Te goed voor België, dit keer net niet goed genoeg voor de Champions League. Club Brugge leidt en lijdt.

Tien op twaalf en co-leider met La Louvière. Eén punt voor op rivaal Anderlecht. Op zich kan je de start van Club Brugge in de nieuwe competitie bezwaarlijk slecht noemen. En toch is er onrust in het Jan Breydelstadion, waar zaterdag Lierse de speelbal was waarmee blauw-zwart zich ruim een uur amuseerde. Slechts twintig minuutjes kon Lierse wat weerwerk bieden, maar toen wreekte de aanwezigheid van balvaste middenvelders zich bij de Pallieters en was het wachten tot Club een van de talrijke kansen afmaakte. Dat gebeurde uiteindelijk slechts tien minuten voor tijd, via het hoofd van Rune Lange, na een enig mooie aanval, met de Noor eerst als targetman en daarna als afwerker.

Zijn entree, samen met die van Jona- than Blondel, werd door het publiek nochtans op gejoel onthaald. Het naar de kant halen van het duo Bosko BalabanAlin Stoica kon op weinig goedkeuring rekenen. Nochtans had Trond Sollied daar op het eerste gezicht alle redenen toe. De Kroaat, uitblinker van de voorbije maand, leek zaterdag na drie kwartier door zijn beste krachten heen. Het hoofd wilde nog wel, maar de benen volgden na de rust de bevelen nog amper en de luciditeit verdween gaandeweg uit het spel van de spits. Wellicht betaalt Balaban nu het feit dat hij vorig seizoen amper aan spelen toekwam met een kleine terugval.

Idem met Stoica, die na het Europese voetbal van woensdag ook maar moeizaam in het ritme zat. Een paar keer lukte het opzetten van een dubbelpass door het centrum wel, maar meestal mislukte het of leidde een geniale ingeving tot een grotesk misverstand. Bovendien, maar dat is in de competitie tegen ploegen die vooral oog hebben voor de verdediging minder een probleem, staat de Roemeen steevast vrij hoog, wat dan weer veel krachten kost aan Timmy Simons, de jongste tijd wat minder op dreef, wat minder zuiver. Iemand zich al afgevraagd of dat wel toeval is ? Moet Simons hierdoor fysiek niet boven zijn toeren draaien en te veel uit positie lopen ?

Kortom, de wissels waren logisch, maar het publiek smaakte ze niet. Voor het eerst klonk in het stadion Sollied buut’n. Voorzichtig, niet te lang – en zeker niet meer na de treffer van Lange, die ostentatief met de hand aan het oor naar de spionkop liep – maar toch een veeg teken. Sollied heeft zijn houdbaarheidsdatum bereikt voor de dixit de Noor “25.000 trainers op de tribune.”

Daar is de ontgoocheling over het missen van de Champions League groot. Geef toe, Châteauroux klinkt anders dan Barcelona, Milan of Celtic, de tegenstanders van Shakhtar Donetsk op het kampioenenbal. Ook op bestuurlijk niveau, waar veel wordt gepraat over cijfertjes, kwam het aan. Cijfers zijn realiteit, tekorten van 3 miljoen euro ook, maar een trainer eerst een zwaar contract geven en hem dat daarna verwijten, is een beetje het paard voor de wagen spannen.

Wel opvallend is dat het Club van vandaag niet meer echt verrast. De tien op twaalf bewijst het, nationaal draait de machine nog steeds uitstekend. Hier geeft het niet dat Tomislav Butina nu en dan grabbelt, zaterdag tegen Lierse ook weer één keer. Hier geeft het niet dat Marek Spilar nog niet de verdediger is die twee jaar terug zo sterk debuteerde ; dat Peter Van derHeyden af en toe verdedigend wat zwakker staat ; dat Simons of anderen uit het compartiment achter hem nu en dan slordig opbouwen ; dat Stoica te diep staat ; dat Balaban en Gert Verheyen allebei beter zijn op de rechterflank en dat er geen linkerhoek meer is, zodat er eentje, vaak de Kroaat, met de linker moet schieten ; dat Victor hard werkt, maar nu en dan aan een goeie actie geen vervolg kan breien en zich vastloopt in een nieuwe dribbel.

Brugge is nationaal gewoon te sterk voor de meeste tegenstanders en dwingt voldoende kansen af om een wedstrijd naar zijn hand te zetten. Maar het sprankelende, de individuele flits, het geniale dat een Andrés Mendoza in de benen had, is er momenteel niet. Stoica blijft een zwaar dossier, niet alleen financieel. En de driehoekjes, met opkomende backs, zoals zaterdag bij die goal van Lange, komen er onvoldoende.

Nationaal geeft dat allemaal niet, internationaal wel. Met twee kwalificaties op drie heeft Sollied het in principe niet slecht gedaan. Daar was iedereen het woensdag achteraf wel over eens.

De cijfers tegen Donetsk zijn hard : 4-1 en 2-2. Over twee wedstrijden waren de Oekraïners duidelijk sterker. Goeie vleugelbacks, wervelende centrale middenvelders met elk een actie in de benen, goeie snelle spitsen. Groter budget, de ploeg die Club twee jaar geleden al ei zo na uit de Champions League knikkerde, werd nog gevoelig versterkt. De nieuwe rijken komen uit het oosten, vraag maar aan Mendoza of Cédric Roussel. En toch had Club zowel heen als terug momenten waarop het de wedstrijd naar zijn hand kon zetten. In de heenwedstrijd was er Victor, die een wankelend Shakhtar kon uittellen. Maar hij miste zijn controle. Weg 1-2, weg kans, weg Champions League. In de terugmatch was er Balaban, die van een haar de 3-1 miste net voor de rust. Weg kans, weer weg Champions League.

Om de uitschakeling te vergoelijken, maakten ze bij Club van Shakhtar een Europese topper. Valt af te wachten. Talent hebben de Oekraïners zeker, maar om zoals trainer Mircea Lucescu luidop te dromen van een kwartfinale… Daarvoor leek de defensie van de ploeg iets te wankel (benieuwd of die een aanvalsstorm van Celtic overleeft) en is de vraag of hun aanvallende manier van spelen, met soms vier spelers op nagenoeg één lijn, hen tegen lepere ploegen met een uitgekookter middenveld (Milan, Barcelona) niet zuur zal opbreken.

Het is ginder fout gelopen, individueel, tactisch. Misschien had een goeie Mendoza de zaak in het voordeel van Club kunnen doen keren, zoals Aruna Dindane dat deed in Brussel. Maar geld maakt blind. Nukkig. Verleidt. De Belgische realiteit.

door Peter T’Kint

Het Club Brugge van vandaag verrast niet meer.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content