Euro 2000, de gezamenlijke organisatie van België en Nederland, zorgt voor een nooit geziene mediabelangstelling. In de stadions is bijwijlen opwindend voetbal te zien. Erbuiten regeert meermaals de waanzin.

In juni 2000 is het alsof voor België en Nederland de aarde even stopt met draaien. Wetstraatjournalisten bergen hun dictafoontje op, buitenlandreporters worden met vakantie gestuurd. De uitzendingen van het journaal en de pagina’s van de kranten worden bijna uitsluitend gevuld met één onderwerp: koning Voetbal en zijn hofbanket Euro 2000.

Nederland kleurt van top tot teen oranje, in België wappert overal de driekleur. Tv-presentator Mark Uytterhoeven laat op het dak van de Kinepoliscinema’s een studio bouwen met uitzicht op de Heizel. Het is het epicentrum van de schokgolf die ons land een maand lang in de ban houdt.

Jaren heeft men hiernaar uitgekeken. Voor het eerst zullen twee landen – historisch met elkaar verbonden – de organisatie van zo’n groot sportevenement op zich nemen. Veel praktische obstakels moesten overwonnen worden. Dat gebeurde ook, maar voor één zaak wordt het nog bang afwachten: het heir van hooligans dat de Lage Landen gaat overspoelen. De hamvraag is of die het feest gaan bederven.

Rusland en Kroatië redden het niet

Aan die voorrondes – waarvan België en Nederland vrijgesteld zijn – nemen maar liefst 49 landen deel, een nieuw record. Ze worden ingedeeld in negen poules, waarvan de winnaars en de beste tweede zich rechtstreeks kwalificeren. De acht andere tweedes spelen barragewedstrijden.

Het grote aantal landen is vooral een gevolg van het eerdere uiteenvallen van de naties Joegoslavië en de Sovjet-Unie. Alsof de duivel ermee gemoeid is, wordt een aantal van die ex-landgenoten bij elkaar in een poule gedropt. Vooral in groep 8, waarin Kroatië, Macedonië en Joegoslavië (eigenlijk Servië-Montenegro, maar ingeschreven onder de naam Joegoslavië) uitgeloot zijn, gaat het er bitsig aan toe. Kroatië, de bronzen medaille van het WK’98, gaat al meteen kopje onder bij Ierland dat uiteindelijk tweede zal worden, maar de duels waar iedereen zijn hart voor vasthoudt, zijn de onderlinge confrontaties met de aartsvijand. In een grimmige sfeer in Belgrado blijft Joegoslavië-Kroatië steken op 0-0. De terugmatch in een nog broeieriger Zagreb zal de beslissing over de groepswinst brengen. De rood-wit geblokten moeten winnen en komen via Boksic op voorsprong, maar Mijatovic en Stankovic slaan voor de rust terug. De Kroaten komen in de tweede helft niet verder dan de gelijkmaker van Stanic en zijn uitgeschakeld.

Ook in groep 4 zitten landen die vroeger onder dezelfde vlag speelden: Rusland, Oekraïne en Armenië. Armenië komt er niet aan te pas, maar de twee ex-Sovjetreuzen knokken tot het bittere eind met Frankrijk en het verrassende IJsland. Pas op de slotdag komt er afscheiding. De Fransen kloppen IJsland op de valreep met 3-2. Ook Rusland lijkt op weg naar de zege, maar kort voor het einde brengt Shevchenko de Oekraïners in euforie (1-1).

De landen die in de voorronde de meeste indruk maken, zijn Tsjechië en Spanje. De Tsjechen, met Pavel Nedved en Jan Koller, winnen hun tien wedstrijden, met een doelsaldo van 26-5. Spanje start slecht met een beschamend verlies in Cyprus (3-2), maar na het ontslag van coach Clemente en het aanstellen van Camacho denderen de Iberiërs als een trein verder: doeltjeskermissen tegen Oostenrijk (9-0), Cyprus (8-0) en San Marino (9-0) en een uiteindelijk saldo van 42-5.

De barragewedstrijden brengen nog enkele interessante duels. Engeland, dat achter Zweden eindigde en Polen maar net op doelsaldo voorbleef, moet tegen de Schotse buren. In Glasgow wordt het 0-2 en hoe de Schotten ook hun best doen op Wembley, verder dan een 0-1 komen ze niet. Voor Oekraïne was de euforie van korte duur: de ex-Sovjets worden gewipt door de ex-Joegoslaven van Slovenië onder aanvoering van Zahovic. Denemarken heeft geen kind aan Israël (0-5 en 3-0). In de spannendste barrage moeten de Ieren op basis van uitdoelpunten de duimen leggen tegen Turkije (1-1 en 0-0).

België doet zichzelf de das om

In mei 2000 zakken de eerste teams naar België af en blijkt meteen hoe groot de belangstelling is voor het EK. Bij elke training, van Italianen tot Joegoslaven, drommen horden toeschouwers samen. De Rode Duivels houden hun oefenstonden in de anders zo stille Kempen, op het veld van eersteprovincialer Tielen. Duizenden fans houden er dagelijks de vinger aan de pols van de nationale elf.

Als gastland krijgt België de eer om het EK af te trappen tegen het solide Zweden. Openingswedstrijden zijn vaak saaie bedoeningen en aanvankelijk is deze niet anders. Tot kort voor de pauze Bart Goor door de geel-blauwe verdediging glipt en de bal naast Hedman in doel schuift. Net na de pauze krijgen de Zweden nog twee klappen te verwerken: Emile Mpenza knalt staalhard de 2-0 binnen en aanvoerder Patrik Andersson, actief bij Bayern München, krijgt rood onder de neus geduwd. Een uitglijder van doelman Filip De Wilde brengt de spanning nog even terug, maar diezelfde De Wilde staat vervolgens pal. 2-1, de Rode Duivels zijn prima begonnen.

In de tweede wedstrijd van poule B klopt Italië oververdiend Turkije, zodat de winnaar van België-Italië al zeker is van de volgende ronde. De Rode Duivels worden al na zes minuten koud gepakt door Francesco Totti. De Belgen bestormen het doel van Toldo, maar tevergeefs. Halverwege de tweede helft doet Stefano Fiore het licht helemaal uit (0-2). Gelukkig blijft Zweden-Turkije zoals het begon (0-0) en dus heeft België in zijn laatste match genoeg aan een draw tegen de Turken. De Italianen tellen met een veredeld B-elftal Zweden helemaal uit (2-1).

De troepen van Robert Waseige mogen aan een gelijkspel voldoende hebben, daarop speculeren doen ze allerminst. De ene aanvalsgolf na de andere rolt op het doel van Rüstü af. Een doelpunt van Mpenza wordt afgekeurd wegens buitenspelpositie van Nilis. Het is een ijzeren voetbalwet dat als je niet scoort, je wel eens het deksel op de neus kan krijgen – en zo geschiedt. Op slag van rusten veert Hakan Sükür hoger op dan De Wilde en het staat 0-1.

Ook in de tweede helft lukt scoren niet, integendeel: opnieuw Sükür maakt er op de counter 0-2 van. De rode kaart van Filip De Wilde, waardoor Eric Deflandre in het doel moet plaatsnemen (alle wissels zijn opgebruikt), symboliseert de ontreddering bij de Rode Duivels. België zorgt meteen ook voor een jammerlijke primeur: het is het eerste gastland van een EK dat niet door de poulefase raakt.

Ordediensten verliezen het hoofd

België is daarmee nochtans in goed gezelschap want tot ieders verbazing worden ook Engeland en Duitsland eruit geknikkerd. De daders komen uit Zuid-Europa. Een sterk Roemenië houdt de Mannschaft in bedwang (1-1) en legt de Engelsen over de knie (3-2). Portugal, met de gouden generatie van Luís Figo en Rui Costa, maakt in een schitterende wedstrijd tegen Engeland een 0-2-achterstand ongedaan (3-2) en laat vervolgens geen spaander heel van Duitsland (3-0). Sérgio Conçeicão scoort alle drie de doelpunten.

De match waar in deze groep echter vooral naar wordt uitgekeken, is de clash tussen Engeland en Duitsland. Verwacht wordt immers dat de wedstrijd buiten het Stade du Pays de Charleroi een oorlog zal opleveren tussen de rivaliserende supportersclans. Vooral de Britse hooligans hebben een gevreesde reputatie en staan op scherp. In april 2000 vinden twee Leedssupporters bij een Europacupduel met Galatasaray in Istanbul de dood.

De zenuwen staan dus gespannen bij de ordediensten. Wanneer het uit de hand loopt, kost dat gegarandeerd de kop van minister van Justitie Verwilghen en minister van Binnenlandse Zaken Duquesne. De reactie op sommige schermutselingen is dan ook vaak buiten proportie: cafés waar men vermoedt dat er zich hooligans ophouden, worden met traangas uitgerookt en alle Engelstaligen worden met C130’s terug het Kanaal overgevlogen. Op de markt van Charleroi is er de dag voor de match geen politie te zien, maar wanneer er ook maar het minste gebeurt, vegen opeens honderden agenten in gevechtskledij het plein schoon. De hooligans zelf leven zich danig uit in het kat-en-muisspelletje, de wereld kijkt meewarig toe. Dat Engeland en Duitsland er na de eerste ronde uitliggen, is voor velen een grote opluchting.

Goed voetbal, veel goals

Men zou er haast bij vergeten dat er nóg twee poules zijn. Onterecht, want er wordt soms hoogstaand voetbal geserveerd. Wereldkampioen Frankrijk rolt Denemarken op (3-0). Ook Tsjechië is ruim de betere van Nederland, maar het verliest wel. De kale Italiaanse ref Collina doet Frank de Boer in de slotminuut een ingebeelde strafschop cadeau. 1-0, het tweede gastland haalt opgelucht adem.

Vervolgens heeft Oranje wel geen enkel probleem met Denemarken en omdat ook Frankrijk van de Tsjechen wint, zijn beide landen na twee wedstrijden al zeker van de kwartfinale. In een galawedstrijd voor de groepszege halen de Hollanders het van de Fransen (3-2).

De meeste goals vallen in de laatste poule, met dank aan Spanje en Joegoslavië. De Joego’s weten nochtans niet wat hen overkomt wanneer hun ex-landgenoten van Slovenië hen op een 3-0-achterstand zetten, maar in vijf dolle minuten hangen ze de bordjes weer gelijk (3-3), met twee goals van Savo Milosevic. Spanje gaat verrassend onderuit tegen Noorwegen (0-1), maar slaat terug tegen Slovenië (2-1).

In het Jan Breydelstadion van Brugge voeren Spanje en Joegoslavië vervolgens een klassieker op. De Spanjaarden komen tot drie keer toe op achterstand. De eliminatie wenkt, maar in blessuretijd zetten Mendieta en Alfonso de scheve situatie nog onverwacht recht (4-3). Beide landen gaan verdiend verder. De Noren, die zich met een 0-0 tegen Slovenië naar de volgende ronde hoopten te rekenen, mogen mea culpa slaan.

Nederland demonstreert, Spanje naar huis

Nu medeorganisator België eruit ligt, lijkt het of de Nederlanders in de kwartfinale voor twee willen spelen. In een van de indrukwekkendste prestaties van Oranje ooit vernederen ze de Joegoslaven met 6-1. Tussen de 24ste en de 54ste minuut treft Patrick Kluivert vier keer raak, al is hij achteraf wel zo sportief om toe te geven dat de derde een owngoal was. Het Wilhelmus rolt van de tribunes wanneer Overmars er nog twee rozen aan toevoegt. Dat Milosevic in de blessuretijd tegenscoort, is alleen voor de geschiedenisboeken van belang: de in Bosnië geboren aanvaller wordt dankzij die late goal topschutter van het EK, samen met Kluivert (5 goals).

Portugal wint zijn halve finale met de vingers in de neus van Turkije: 2-0, twee keer Nuno Gomes. Italië heeft het lastiger met Roemenië maar haalt hetzelfde resultaat (2-0). De wedstrijd eindigt in mineur voor de 35-jarige Gheorghe Hagi, die zijn afscheid van de Roemeense nationale ploeg ‘viert’ met een tweede gele kaart – voor een schwalbe dan nog.

Italië-Roemenië legt overigens nog een pijnpunt van de organisatie bloot. Hoewel de match ‘uitverkocht’ is, blijven ruim 7000 plaatsen in het Koning Boudewijnstadion leeg. Nog voor de samenstelling van het EK bekend was, moesten supporters immers al proberen een kaartje op de kop te tikken – zonder te weten welke match ze te zien zouden krijgen. De zwarte markt – die men zo fel wou bestrijden – tiert dan ook welig en talrijke plaatsen blijven leeg.

In de laatste kwartfinale ten slotte, Frankrijk-Spanje, heeft scheidsrechter Collina in de laatste minuut weer zin in een penalty. Het staat op dat ogenblik 2-1 en Raúl zet zich achter de bal. Zelfs voor de topschutter uit de Champions League – die hij een maand eerder won met Real Madrid – is de spanning te groot. De bal belandt hopeloos in de tribune. Spanje moet eens te meer vroegtijdig naar huis.

Het penaltytrauma van Oranje

In de halve finale staan met Frankrijk en Portugal twee ‘voetballende’ ploegen tegen elkaar. Nuno Gomes zet de Portugezen in de eerste helft op voorsprong, maar net na de rust maakt Thierry Henry gelijk. Er lijkt niet meer gescoord te worden, tot diep in de verlengingen Abel Xavier de bal ongelukkig met de hand beroert in de zestien. Zinédine Zidane toont zijn cool (2-1).

Strafschoppen zijn ook hét thema van de andere halve finale, Nederland-Italië. Oranje heeft er een decennium van penaltyellende opzitten (het gaat eruit vanop de stip bij de EK’s van ’92 en ’96 en het WK van ’98), maar die 29ste juni wordt het écht een nationaal trauma. De Nederlanders overklassen de Azzurri, die zich moeten beperken tot verdedigen. Zowel in de eerste als in de tweede helft krijgt het gastland een penalty. Doelman Toldo ligt in de goede hoek wanneer Frank de Boer trapt en de paal houdt het inzenden van Kluivert tegen. Met kunst en vliegwerk houden de Italianen het droog tot de 120ste minuut (0-0). Al wat Oranje is, vreest dan al het ergste. De nachtmerrie wordt werkelijkheid. Alleen Kluivert krijgt tijdens de strafschoppenepiloog de bal in het net. Frank de Boer mist opnieuw. Ook Jaap Stam en Paul Bosvelt zijn hun zenuwen niet meester. De Italianen slaan genadeloos toe: 3-1. Nog weken, maanden, jaren zal er in de Nederlandse media geredetwist worden over de reden waarom Hollanders geen penalty’s kunnen zetten.

Triomf van les blancs-blacks-beurs

In de finale tappen de Italianen uit een heel ander vaatje. De verdedigende stellingen worden verlaten en de Squadra toont zich de evenknie van Frankrijk. Tien minuten na de pauze stuurt Totti Pessotto met een magistraal hakje diep door op de flank. De voorzet wordt door Delvecchio van dichtbij binnen geknald. Frankrijk neemt nu het heft in handen, maar de dominantie blijft steriel. Met veel geduld blijven les Bleus echter de aanvallen ineenknutselen en in blessuretijd tikt Sylvain Wiltord de bal uit een scherpe hoek naast Toldo binnen. De verlengingen zijn spannend, net als vier jaar eerder dreigt de sudden death. Wanneer de eerste extra time bijna ten einde loopt, zet Pires zich door op de linkerflank. Hij zet voor richting penaltystip, waar David Trezeguet de bal enig mooi op de slof neemt. Le but en or kroont Frankrijk tot Europees kampioen. Voor het eerst slaagt de regerende wereldkampioen erin om ook de Europese titel binnen te halen.

De zege van Frankrijk is de overwinning van een voetbalfilosofie én een maatschappelijke visie. Bondscoach Lemerre, voortbouwend op het werk van zijn voorganger Jacquet, heeft de onderlegde Franse voetballers gestructureerd leren voetballen. Maar hij niet alleen: de basis is gelegd in de verschillende Centres de formation over het hele land. Het systeem werpt vruchten af. Bovendien is het een triomf van de zogenaamde blancs-blacks-beurs, de smeltkroes van blanken, zwarten en alles daartussenin. De roots van de Franse internationals liggen niet alleen binnen de hexagoon, maar ook in Noord-Afrika, in Nieuw-Caledonië, het Midden-Oosten, Baskenland en West-Indië. Het Franse voetbal dankt zijn klasse en zijn titels aan multiculturele driehoekjes. S

door peter mangelschots

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content