weinig eerbiedig maar wel correct. Nu de club professioneel werkt, is hij louter nog verantwoordelijk voor het sportieve management. “Door de Europese campagne van vorig seizoen is alles in een stroomversnelling gekomen”, geeft Dhaenens aan. “Spelers die verlof moesten vragen om wedstrijden te spelen, dat was moeilijk werken. Ook op bestuursniveau hadden we geen tijd meer om te ademen.”

De omkadering van de club werd daarom uitgebouwd. Vincent Mannaert werd begin dit jaar aangesteld als algemeen manager. “De professionele uitbouw van de club, die onder meer resulteerde in mijn aanstelling, is niets meer dan een logische evolutie”, vertelt hij. “Het ging allemaal razendsnel. De fusie in 2001, meteen de promotie naar de tweede klasse, twee jaar later naar eerste en meteen bekerwinst met een Europese campagne … Ondertussen verzesvoudigde ook het budget.”

Om dat budget te beheren en liefst nog wat aan te dikken, nam de club dit jaar ook Wouter Claeys (financieel management) en Heidi Selleslagh (commer- cieel management) in dienst. Met zo veel nieuwe collega’s zag Luc Dhaenens zijn takenpakket aanzienlijk afnemen, maar rouwig is hij daar niet om. “Vroeger deed ik hier inderdaad het grote werk, maar de uitbouw van de club was absoluut noodzakelijk.”

Voetbal als locomotief

De professionele uitbouw van de club vertaalt zich momenteel nog niet in betere prestaties op de grasmat. Dat baart Luc Dhaenens weinig zorgen. “Ik stel vast dat het sportieve voorlopig nog niet is meegegroeid met de betere omkadering. Maar we weten waar het schoentje knelt.” Mannaert beaamt dat : “Het is te makkelijk om te concluderen dat we sportief niet gebaat zijn bij de professionalisering. Het eerste seizoen haalden we de beker, de zesde plaats en speelden we het beste voetbal van België. Welke club zal ons dat nadoen ? Als je die prestaties als referentiepunt neemt, dan ben je gedoemd om altijd minder te doen. We zijn ervan overtuigd dat professioneel werken ons op lange termijn ook sportief de beste resultaten zal opleveren.”

Op korte termijn lukt het dus niet. Het hogere budget resulteert niet meteen in een hogere rangschikking voor Zulte Waregem. Dat is een probleem, want aan het andere kant van de cirkel werken die tegenvallende resultaten dan weer een rem op de commerciële groei van de club. Dhaenens ontkent dat niet : “Mochten we momenteel in de top vijf staan, dan kan ik me best inbeelden dat er meer commerciële interesse zou zijn.”

Was de stap richting professionele werking daarom niet beter wat vroeger gezet ? Dhaenens : “Dat is een logische redenering, maar het een vloeit natuurlijk voort uit het ander. Onze Europese campagne kon misschien het aangewezen moment zijn, maar we verzekerden ons daarvan pas in mei 2006 na de bekerwinst. Is het dan verstandig om halsoverkop die stap te zetten ? Bovendien, als je in de eerste ronde speelt tegen Lokomotiv Moskou, dan ben je normaal gezien uitgeschakeld. Sportieve prestaties heb je gewoon niet in de hand.”

Net voor dat probleem heeft commer- cieel manager Heidi Selleslagh een oplossing : “Je moet niet het voetbal verkopen, wel het product Zulte Waregem. Op die manier kan je partners ook houden wanneer het minder gaat.” Mannaert is dezelfde mening toegedaan. “Het voetbal vormt sowieso de locomotief, daar kan je niet omheen. Maar je moet ernaar streven om commercieel iets uit te bouwen waarmee je ingedekt bent wanneer het sportief minder gaat. Je moet zorgen voor een toegevoegde waarde, zowel bij supporters als bij de commerciële partners. Die beide partijen moeten zich verbonden voelen met de club, niet omdat er goede resultaten zijn, wel omdat ze er een goed gevoel bij hebben.”

Selleslagh pikt in : “Sfeer is daarbij cruciaal. Op dat vlak hebben we nog veel werk en daarbij zal de tweede seizoenshelft heel belangrijk zijn met niet minder dan zes topwedstrijden. Ik reken de match tegen Cercle Brugge daar ook bij. (lacht) We hebben plannen om bepaalde sfeeracties te koppelen aan sponsoring. Als club moet je je heel goed afvragen wat een sponsor van je verwacht. De tijd dat sponsoring gelijkstond met liefdadigheid, is voorgoed voorbij. Vroeger zat ik aan de andere kant van de tafel (Selleslagh was vroeger pr-verantwoordelijke bij Euphony, nvdr) en dus ben ik goed geplaatst om te weten welke return een sponsor verwacht. Het stadion van Zulte Waregem kan bijvoorbeeld de ideale ontmoetingsplaats zijn om als zakenman te netwerken.”

Anonieme getuige

Om die rol van ontmoetingsplaats optimaal te vervullen wil Zulte Waregem het huidige Regenboogstadion opwaarderen. Dat betekent in de eerste plaats uitbreiden, maar de nieuwe tempel moet straks (2010 is de meest optimistische prognose) vooral meer bieden dan louter een plek om te voetballen. Selleslagh : “Als een gezin naar het voetbal komt, moeten ze daar bij wijze van spreken een volledige daguitstap van kunnen maken. Dan heb ik het over een etentje, een bezoekje aan de fanshop en wie weet ook wel een spelletje bowling. Probleem is dat we als club niet zelf kunnen beslissen hoe multifunctioneel het stadion straks wordt. Het is de dienst ruimtelijke ordening die dat uiteindelijk zal bepalen. Vanuit mijn functie kan ik enkel aangeven aan welke eisen een stadion moet voldoen om commercieel interessant te zijn.” Mannaert vult aan : “Er is al een constructieve vergadering met de provincie geweest. Bovendien is er een studiebureau aangesteld om na te gaan welke functies we op de site van het sta-dion kunnen combineren.”

Het nieuwe stadion zou 12.000 zitjes tellen. Een ambitieus plan als je weet dat er vorig seizoen gemiddeld 6300 toeschouwers in het Regenboogstadion zaten. Dit seizoen zou dat aantal iets hoger liggen. Toch vreest commercieel manager Selleslagh niet voor lege tribunes in het nieuwe stadion. “Een studie van sporteconoom Trudo Dejonghe heeft uitgewezen dat er nog wel degelijk rek zit in onze supportersaantallen. Het potentieel is er. Wij plannen acties in scholen, bedrijven en verenigingen in de buurt. Vooral Oost-Vlaanderen kan voor ons een interessant wingebied zijn. Al is AA Gent met zijn nieuwe stadion natuurlijk een belangrijke concurrent.”

Mannaert : “Die studie vormt een van de hoekstenen van onze toekomststrategie. Daaruit bleek dat onze club inderdaad groeipotentieel heeft, maar om dat te benutten, moeten een paar voorwaarden worden vervuld. Bijvoorbeeld een modern stadion met meer comfort en faciliteiten.”

Toch is blijkbaar niet iedereen overtuigd van de mogelijkheden van Zulte Waregem. Zo voerde de krant Het Laatste Nieuws een aantal weken geleden een anonieme getuige op ‘uit de entourage van het bestuur’ die beweerde dat het nieuwe stadion meteen ook de ondergang van Zulte Waregem zou inluiden. Mannaert windt zich daar niet over op : “Het is onvermijdelijk dat je bij een project een zekere vorm van tegenkanting treft. Wat me wel stoort, is dat het verhaal niet is getoetst bij ons. Er is geen sprake van enig financieel risico. We werken met een zogenaamde PPS-structuur, wat inhoudt dat privéinvesteerders instaan voor de financiering. Van tegenkanting heb ik binnen het bestuur nooit iets gemerkt.”

Mooie ambitie

Met de intrede van het ‘professionalisme’ en het aanstellen van allerhande managers ging wellicht een stukje charme verloren bij Zulte Waregem. Manager Mannaert is het daar uiteraard niet mee eens : “In Zulte Waregem hangt een familiale sfeer en is de afstand met de supporters klein. Dat is historisch zo gegroeid en ik zie geen enkele reden om het roer nu om te gooien. Dat we professioneel gaan werken, doet daar toch helemaal geen afbreuk aan ?” Hetzelfde verhaal hoor je in het bureau van commercieel manager Selleslagh : “De waarden waar Zulte Waregem voor staat, mogen we zeker niet verloochenen. Wij zijn een volkse, familiale club, maar natuurlijk ook ambitieus. Ondertussen zijn we niet langer het semiprofessionele clubje dat twee jaar geleden in de eerste klasse terechtkwam.”

Het mag duidelijk zijn dat Zulte Waregem trouw zweert aan zijn roots. Toch is er een vaststelling waar je niet omheen kan : de spelerskern van de fusieclub is in het tussenseizoen minder Belgisch geworden. Voor de Kroaat Nikica Jelavic werd zelfs een half miljoen euro opgehoest. De duurste transfer uit de clubgeschiedenis. Toch vindt Mannaert het een brug te ver om de Kroaat als exponent te zien van het nieuwe, professionele Zulte Waregem : “Ook als semiprofessionele club haalden we dure buitenlandse spelers. Denk maar aan SalouIbrahim of Juan Diego González-Vigil.”

Het feit dat de club meer dan voorheen aan buitenlandse scouting doet, is eerder een opgelegde dan een bewuste keuze, zegt Luc Dhaenens : “Wij scouten elk weekend nog in België maar moeten vaststellen dat er steeds minder vissen in die Belgische vijver zwemmen. Daarom moeten wij onze horizonten verleggen en ook in Frankrijk en Nederland gaan kijken. We hebben bijvoorbeeld ook gesproken met Guillaume Gillet, maar als clubs met meer middelen zich in de strijd mengen, dan passen wij.” Mannaert vult aan : “Jonge Belgische spelers blijven onze voorkeur genieten. Wij zijn volop bezig de lagere reeksen in kaart te brengen, maar heel veel ploegen pluizen die markt uit. Daarom is ook onze eigen jeugdwerking prioritair.”

Tot slot : hoever mogen de ambities van Zulte Waregem reiken ? Vincent Mannaert wil “een gezonde, stabiele eersteklasser met een positieve uitstraling”. Commercieel manager Selleslagh spreekt duidelijker taal : “Top van de subtop. Dat is een mooie ambitie voor Zulte Waregem.” S

door jan-pieter de vlieger

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content